GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gemengd nieuws.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemengd nieuws.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bibliotheek van C. H. Spurgeon. Er was een Comité benoemd, om voorstellen te doen inzake de nalatenschap van den beroemden prediker, wat zijn boeken betreft. Dat Comité heeft voorgesteld dat die boeken, welke betrekking hebben op de Baptistische kerk, afgestaan zullen worden aan de Baptist-Church House; dat boeken zullen uitgekozen worden om geplaatst te worden in de bibliotheek tot opleiding van predikanten, en dat de andere gegeven zullen worden aan predikanten van arme kerken.

In de America7i Notes die in de The Christian verschijnen, lazen wij (no. 1805) het volgende:

Een bericht aan de New-Yorksche World, deelt mede: Julian Renfro, oud een en twintig jaar werd, nadat hij Jbeweerd had dat God niet bestaat en den Almachtige getart had zijn macht te bewijzen, plotseling met doofstomheid geslagen. Hij woonde op no. 203, Wells st, ; nadat hij doofstom geworden was, is hij naar zijn vaderlijk huis in Shreneport La. gegaan. Men beweert dat Renfro gesproken heeft: «Vrienden, als God op eenigerlei manier zich aan mij wilde openbaren - bijvoorbeeld door mij doofstom of blind te maken - zal ik aannemen dat Hij bestaat". Een van de jongelieden was van zins hem te antwoorden, toen hij bemerkte dat Renfro bleek werd. Daarop strekte hij de armen uit alsof hij een slag wilde afweren. Toen hield hij zijne handen voor zijn gelaat. Een oogenblik later viel hij van zijn stoel voorover op den grond. Dr. O. G. Draper, wonende Chicago Avenue No. 205, werd ontboden. Deze gaf te kennen dat Renfro een zenuwtoeval had gekregen. De lijder kon niet spreken noch loopen. Aan den predikant S. W. Jacoby van MoodsChurch die geroepen werd, deelde Renfro schriftelijk mede:

»Ik geloofde dat er geen God was. Ik weet nu dat Hij bestaat en dat ik geroepen ben Hem te dienen".

Wij lezen in de Hope., het orgaan der Reformea Church in N.-Amerika:

»In verband met de opening onzer Hooge Scholen, en nu de lessen voor een ander jaar weer zijn aangevangen, verdient zeer zeker het besluit onzer jongste Algemeene Synode, betreffende de vermindering van het getal studenten üoor de Evangeliebediening, de ernstige overweging van allen die belang stellen in de komst van het Koninkrijk.

De Synode besloot, de ernstige aandacht van leeraars en gemeenten te bepalen bij de onrustbarende afneming in het getal jongelingen die zich voor de H. Bediening aanmelden, en hen aan te sporen om door middel van gebed en personeelen invloed alles te doen wat gedaan worden kan, om in dezen nood, die het leven der Kerk raakt, te voorzien. Alsmede, dat leeraars en kerkeraden worden aangespoord, om bij jongelingen van aanleg en overgave in hunne gemeenten de eischen der Evangelie-bediening op het hart te binden.

De klachte over het zoo pas genoemd gebrek is niet langer nieuw, en zij beperkt zich ook niet tot onze afdeeling der Christelijke Kerk.”

Hoe het in sommige streken van Baden gesteld is, blijkt uit een brief, dien een boer liit Baden aan de Kreuzzeitung schreef. Hij zeide daarin : »Wij hadden jaren lang een geloovig predikant. Nu heeft de Heere hem tot zich geroepen en wij kregen de heer X. tot predikant. Toen hij kwam, zeide hij aanstonds, dat hij tot de vrijzinnige partij behoort. Nu weet hij veel en kan ook over veel preken, maar over het éène noodige, tot hiertoe niets. Een aanstaand zendeling uit Wurttemberg kwam eens bij hem in de kerk. Toen hij er uit kwam zeide hij: »Bij ons in Wurttemberg zou een predikant aldus niet durven spreken". Bij een begrafenis waren ook menschen uit den Elzas tegenwoordig. Bij die gelegenheid sprak hij : »Ik kan u niet troosten, er is' geen Godsdienst die troost geven kan. In een preek zei hij : »Er ijn geen engelen, het is maar fantaisie, de ouders ijn de schutsengelen". Dit is een voorbeeld uit vele. Hij heeft hier reeds zijn aanhang, want men kan het ongeloof gemakkelijk planten. Volgens den predikant zijn er geen zondaars. Toen ik hem zijn drijven verweet, sprak hij: sDemensch kanertoch niets aan doen dat hij zoo is. Hij kan toch niet uit zijn huid loepen". Onze Heiland is volgens hem slechts een Godsdienststichter.

Het is ons een zaak des gebeds, dat de Heere God zich ontferme. Men denke slechts aan het opkomend geslacht. Maar aan de andere zijde, zal de Heere onze God niet rekenschap vragen van hen, die er over te waken hebben, wat ons als Evangelische Christenen als geestelijk voedsel aangeboden wordt ? " Dat de broeders die zich bezwaard gevoelen, in deze zelven eene roepinghebben, schijnt hem niet duidelijk te zijn. In Duitschland is men er helaas zoo aan gewoon geraakt, dat de kerken de dienaars ontvangen die haar door de besturen worden gezonden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 oktober 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Gemengd nieuws.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 oktober 1904

De Heraut | 4 Pagina's