Buitenland.

Eene mededeeling omtrent PANDIAN. j Omtrent Pandian ontvingen wij door vriendelijke tusschenkomst de volgende mededeeling van Dr. Jacob Chamberlain uit Madras, een man die reeds bijna 40 jaar in den dienst der Zending in Engelsch-Indië werkzaam was. Dit bericht heeft voor ons te meer waarde omdat het niet komt van een dienaar van de kerken die Pandian vaarwel zeide, maar van een zendeling der Dutch Reformed Church of America, van een man dien men tot de meest verdienstelijke arbeiders op het zendingsveld moet rekenen. „In de eerste plaats wil ik u antwoorden op hetgeen u mij vraagt omtrent den heer Pandian, Ik weet niet dat er eenige beschuldigingen omtrent hem werden ingebracht ten opzichte van zijn eerbaarheid (honerty), maar de zendelingen te Madras die bevoegd zijn tot oordeelen, die hem goed kennen en welke op de hoogte zijn van zijn geringen arbeid in Madras, dien hij bij zijn toespraken in Europa verheerlijkt en in de hoogte steekt, hebben zich genoopt gevoeld aan hunne vrienden in Engeland te schrijven, dat zij hem niet moesten steunen, noch bij moesten dragen voor zijne ondernemingen die hij op eigen hand exploiteert. Ik ken hem persoonlijk niet, maar gevoel mij gebonden om het oordeel te onderschrijven dat omtrent hem gevormd is door het groote aantal van tot oordeel bevoegde en voorzichtige missionairs van verschillende kerken in Madras, die zijn wijze van doen niet kunnen goedkeuren. Zijn aanspraak op den titel van „Prins" is ongerijmd, er wordt in Madras den gek mee gestoken. Het is de algemeene opinie dat het grootste gedeelte van de gelden, die hij ontvangt voor zijn werk onder de Pariah's, (onder welke wij allen werken) gebruikt wordt voor zijn persoonlijk onderhoud, op een voet, die voor hem wellicht niet op een andere wijze bereikbaar is.

„Dit is het geval met de groote hoop van „onafhankelijke zendelingen", die niemand ver antwoording schuldig zijn, en die buitenaf zooveel rumoer maken."

Dit oordeel is niet gunstig voor Pandian. Het blijkt evenwel dat de geachte schrijver getracht heeft zoo objectief mogelijk over hem te schrijven. Natuurlijk weten menschen, die tot de kerken behooren, waarvan Pandian vroeger deel uit maakte, meer van hem, We wachten daarom op de inlichtingen die wij van den Baptistischen zendeling Dudley te Madras verzocht hebben. Voor 's hands blijkt het, dat men Pandian noch hier noch elders had moeten steunen.

Duitschland. Een Gereformeerd studentenconvict. Een getuigenis tegen drinkgewoonten onder studenten.

Uit het jaarverslag van het Gereformeerd tudentenconvict te Halle a/S, over 1898/99 blijkt, dat deze instelling in de belangstelling er Gereformeerden in Duitschland deelt. De behandeling van het Oude Testament was toeertrouwd aan konsistorialrat Goebel, Hij. las en verklaarde in het kort de Propheet Ezechiël n het boek der Psalmen, Buitendien beandelde hij in één uur in de week de geschieenis van den Christelijken godsdienst vanden anvang af tot aan den nieuwsten tijd, daarbij in het bijzonder de aandacht vestigende op de Gereformeerde ordeningen van den godsdienst. Domprediker Beelitz zette de behandeling van het Nieuwe Testament voort. Gedurende den zomer werden in twee uren 's weeks de beide brieven aan de Thessalonicensen en de eerste brief van Petrus besproken; gedurende het winter semester kwam in drie uren 's weeks het Evangelie van Mattheus aan de oi'de. In de historisch-dogmatische oefening (2 uren 's weeks) werden onder de leiding van den domprediker Sic. Lang een bloemlezing uit de belijdenissschriften gelezen en hunne karakteristieke plaatsen besproken: a. uit het Zwingliaansche tijdperk de 67 sluitredenen en de stellingen voor de Berner disputatie; b. uit den overgangstijd onder Butzers invloed de eerste en tweede Bazelsche confessie; c. als document voor het Calvinisme de Catechismus van Geneve; d. ten slotte & & Helvetica posterior. Natuurlijk was het niet mogelijk deze symbolische geschriften in hun geheel te lezen; doch het beoogde doel werd bereikt, door aan de deelnemers een blik te gunnen in de ontwikkeling van het Gereformeerde leerbegrip door een gepaste keuze van verschillende hoofdstukken uit de belijdenisschriften.

De jaarrekening vermeldt 4621, 24 mark als inkomst en 4248, 79 mark als uitgaaf. Daar de Dompredikers niet altijd in de gelegenheid zullen zijn om den arbeid in het convict te verrichten, zoo moet het bestuur er op bedacht zijn om een convictinspector te benoemen, maar daarvoor is een grooter kapitaalvermogen noodig. Daarom zoekt men de geldmiddelen uit te breiden".

Deze mededeelingen vonden wij in dtüeformirle Kirchenzeittmg. Men ziet hieruit dat men in Duitschlands Gereformeerde kringen toch er iets voor gevoelt, dat het Universitair onderwijs in Gereformeerden zin voor Gereformeerde studenten moet gegeven worden. Als een begin juichen wij het convict van Halle zeer toe. Maar dit neemt niet weg dat wij het betreuren, dat niet een der Dompredikers op de gedachte gekomen is, dat Gereformeerde studenten in de eerste plaats als hoofdzaak moeten onderwezen worden in de Gereformeerde Dogmatiek, Overigens blijft de arbeid van het convict altijd maar aanvulling. De Duitsche Gereformeerde kerken hebben voor haar behoud en voor hare ontwikkeling een Gereformeerde Hoogeschool noodig.

De toespraken die de rector van de Universiteit te Boma onlangs hield bij de inschrijving van studenten, hebben de aandacht van velen getrokken.

O, a, heeft de rector daarbij een krachtig woord laten hooren tegen den „Saufkomment der Studenten", De Duitschers hebben, zoo betoogde de rector Geh, Medicinalrath Kaester, reeds naar vaste regels gedronken, vóór Tacitus het bemerkt heeft. Spreker zegt, dat hij het tot zijn leedwezen heeft gezien, dat een groot deel studenten door den drank te gronde gingen, doch niet als slachtoffers van den Saufkomment, daar zij door eigen vrije keuze hun ondergang uitwerkten. In de laatste tientallen jaren heeft men echter een „Saufkomment" opgesteld, dat voor vele corporatiën van studenten als wetboek gedrukt werd, dat zulk een overvloed van vullen dwang, zonder zin of verstand bevat, dat het een product van zuivere stompzinnigheid schijnt. Het is haast niet te begrijpen, dat studenten, die zoo tuk zijn op hunne academische vrijheid, zich tot slaven van zulk een dommen drinkdwang laten maken. Niet alleen geeft hij de eer van zijn stand, die hij niet licht door anderen laat aantasten prijs, maar ook zijn hchamelijke en geestelijke gezondheid offert hij op voor smakelooze regels, die hem zelfs den smaak in het drinken wegnemen. Men kan het niet meer doelmatig noemen, wanneer door dwangmaatregelen het bierhuisleven zich tot een ruw drinkgevecht ontwikkelt, waar de jonge studenten als bierlijken worden uitgedragen en waaruit eiken avond de „Fuchsmajor" die tegen bierdrinken kon als een overwinnaar te voorschijn treedt, om wegens zijn tyrannic door de jongelui geprezen of alleen maar besproken te worden. Wij weten, dat vele corporatiën den woesten drinkdwang nooit ingevoerd hebben, en dat eenige, de smakeloosheid daarvan inziende, hem in de laatste jaren weder afschaften. De rector hoopte dat het goede voorbeeld overal navolging vinden zou, want de Duitsche natie heeft behoefte aan mannen en niet aan biergrijsaards.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen