GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buiteuland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiteuland.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Dr. Blöhbaum afgezet. Bedroevende cijfers.

„Hoogere kerkbesturen" mogen onze sym pathie niet hebben, wijl hun bes'aan in tegen spraak is met het Woord Gods, dat geen heerschende maar alleen een dienende macht in de kerk des Heeren toelaat, — wanneer deze daden verrichten, welke de kerk des Heeren ten goede komen, dan hebben wij ons daarin te verheugen. Zoo heeft het ons verheugd, dal dezer dagen het Konsistorium van Stettin in Pommeren er toe overging, om den predikant Blöhbaum af te zetten, welke in een berucht geworden geschrift, getiteld : „Christus redivivus, " zijn afkeer van de leer der kerk en van de Schrift had blootgelegd. De hoogere kerkbesturen der Nederl. Herv. Kerk kunnen daaraan een voorbeeld nemen.

Opmerkelijk is het bij de afzetting van Blöhbaum, dat ook de liberale partij in de Evangelische Kerk haar goedkeurt, en dit, ofschoon deze prediker zonder eenig pensioen werd ontslagen. Waaraan is dit te danken ? De leden yan den „Protestanten verein." plegen anders altijd op te komen voor onbeperkte leervrijheid.

Blöhbaum heeft niet alleen de leer van het Christendom aangetast, maar ook den persoon van Luther in een zeer slecht daglicht geplaatst, en dit laatste is den Duitschen liberalen een doodzonde. De „Protestant" schreef: „Door zulk eene kenschetsing van Luther, die de onmiskenbare gebreken van zijn persoon en werk op ongehoorde manier overdrijft, en daarbij zijne onmiskenbare grootheid van geest en zijn religieuse genialiteit volkomen miskent, is volgens mijn oordeel het vonnis van het Konsistorium van Stettin w^el gerechtvaardigd, als het zegt dat Blöhbaum, uitgaande van een grove bespotting van de uitwendige verschijning van Luther, zijn werk en zijn karakter op een manier in verdenking heeft gebracht, als alleen de beruchtste tegenstanders van de reformatie dit beproefd hebben." De „Protestant" vindt het dus kennelijk minder erg, dat het geloof aan de Drieëenheid en aan de Godheid van Christus in een hoek geschoven worden als kindersprookjes, maar de persoon van Luther mag niet aangetast worden. De protestansche liberalen bouwen het graf van Luther, gelijk in de dagen van Israels verval de graven der propheten werden gebouwd, maar zij willen niet weten van hetgeen Luther aan het Duitsche volk - heeft willen leeren.

Hoever het in sommige streken van Duitschland met den godsdienstzin gekomen is, blijkt uit een ambtelijk bericht uit de provincie Brandenburg. De Kreissynode van Berlin-Land II deelt mede, dat van de 69, 000 EvangeUschen slechts 2 tot 18 procent de Godsdienstoefeningen bezocht, alleen bij feestdagen klom het kerkbezoek tot 6 a 35 procent. Van de geboren kinderen werden er 5I/2 procent buiten echt geboren, terwijl er van de 100 jonggeborenen ruim 89 pCt. werden gedoopt. Van het heilig avondmaal maakten slechts 13 pCt. van de leden der gemeente, die daartoe gerechtigd zijn, gebruik. In dit ambtelijk bericht wordt er nog over geroemd, dat noch de Roomsche propaganda, noch die van verschillende secten vorderingen van eenige beteekenis konden maken. Het komt ons voor, dat de onverschilligheid, die zich van de groote meerderheid der bevolking heeft meester gemaakt, oorzaak is dat men zich met de dingen, die op het Koninkrijk Gods betrekking hebben, in het geheel niet meer inlaat, en dat daarom Rome en het sectarisme geen terrein kunnen winnen.

Frankrijk. De autoriteit der Schrift aangerand. De zending en het Franse he parlement.

De jongste generale pastorale conferentie die te Parijs gehouden is, heeft helder doen uitkomen, dat vele predikanten, die zich tooien met den naam „evangélique" of orthodox, in den grond der zaak niet anders dan verkapte modernen zijn. Daaruit is het dan ook te verklaren, dat zoovele z. g. orthodoxen gestreden hebben voor eene officieele generale synode van de Gereformeerde staatskerk, d. w. z. voor een synode, waarin zoowel belijders als bestrijders van het evangelie gelijke rechten en gelijk zeggenschap zouden hebben. De officieuse synodale organisatie voldeed hen niet langer, zij wilden alle leden van h«t Protestantsche huisgezin van Frankrijk in éene organisatie vereenigd hebben, en niet enkel hen die de korte geloofsbelijdenis, in 1870 opgesteld, aanvaarden. Dat achter dit streven het feit zit, dat vele evangelischen met der daad tot het liberale of moderne kamp zijn overgeloopen, is duidelijk.

Dit nu kwam op de jongste generale pastorale conferentie ten duidelijkste aan den dag. Er werd gehandejd over de leer van de eeuwigheid van de straffen hiernamaals. Sommige predikanten verwierpen die leer en stelden daartegenover de leer van de conditioneele on sterfelijkheid, d. i. zij beweerden dat alleen de geloovigen het eeuwige leven zullen beerven, terwijl de ongeloovigen zullen worden vernietigd gelijk de dorrende bladeren. Nu weerspreekt het woord van God, en daarin de duidelijkste uitspraken van den Heere Jezus, deze leer. In plaats v6, n nu er voor uit te komen, dat men de autoriteit van de Heilige Schrift niet erkent en daarvoor het gezag van de menschelijke rede stelt, gaat men beweren dat de Christus zich geschikt heeft naar de verkeerde denkbeelden, die men in zijn tijd had omtrent het leven na dit leven, en dat men daarom de woorden des Heeren, die daarover handelen, niet moet beschouwen als deel uitmakende van de openbaring Gods. Men moest volgens de predikanten Jean en Henry Mounier een schifting maken tusschen hetgeen Jezus openbaart en hetgeen in het onderwijs des Heeren afkomstig is van de Joodsche overlevering.

Met kracht werd daartegen aangevoerd, dat men onbevoegd was om zulk een schifting te maken, en dat, indien men toch daartoe overging, iedereen elke theorie kon aannemen, die dan op geen enkele autoriteit zou rusten. Een ieder kon dan van het Woord Gods aannemen of verwerpen, wat hem aanstaat of niet aanstaat.

Toen op den tweeden dag der conferentie werd voorgesteld, om ook liberale of moderne predikanten tot de • vergadering toe te laten, verklaarde de vergadering, dat zij als grondslag der besprekingen aannam: het gezag der Heilige Schrift in de zaken des geloofs en de 12 artikelen van het algemeen Christelijk geloof. Maar het is niet te verstaan, hoe mannen als de predikanten Monnier in zulk eene conferentie zitting willen blijven houden.

In de Kamer van afgevaardigden kwamen dezer dagen de onlusten in Algiers ter sprake. Verschillende sprekers zochten den oorsprong der troebelen in de Fransche Kolonie in de prediking der marabouts, die zonder veel moeite hun Mahomedaansche hoorders tegen de Christenen weten op te zetten; anderen in de exploten der anti-semieten te Algiers, welke daarmee een voorbeeld gaven, dat door de inboorlingen maar al te gaarne wordt gevolgd.

Maar er waren er ook, die den zendeUngen van alles de schuld gaven. De bekende Paul de Cassagnac, een lid van de rechterzijde, protesteerde tegen de proselietenmakerij, die men toepaste op de Mahomedanen van Algiers, en zeide in 't voorbijgaan de waarheid aan den aartsbisschop van "de kolonie. Een ander afgevaardigde riep onder toejuiching van de rechter-en van de linkerzijde uit: „Weg met de vertegenwoordigers van alle godsdiensten die zich niet willen beperken (cantonner) tot hunne kerken." De heeren willen dus wel den godsdienst toelaten als hij zich maar niet naar buiten openbaart. Zoo wil men in Rusland wel andere kerken nevens de Grieksch-orthodoxe toelaten, wanneer zij maar van elke poging om Grieksch-orthodoxen tot hunne kerk over te doen komen, afzien.

Een halve eeuw geleden oordeelden de machthebbers in Engeland evenals thans de meerderheid van het Fransche parlement. De zending in Indië werd door de regeering sterk tegengewerkt; men wilde niet, dat men zou trachten de inboorlingen van hun afgoderij af te brengen. Maar de vreeselijke opstand die in Indië uitbarstte, heeft de houding van de regeering geheel doen veranderen, — helaas om in de tegenovergestelde fout te vervallen, want daarna werd menig Engelsch zendeling gebruikt als een middel om de heerschappij van Engeland uit te' breiden, zoodat velen poUtieke agenten werden.

Tot hiertoe hebben de radicaalste Fransche ministers van koloniën de Roomsche missie op allerlei wijzen gesteund om den Franschen invloed te vermeerderen, vooral wanneer ook Engelsche missionairs naast hen arbeidden, doch nu zal dit wel veranderen. Maar de Engelsche zending zal het in Algiers in de eerste plaats moeten ontgelden, want voor de Fransche radicalen is er niet de minste reden, waarom zij de Engelsche zendelingen zouden ontzien.

N.-Amerika. Dr. Winter over Supra en Infra.

In de Hope valt Dr. Winter van het Westersch Theologisch Seminarie Dr. Bavinck van Kampen aan naar aanleiding van hetgeen Z. H. G. in zijn Dogmatiek schreef over het vraagstuk van het supra-en infralapsarisme. Genoemd orgaan had een stuk uit Dr. Bavinck's jongste werk overgenomen, zonder een woord van instemming of afkeuring. Daarover zegt Dr. Winter:

„Of de gevierde schrijver zelf de besprokene stelling met hare conclusiën aanvaardt, bleek uit dat bewuste stuk niet. Noch laat zich het personeele standpunt van Z. H. G. te dien aanzien uit „De Gereformeerde Dogmatiek" goed blijken. Soortgelijke onduidelijkheid of verberging vinden we bij genoemden auteur ook omtrent andere punten in dat genoemde uitstekende werk - een eigenschap, die onduidelijkheid, welke wij niet aanprijzen kunnen, vooral niet waar het punten geldt, waaromtrent we bij den geachten schrijver geen onzijdigheid durven stellen.

Bij ons is het er ver vandaan, dat we de grondstelling, of de conclusiën van het reeds genoemde stuk zouden aanvaarden. En daar we toch niet eerst komen kijken op het terrein der theologische beschouwingen, is er ook weinig waarschijnlijkheid, dat wij er ooit toe zullen komen, om er mede in te stemmen."

Het is waar dat Dr. Bavinck noch voor het supra, noch voor het infra partij kiest, doch ook Dr. A. Kuyper doet dit eigenlijk evenmin in zijn „E Voto". Z. H. G. zegt daarbij „Noch in het stelsel der infralapsarii noch in dat der supralapsarii is een verklaring van het raadsel geboden, hoe de schuld van den val geheel en volstrekt voor rekening van den mensch kan blijven, terwijl toch alles naar het eeuwig Raadsbesluit gaat. Of een reeder een schip uitzendt met het doel om een deel der bemanning te doen omkomen, ofmet de stellige wetenschap dat het omkomen zal, terwijl hij htt kaft verhinderen, verschilt voor de uitkomst ternauwernood." ... „En dan sta onwrikbaar onder alle belijders vast, dat de samenhang tusschen Gods eeuwig besluit en den val ondoorgrotidelijk is. Men kan niet uit het besluit tot den val komen, of alle schuld gaat weg. En ook, men kan niet uit den Val tot het Besluit concludeeren, of er is geen Raadsbesluit meer, en het einde is dat ge uw God verliest. Alle stelsels die een oplossing van dit mysterie beproefd hebben, loopen dan ook alle uit, öf op een verzwakking van het schuldgevoel, of op een verzwakking van de vrijmachtigheid of zelfgenoegzaamheid van God. En overmits nu de Heilige Schrift ons nooit, ook maar een oogenblik toelaat, iets, hoe gering ook, op de vrijmachtigheid Gods, noch ook iets, hoe nietig ook, op het volle en onvoorwaardelijke schuldbesef af te dingen, voegt het ons voor dit onoplosbaar raadsel eerbiedig het hoofd te buigen, en beide, zoowel de volstrekte Vrijmachtigheid Gods, als de volstrektheid onzer schuld, volmondig te belijden, erkennende, dat het verband tusschen deze beide ons niet is geopenbaard.

Maar het bezwaar tegen het Infralapsarisme bestaat kennelijk voor Dr. Winter niet. Daarom kiest hij besUst voor het Infra. Waartoe hem dit leidt, blijkt uil hetgeen hij in het nummer van 12 Juni schrijft over geloof en wedergeboort. Wij nemen er het volgende van over:

„Zal er, echter, geloof wezen, en geloof geoefend worden, dan moet er ook reeds leven aanwezig zijn. Dat wil zeggen, dat er nieuw leven moet wezen. De levende alleen haalt adem — de geestelijk levende alleen haalt geestelijk adem — dat is, die gelooft. In natuurlijken zin, mag het kind vóór de werkelijke geboorte in en door de moeder adem halen, maar bij de geboorte doet het zulks zelfstandig als persoon die ter wereld is gebracht. Op geestelijk terrein moet ook het bestaan des nieuwen levens in orde altijd hét oefenen des geloofs vooraf gaan. In de orde des tij ds, echter, weten we daar van geen voorafgaan. De levende haalt aanstonds adem, met hoe weinig persoonlijke zelfbewustheid dan ook. Het nieuwe leven is in aard en werking essentieel een geloovend leven. En zoo blijkt. het dus dat in de orde des verbands, geloof de wedergeboorte niet vooraf kan gaan, maar er op volgt, wijl anders in werkelijkheid — althans waar persoonlijke vatbaarheid voor geestelijke handeling bestaat, geloof altijd aanstonds volgt. Wat anderen ook

meenen, wij kunnen ons in zulke gevallen geen wedergeboorte denken, zonder dadelijke geloofsoefening. Wij spreken hier niet over de kleine kinderen. Wanneer die in de prille jeugd sterven, mogen we op grond van het verbond gelooven met onwankelbare zekerheid, dat God er wel voor zorgen zal, dat ze deelen in de zegeningen van het eeuwige leven en de toegerekende gerechtigheid van Christus. Wij bepalen ons bij die tot jaren van onderscheid gekomen zijn."

Het is hier de plaats niet om deze woorden van Dr. Winter te weerleggen. Alleen deelden wij het bovenstaande mede, om te doen zien dat de arbeid die in Nederland gedaan wordt, tot ontwikkeling en rijkere ontplooiing der Gereformeerde belijdenis, ook onder onze broeders in Amerika belangstelling wekt en tot nader onderzoek prikkelt, al kan men niet aanstonds de uitkomsten, waartoe Dr. A. Kuyper en Dr. Bavinck kwamen, onderschrijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Buiteuland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1901

De Heraut | 4 Pagina's