GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk. Ontslag van den bisschop van Tarentaise.

De paus doorleeft moeilijke dagen. De toestand van de Roomsche kerk in Frankrijk moet hem zeer veel zorg baren. Waren alle Fransche bisschoppen het onder elkander eens omtrent het wederstaan van de machtsoverschrijding, die de Fransche regeeting zich tegenover de kerk, zich heeft veroorloofd, dan kon men een sterke positie innemen. Doch dit blijkt niet het geval te zijn. Reeds drie bisschoppen verzochten hun ontslag als bisschop sedert de paus hun had opgelegd dat zij de associations cultuelles „die de wet op scheiding van kerk en staat voorschrijft, niet zouden oprichten. De laatste was de bisschop van Tarentaise Monseigneur Lacroix. Den i2den Oct. vroeg hij ontslag enden i7den Oct. had hij het. Hij beweerde dat zijn gezondheid en het klimaat vin Savoye hem bewogen heen te gaan, ddch dit schijnt slechts een voorwendsel. De bisschop had een association cultuelle gevormd, de paus dwong hem die te ontbinden en daarover bleef in zijn hart „diepe ongeneeslijke smart" hangen.

Bij zijn heengaan zond hij den priesters die onder hem gearbeid hadden, een schrijven, waarin hij deze waarschuwt voor den waan alsof de tijden ooit zouden wederkeeren, waarin de geloovige kudde hare vele herders blindelings vertrouwen zouden. „Deze tijden zijn voorbij en zullen in Frankrijk nooit weder terugkomen. Na de veranderingen die wij beleefd hebben, zal de priester niet meer enkel in den weg van het gezag zijn leer kunnen mededeelen. Een diepgaande verandering is in onze zeden gekomen. Men wil niet meer als kinderen, maar als mannen behandeld worden. Volgens een woord van den wijsgeer De Bonald leidt men de kinderen door de macht van het gezag, maar mannen laten zich door de macht van het verstand leiden. Daarom moet de priester zijn qualiteit als dienstknecht van God aanvullen door het aanzien en het prestige dat een goede opvoeding en een rechtschapen karakter verleent, welke tegenwoordig voor de eerste sociale deugd gehouden wordt". Daarbij behoort dan ook, dat de priester zich hoegenaamd niet met de politiek zal inlaten.

Men voorspelt dat het voorbeeld van den gewezen bisschop Lacroix door vele anderen zal gevolgd worden. De gewezen Karmelieter monnik Hyacinthe Loyson schreef dezer dagen een brief in Le Siècle, waarin hij de bisschoppen uitnoodigde eene kerk te verlaten „welke nooit van binnen uit hervormd kan worden", en over te gaan tot een van de kerken die van Rome onaihankelijk zijn, „waar vrijheid is om vrij te denken als mannen en te leven als Christenen, overeenkomstig den geest van het Evangelie". „Maar, " voegt hij er aan toe, „als enkelen van ons er de voorkeur aan geven om alleen te wonen, dan zijn wij niet alleen als God met ons is." Het komt ons voor, dat wanneer den heer Hyacinthe Loyson gevraagd werd, wat er dan gedaan moet worden met mannen, die niet met den geest van het Evangelie overeenstemmen, en toch in zulk een vrije kerk willen blijven, hij niet in staat zou zijn een steekhoudend antwoord te geven.

De Paus doorleeft moeilijke tijden. The Christian schreef naar aanleiding van den tegenstand die zich openbaart tegen de encycliek Pascendi: „Frankrijk en het beste deel van Italië en Duitschland zijn reeds praktisch voor Rome verloren. Spanje verandert snel zijne houding tegenover het Vaticaan en de onrust ie nu in de Roomsche wereld van Engeland evonden wordt, toont duidelijk dal Engelschen, l mogen zij ook het Roomsche ritueel aanangen, niet van plan zijn hunne hoofden in en strop te steken. Men behoeft geen profeet e zijn om te zien, dat ernstige veranderingen n de Roomsche wereld ophanden zijn. Men taat voor de quaestie : opstand of reformatie" ?

Wij zijn het met het Engelsche blad volstrekt iet eens. Toen door den Londenscben congre-J ationalistischen predikant Campbell allerlei oderne denkbeelden of leeringen werden vooresteld, was The Christian een van de organen ie met alle macht de alarmklok luidden. Nu chter de paus tegen het modernisme in zijn erk optreedt en daartegen een encycliek laat itgaan, nu neemt hetzelfde orgaan de partij op an hen die door de pauselijke encycliek woren veroordeeld. Hieruit blijkt dat het antiapisme sommigen menschen zoozeer in het bloed it, dat zij geen rechtmatig oordeel kunnen ellen.

Wat het gevaar aangaat waarin de Roomsche erk verkeert, zijn wij van oordeel dat het niet oo staat als The Christian het voorstelt. Deze erk doorleeft wel donkere dagen, doch als zij isschoppen en leden verliest die met moderisme vervuld zijn, zoodat zij de autoriteit der . Schrift loslaten, dan is dit geen verlies maar inst. Wat aan ledental verloren wordt, wint en aan inwendige kracht, als men heterogene estanddeelen uit een gemeenschap drijft of als en die ziet heengaan. Zij die om moderne enkbeelden door de Roomsche hiërarchie geëxommuniceerd worden, bezitten toch geen racht om eene nieuwe kerkformatie tot stand e brengen, en ai gelukt hun dit ook aanvanelijk, de macht om die in stand te houden, ntbreekt hun. Van deze waarheid is de kareliet Hyacinthe Loyson htt sprekend bewijs. iettegenstaande de uitnemende gave van welprekendheid waarover deze beschikt is het hem och niet gelukt gedurende een arbeid van meer an dertig jaar tegenover Rome een kerkforatie in het leven te roepen die eenige kracht penbaart. Hij is, nadat hij met Rome brak, van et een tot het ander gekomen, en tegenwoorig is hij te rekenen tot de aanhangers van et modernisme dat door den paus veroordeeld ordt. Met louter negatieve denkbeelden kan en geen Kerk stichten.

N.-Amerika. Een brief uit Seattle. Ons werd het volgende schrijven toegezonden, at wij onzen lezers niet willen onthouden.

In de Heraut van 4 Aug. lees ik, dat een apanneesche Jongel. Vereen, te Seattle van voornemen is, aldaar een Buddhistischen tempel te bouwen voor de som van 15000 dollars.

Vergun mij naar aanleiding van dit bericht op te merken, dat men met een „temple" hier gewoonlijk een Vereenigingsgebouw bedoelt.

Zoo hebben we hier b.v. een Labor-temple, waarin de werkliedenunions of vereenigingen hunne kantoren en vergaderzalen hebben.

Zulk een vereenigingsgebouw zullen de Japanneezen ook willen bouwen, evenals de Young Men Christian Association thans een groot vereenigingsgebouw in aanbouw heeft.

In Holland vindt men deze wijze van werken minder goed voor de Jongelingsvereeniging — de toestanden zijn daar echter ook anders. Onlangs merkte Rev. M. A. Matthews, pastor van de first presbyterian Church op, dat in Seattle niet minder dan 10.000 jongemannen zijn, die geen te huis hebben. Ze huren een kamer, eten in een restaurant en loopen's avonds meestal op straat. Vandaar dat de Jongelingsvereenigingen evenals de Presbyteriaansche Kerk eveneens trachten in dat gemis te voorzien. Ook Japanneesche jongelieden vindt men hier heel wat. Is het nu hun euvel te duiden, dat ook zij pogingen in het werk stellen om hun jonge mannen datzelfde te geven, en tevens trachten om zoowel de ouderen als de jongeren niet verloren te laten gaan voor wat zij noemen „hun godsdienst"?

Op het terrein van „inwendige zending" is er tegenwoordig te Seattle groote bedrijvigheid. In eeü straat, ongeveer 5 minuten van mijne woning, vindt men eiken avond vier of vijf verschillende openluchtsamenkomsten, elk gemiddeld 8 a 12 mannen en vrouwen tellend. Afwisselend worden toespraken gehouden en liederen gezongen, begeleid door orgel of ander instrument. Natuurlijk vindt men er ook een afdeeling van het Leger des Heils, of eigenlijk wel twee, n.l. één Engelsch en één-Scandinavisch sprekende. Bij de Engelsche afdeeling is ook een Hollander, die nu en dan in 't Hollandsch het woord voert, óók omdat hij de Engelsche taal nog niet machtig is. Onlangs zag ik ook een Chinees het woord voeren in zulk een straatmeeting.

Aandoenlijk en beschamend voor menig blanke is ook, wat men in het Japanneesche deel dier straat soms aanschouwt. Nu en dan ziet men daar een groep van circa 12 jonge japanneezen, waaronder ook een paar vrouwen en meisjes. Zij behooren tot de Japanneesche afdeeling der Presbyteriaansche Kerk en brengen in hun eigen taal het Evangelie aan hunne stamgenooten, daarbij ter afwisseling, of eigenlijk, dat woord is niet juist, laat ik liever zeggen ter eere Gods, liederen zingend.

De openluchtsamenkomsten zijn echter maar een deel van den arbeid dezer missions; ze hebben in de nabijheid vergaderlokalen, waar de op straat aangevangen meeting wordt voortgezet. Steeds vinden ze een goed gehoor, zoowel op straat als in hunne lokalen. Zooals ik reeds opmerkte, schatte onze leeraar Rev. A, M. Matthews, het aantal jongemannen zonder tehuis in deze stad op circa tienduizend.

Dit getal wordt echter telkens vermeerderd door tal van werklui die een geruimen tijd in de bosschen of elders buiten de stad gewerkt hebben en nu een poos in de stad komen om het overgespaarde geld op te maken. Toestanden zooals hier vindt men in elke stad van eenigen omvang. Evenwel in de steden aan de Pacifickust vindt men meer jonge mannen of mannen die hunne gezinnen vooruitgereisd zijn dan elders, uitgezonderd New-York en Chicago. Er is tegenwoordig een opschuiving van het Oosten naar het Westen en Noord-Westen van Amerika. Door den grooten toevoer van landverhuizers van uit New-York wordt het er in de Oostelijke Staten niet beter op. De oudere bewoners dezer Staten, ik bedoel hiermee dezulken die hier öf geboren öf reeds jaren zijn, trekken allengs meer naar het Westen, naar „the golden West", waar de loonen veel hooger zijn dan ginds. Vergun mij nog dit op te merken.

Men zegt in Holland dikwijls: „Amerika is zoo groot, het heeft nog plaats voor milioenen of althans voor honderdduizenden werklui, " Dit geldt echter naar mijn overtuiging alleen vöór veldarbeiders of voor werklui in bosschen, mijnen of bij aanleg van kanalen en spoorwegen, 'Voor dezen is er nog steeds meer aanvraag dan aanbod van werkkrachten. Dit geldt echter volstrekt niet van ambachtslui. Dezen heeft Amerika genoeg, vooral ook, omdat evenals in Holland er steeds een trek van het platteland naar de steden is, waar menig veldarbeider een ambacht ter hand neemt.

Wanneer men dit in overweging neemt, is het te verstaan, dat men aan de Pacific-kust niet zeer ingenomen is met emigratie van Japanneezen of Hindo's, temeer waar dezen gewoonlijk voor lager loon werken en zoogoed als niets laten verdienen aan Amerikanen. In Californië zijn thans ongeveer een half millioen apanneezen, en dat is genoeg, zegt men daar. Chineezen komen er haast niet meer bij, hetgeen voornamelijk te wijten zal zijn aan de 500 dollars, welke per hoofd betaald moet voor eiken ingevoerden Chinees, Een Chinees is overigens ook niet een begeerlijk concurrent voor den Amerikaanschen werkman. Een gewone werkdag is hier 8 uur per dag. Komt ge echter 's morgens om 6 a 6I/2 uur langs een Chineesche waschen strijkinrichting (een laundry) dan is men daar reeds aan 't werk, en 's avonds om 10 uur zijn ze nog bezig; ook werken ze des Zondags

WlNCKKL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's