GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

N.-Amerika. Vereeniging van de Presbyteriaanse he kerk en de Cumberlanders.

In het verloopen jaar kwam het in de nieuwe wereld tot eene ineensmelting van de groote Presbyteriaansche kerk met de kleinere Cum berlandsche Presbyteriaansche kerk. Deze laatste kerk was in het jaar 1810 op het plateau van Cumberland in den staat Tenessee gesticht. Zij was eene vrucht van de opwekking die in dien tijd ontstaan was. Men meende, dat bij de belangstelling die in het werk der Evangelisatie gekomen was, men de leer van de verkiezing en van de verwerping, gelijk die door de confessie van Westminster geleerd wordt, moest verzaken, en dacht dat men de bekeering niet genoeg met nadruk ve kondigen, kon als het vast staat dat God tot zaligheid verkoor. Daarom revideerden dt Cumberlandsche Presbyterianen de belijdenis en verklaarden, dat God geen msnsch voor eeuwig verworpen had en dat de Heilige Geest in alle harten werken wilde, zoodat niemand zich verontschuldigen kon die niet zalig werd. In 1883 nam deze Presbyteriaansche groep, die in de Zuidelijke Staten zich nogal uitgebreid had, eene nieuwe belijdenis aan, waarin de vrije wil als eene onverliesbare eigenschap van den mensch werd erkend, waardoor de grond voor 's menschen verantwoordelijkheid gelegd werd. Al verkeert de gevallen mensch ook in een geestelijken doodstaat, toch blijft hij vrij en verantwoordelijk.

Langen tijd scheen het, alsof de Cumberlanders zich met de Methodisten zouden gaan vereenigen. Doch al waren die Methodisten aanhangers van het Synergisme, d. w. z. van de medewerking van den mensch bij het werken van de genade Gods, toch hielden deze aan de Calvinistische leer van de volharding der heiligen vast, en daarom kwam er van de vereeniging niets.

Intusschen werd het geroep in de groote Presbyteriaansche kerk om de scherpe hoeken van de Westminstersche confessie af te slijpen, steeds sterker. Men wilde eene revisie der Westminstersche confessie; en in Mei 1903 kwam deze dan ook werkelijk tot stand. Zonder de leer van de verkiezing in de confessie aan te tasten, voegde men er bij wijze van toelichting aan toe, dat Gods liefde de geheele menschheid omvatte en den dood des zondaars niet wilde; de kinderen die vroeg komen te sterven, zijn als uitverkoren te beschouwen, en geen theorie t van verwerping mocht dat zendingswerk hinderen Eene bijzondere „schets van het Gereformeerd geloof', die voor eenvoudige gemeenteleden dienen moet, zonder de oude belijdenis te ver dringen, leert, dat de geloovige leden van Christus door vrije genade verkoren zijn, maar maakt geen melding van eene eeuwige verwerping van afzonderlijke personen.

Hierdoor was het struikelblok voor de Cumberlanders weggenomen, ofschoon wij de overtuiging koesteren, dat zij meer rekening gehouden hebben met de bedoelingen van hen die de confessie van Westminster nader verklaarden, dan met hetgeen zij op schrift stelden.

Maar nu gaan er ook stemmen op, dat de Presbyterianen zich met de Gereformeerden zouden willen vereenigen. Dit zal echter zoo spoedig niet gaan. De Presbyterianen hebben hun oorsprong in de oude Engelsche en Schotsche Puriteinen, terwijl de Gereformeerde kerk van de nieuwe wereld van Nederlandschen en Duitschen oorsprong is. Al is zoowel in de oorspronkelijk HoUandsche als in de oorspronkelijk Duitsche Gereformeerde kerken de moedertaal door de Engelsche taal verdrongen, althans voor een groot deel, toch blijven er nog genoeg punten van verschil over. De Presbyterianen hebben de confessie van Westminster met den daarbij behoorenden Catechismus, terwijl de Gereformeerden van Duitschen oorsprong zich houden aan den Heidelbergschen Catechismus en de Gereformeerden van Nederlandschen oorsprong daarbij nog de Nederlandsche Gelootsbelijdenis en de Dordtsche leerregels hebben. Ook is de theologische ontwikkeling der Presbyterianen in de laatste jaren eene geheel andere geweest als die der Gereformeerden. De hoogleeraar Dr. Richards te Philadelphia verklaart tenminste: „De leerverschillen tusschen de Gereformeerden en de Presbyterianen zijn tegenwoordig grooter, dan ze in de veertiende eeuw waren". Wellicht doelt Dr. Richards op het verschil van gevoelen omtrent de Heilige Schrift. Wij vreezen dat vele Presbyterianen de belijdenis der Kerk omtrent de Heilige Schrift hebben losgelaten.

Uit de kerkelijke wereld. DeNederlandsche Christelijke studentenvereeniging.

In de Zuider Kerkbode lezen wij: Christelijk studentenleven. In Nederland zijn 300 studenten van onderscheidene universiteiten lid der Algem. Chr. Studentenvereeniging. Op 12 en 13 Februari willen ze vergaderen te Amsterdam. Prof. Bavinck zal voor hen optreden met een referaat over „Geloofen Wetenschap, " Prof. Valeton met hen handelen oven „het studentenleven in den dienst van Christus, " Ds* Adriani zal 't hebben over de wereldconferentie te Tokio, waar een jonge Gunning ons land hoopt te vertegenwoordigen. Onderscheidene andere sprekers uit Groningen, Utrecht en Amsterdam leiden nog onderwerpen in. Dr. Schouten besluit met een betoog over: de beteekenis der Voorbede.

Tegenover den grooten afval in de kringen der intelligentie is deze studentenvereeniging een bemoedigend en zeer te waardeeren teeken des tijds.

Ook wij verblijden ons van harte in deze dingen. De Nederlandsche Christelijke studentenvereeniging telt ook heel wat studenten van Gereformeerden huize onder hare leden. Ook dit verheugt ons Onze jongelieden mogen wel in aanraking komen met jonge menschen die aan de staatsuniversiteiten studeeren en die onder Christelijke vlag willen varen. Alle opsluiting in een eigen kringet e achten wij verkeerd. Hoe meer onze jongelieden in hun studententijd hun blik kunnen verbreeden, hoe beter.

Ook is het ons geen overwegend bezwaar, dat de N. C. S. V. als vereenigingspunt de Godheid van Christus gesteld heeft. Dit is wel ruim genomen, want strikt genomen, moest men de Roomsche studenten dan ook in de vereeniging opnemen; doch wij waardeeren de bedoeling, om zoo mogelijk allen die gerekend kunnen worden eene Christelijke levensrichtirg te volgen, te kunnen omvatten. Het moet er om te doen zijn, zoo velen mogelijk te behoeden voor de gevaren van het studentenleven aan de universiteiten, en zoovelen mogelijk voor een studentenleven in den dienst van Christus te winnen of te bewaren. Daarom laat de grondslag wat ruim zijn, oi laat het standpunt dat de vereeniging inneemt, min of meer zwevend zijn. Wij verheugen er ons in dat in Nederland een driehonderdtal studenten zich onder de banier van de belijdenis der Godheid van Christus lieten verzamelen. Straks hopen wij, die honderden in kerk, maatschappij en staat positiën te zien innemen, om krachtig te strijden voor den triomf der Christelijke beginselen.

Er is echter eene zaak hierbij die ons niet zonder zorg doet zijn. Wij bedoelen het orgaan der N. C. S. V. Dit zijn de „Berichten uitgegeven door het Utrechtsche Studenten-zendinggezelschap" Uw koninkrijk kome, " welke tevens dienen als orgaan voor de N. C. S. V. Waren d« „Berichten" gebleven als in den tijd toen wij nog te Utrecht studeerden - wij zouden er geheel vrede mede hebben. De redactie beijverde zich toen om „berichten" mede te deelen omtrent hetgeen er op het zendingsveld plaats had. Schrijver dezer, regelen heeft zijn betreurden vriend Ds. J. C. Reesse wel geholpen om die „berichten" saam te lezen uit verschillende binnen-en buitenlandsche bladen en tijdschriften.

In den, laatsten tijd is echter het karakter der „Berichten" geheel veranderd. Wij lazen althans in de laatste nummers geen enkele mededeeling omtrent hetgeen er gedaan werd om de uitbreiding van het Koninkrijk Gods onder Joden, Mohamedanen en Heidenen te bevorderen, maar wel daarentegen allerlei artikelen die ons met droefheid vervulden. Wij vonden daarin o. a. een artikel van Dr. Gerritsen uit 's-Hage, denzelfden die zich met Dr. Cramer homogeen heeft verklaard, terwijl deze de meening is toegedaan dat er eigenlijk omtrent de woorden en daden des Heeren in het N. T. niets bericht wordt waarvan wij zeker kunnen zijn. In dit artikel worden beschouwingen omtrent Gods Woord gegeven die een moderne kan onderschrijven. De hoogleeraar Dr. Valeton van Utrecht liet daarin een toespraak, voor zijne studenten gehouden, drukken, waarin wordt betoogd dat het aangrijpend hoofdstuk van Jesaia, wij bedoelen het 5 3ste, niet Messiaansch is in den zin waarin de gemeente des Heeren van alle eeuwen het verstaan heeft. Ook uit andere stukken blijkt zonneklaar, dat de „Berichten" van het Utrechtsche Studenten-Zendinggezelschap geworden zijn tot een propaganda-middel voor de ethische leer, vooral in zake de Heilige Schrift. En dit gaat door zonder protest van de zijde waarvan wij een protest zouden kunnen verwachten. Wij verhelen het niet, dat dit ons met zorg vervult. Wij meenden te mogen verwachten, dat althans iemand in de „Berichten" eens een toon had aangeslagen in den geest van Luther toen hij zong

„Das Wort Sie sollen lassen stahn Und kein Dank dazu haben." (Het Woord zult gij laten staan En geen gedachte daaraan toevoegen.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1907

De Heraut | 4 Pagina's