GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Een preek van „Jan Maclaren”.

Dat deze prediker, door zoovelen in Engeland en ook in Nederland geëerd, hoe langer hoe meer afwijkt van de belijdenis der kerk waartoe hij behoort, blijkt uit het verslag van zijn laatste preek in de Trinity Presbyterian Church te Clapham Road, in Londen, gehouden. Hij sprak over Hebr. XII: I handelende over de „wolk van getuigen". Daarin beweerde de prediker dat zij, die hier op aarde ons bemoedigd hebben door hunne liefde, in den hemel door wijzer en meer aanhoudend gebed ons bij staan, dan zij dit doen konden te midden van de schaduwen der aarde. Als wij onzen loop loopen, en wij in de korte tusschenpoozen van onzen strijd naar boven zien, dan is er een wolk boven ons, waaruit bekende gezichten ons tegen blinken. Van uit hun hooge plaats bidden zij ons, dat wij goeden moed zullen hebben, totdat wij hen weder ontmoeten.

Meer bedenkelijk was zijne uiting over het ongeloof in deze dagen. Hij sprak: „Wij zijn bezig, zonder dat wij er ons van bewust zijn, het geloof te verliezen, niet in het bovennatuurlijke, dat is een dwaas woord want alles is natuurlijk, maar in den geest." Voorts zeide hij nog: „Wat wij omtrent de waarheid bebetreffende de bijzonderheden van de geschiedenis van Abraham hebben te gelooven, — sommigen van ons houden den aartsvader vooreen historische figuur, die aan het hoofd stond van den vooruitgang in de religie.”

Datgene wat de schrijver van „Harten van Goud" deed doorschemeren, wordt steeds meer openbaar. Het doet ons leed, dat de Presbyteriaansche kerk dit alles maar laat doorgaan, en er van kerkelijke behandeling geen sprake schijnt!

— Deputatiën van dissenters bij den Koning.

Men noemt het in Engeland een privilegie van dissentieerende kerken, dat zij bij het hoofd van den staat hunne opwachting kunnen gaan maken om de belangen van hnnne gemeenschap te bepleiten.

Wij vinden het in Nederland niets buitengewoons, dat Hare Majesteit de Koningin deputatiën van vrije kerken ontvangt. Maar in Engeland schijnt de gedachte dat de Episcopaalsche kerk de kerk is, zóó te hebben postgevat, dat het voor een voorrecht geldt dat de koning naar het woord van deputatiën van vrije kerken luisteren wil.

Den II den Maart gaf koning Eduard VII audiëntie aan de vertegenwoordigers van verschillende kerken en wel in het bekende St. James paleis, waarheen hij zich met groot vertoon van pracht begeven had. De menigte had te voren de gelegenheid gehad om de rijke kleeding te bewonderen, waarmede de Engelsche geestelijken waren getooid, die allen met toga en barret waren verschenen. Het eerst werden de aartsbisschoppen van Canterbury en van York ontvangen, welke adressen van de z.g. „convocatiën" of vergaderingen van bisschoppen en predikanten voorlazen; dit kon wel niet anders, daar de koning van Engeland het hoofd is van de Engelsche episcopale kerk, en daarom hebben natuurlijk zij7te geestelijken bij dergelijke gelegenheden den voorrang.

Daarna wetden de deputatiën van de vrije

kerken of van de dissenters, hoofdzakelijk bestaande uit Congregationisten, Baptisten en Presbyterianen, aangediend. De predikant William Pierce las daarop het adres voor, waarin herinnerd werd dat de overleden koningin bij hare troonsbestijging beloofd had „de rechten der conscientie" te zullen eerbiedigen. „De vervulling van die belofte wordt nu aanschouwd in onze wetten en in onze levensmanieren. Als mannen van de vrije kerk, zoo vervolgde de heer Pierce, erkennen wij dit dankbaar, en wij hopen en vertrouwen dat uwe Majesteit de zaken van den staat inzonderheid in die dingen, welke de religie betreffen, in denzelfden geest zal leiden.”

{Wordt vervolgd.) WiNCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 april 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 april 1901

De Heraut | 4 Pagina's