GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Fata Morgana.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Fata Morgana.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 November 1900.

Voor nu ruim dertig jaren trad Dr. Kuyper het eerst op met een lezing over de moderne Theologie als Fata Morgana.

Met hoongelach werd deze lezing destijd* door de coryphcëa der moderne richting begroet.

Deze lezing achtten ze potsierlijk. Ze was in zoo tastbaar contrast met alle feiten, die een ieder om zich heen kon waarnemen.

Of was het niet zoo, dat in alle groote kerkeraden de moderne richting nog in onbetwistbare heerschappij stond ? Waren niet de meeste predikantsplaatscn van beteekenis met moderne predikanten bezet? Voerden niet op scher alle katheders moderne geleerden het woord? Hadden niet zij het monopolie van alle wetenschappelijke tijdschriften? Voerden niet zij schier alleenheerschappij uit in Classicale, Provinciale en Synodale besturen? Kortom, waren niet zij in het volle bezit van alle macht en invloed? En was er ook maar ééne richting, die van verre met de moderne heeren aan concurrentie denken kon ?

Wat mtt name in die dagen gold van de orthodoxie. Want de orthodoxie had ja, enkele vertegenwoordigers van naam. In Utrecht met name deelde ze de lakens uit. Maar hoe was zelfs die kleine groep niet nog verdeeld. Was niet Groen van Prinsterer een veldheer zonder leger? Was in de Kamer zijn groep niet der verdwijning nabij? En ook, was op wetenschappelijk gebied niet keer op keer haar pogen en woelen, als met lichte hand, teruggeslagen ?

Hoe dorst dan een pas opkomend, jong man het aan, om van deze machtige richting als van een Fata Morgana te spreken ? Hoe dorst hij het wagen haar snel naderenden ondergang en een weer opbloeien van de orthodoxie te voorspellen ?

En thans?

Ziehier de stellingen, die door den heer W. H. Roobol, modern predikant bij de Hervormden te Abbekerke, voor een vergadering van Moderne predikanten, op 12 November te Hoorn te houden, aan de orde zijn gesteld:

I. Onze moderne richting gaat voor een goed deel buiten het volksleven om, veel te gering is haar invloed op het, hart des volks en daardoor: de moderne richting vormt geen godsdienstig volk.

II. Onze moderne richting vertoont zich veel te dikwijls te zwevend, te rationeel, te weinig positief en te weinig godsdienstig.

III. Wat is op dit gebied te leeren uit de verschillende stroomingen, afwijkingen, verschijn selen, die zich ook op haar gebied vertoonen. (Bedoeld worden b. v. streven naar ficheelont houding, Tolstoïaansche neigingen, spiritisme, sociaal en socialistisch streven enz.).

IV. De toekomst behoort aan een nieuwe strooming op het gebied van onze moderne richting.

Is het niet kras ?

Ze was opgetreden, de moderne richting, met de stoute bewering, dat juist de orthodoxie in dood formalisme was verloopen, en deswege onbekwaam was, om het godsdienstig gevoel te kweeken en te bestendigen. Zij had daarom ook die taak overgenomen, en mits men haar slechts den vrijen loop liet, zou het godsdienstig leven onder ons volk weer fier en vrij en vroom opwaken. De orthodoxie had de Heilige Schrift mis kend, omdat ze haar niet verstond, ze verstikt onder kerkelijk dogmatisme. Zij zou die Schrift weer in eere brengen, en hiermee een nieuw tijdperk van Schriftuurlijke vroom heid doen aanbreken. Het is ons nóg, als hoorden we den hoogleeraar Scholten deze stoute stellingen met vuur en geestdrift be pleiten.

En nu, dertig jaar later, komen diezelfde heeren ons eigener beweging beduiden, dat de moderne richting voor een goed deel buiten het godsdienstig leven van het volk is omge gaan, en dat ze er niet in geslaagd is, het volk godsdienstig te maken. Ze ziet het met Icede oogen aan hoe juist het gods dienstig deel des volks zich van haar heeft afgewend. Ze moet het aanzien hoe in tal van kerken, die ze voorgoed gewonnen achtte, bij de eerste vacature de beste, weer „orthodoxe" predikanten beroepen worden. Op de katheders slinkt ze. In de classicale, provinciale en synodale besturen mindert ze steeds in het aantal. De buiten-kerkelijke vrijzinnigen in den lande drijven met haar „vrije vroomheid" vrij en vromelijk den spot. En op diezelfde vergadering zal Prof. Eerdmans nu zijn geestverwanten komen onderhouden over „het voor-cxilische Jahwisme bij het licht der Assyrische literatuur”!

Zoozeer zelfs is de adem des levens van haar weggetogen, dat wie onder hen nog iets hooger wil en een ernstige levensopvatting bedoelt, aan geen Scholten of Pierson meer denkt, maar uit Rusland Tolstoï te hulp roept, of de Engelsche teetotalers als leidslieden volgt, of ook zich werpt in de armen der Sociaal-democratie.

Een geestelijk bankroet, zoo als het bij geen andere richting zijn weerga vindt. Een weggestorven zijn bij levenden lijve.

Wel waarlijk de Fata Morgana, Dr. Kuyper sprak. waarvan

En toch... en toch blijft de heer Roobol profeteeren, dat aan de moderne richting de toekomst is, maar dan aan, in die moderne richting, een nieuwe strooming.

Een wissel op de toekomst, nu het verleden fiasco maakte, en het heden in zijn machteloosheid verkwijnt.

Een gemakkelijke profetie, die dienst doet als veiligheidsklep om de wanhoop der vergaderden te bezweren..

Of wat is ontzettender dan een vergadering van predikanten, die straks naar hun kerken terugkeeren, niet om bezield en warm te pleiten voor een overtuiging die hun heilig is, maar om te belijden: We hebben schipbrtuk geleden. Voor het kweeken en heiligen van uw godsdienstig gevoel zijn onze overtuigingen tekort geschoten. Onzer is een fiasco, gelijk de kerk het in al de eeuwen van haar bestaan nooit zag.

Natuurlijk, dit kon niet, of het zou op staanden voet moeten gevolgd zijn door een gezamenlijke, ontslagneming van alle deze heeren uit hun ambt.

En daarom moest die laatste stelling er bij.

Ze zullen nu met hiin misleide en godsdienstig verbleekte kerken gaan zoeken naar die nieuwe strooming.

En als ze die gevonden hebben; ja, dan zullen ze er zijn.

Altoos zoolang als het duurt, want nu reeds staat het vooruit vast, dat ook die „nieuwe strooming" nog sneller dan de eerste, die reeds zoo spoedig droog liep, jammerlijk zal verzanden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 november 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Fata Morgana.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 november 1900

De Heraut | 4 Pagina's