GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Anarchistische toestand van de landskerk van Baden.

De Opperkerkeraad der Evangelische landskerk van Baden, al is hij niet wat men in Duitschland „positief" noemt, is toch vervuld met zorg over de ontwikkeling der kerkelijke toestanden. Hij klaagt er over, dat niet het minst bij de predikanten een streven gevonden wordt om het gezag te niet te doen en de orde te verstoren. Daarom werden de predikanten vermaand zich aan de tucht der gehoorzaamheid te onderwerpen, door zich willig te voegen, ook wanneer men meent dat de bestaande orde de persoonlijke behoefte aan vrijheid meer dan lief is beperkt. Dat dit moest uitgesproken worden, heeft men op velerlei wijzen uitgelokt. De ordeningen omtrent het gebruik der pericopen, het afnemen van belijdenis, het leiden der Godsdienstoefeningen, het bedienen der sacramenten, worden op zijde gezet. En het kerkbestuur verstaat niet, hoe men zulk doen in overeenstemming brengt met de belofte, die gedaan werd bij de aanvaarding van het ambt. Met allen nadruk wordt er daarom op gewezen, dat geen predikant bevoegd is van de gegeven voorschriften af te wijken zoolang deze geldig zijn.

Maar vele moderne predikanten hebben het kerkbestuur te verstaan gegeven, dat zij zich aan vermaan niet wenschen te onderwerpen. Een hunner schreef o. a. in de Frkf. Ztg., dat sedert lang liberale predikanten met het oog op hun geweten en op dat hunner gemeenteleden zich bij het gebruik der formulieren vrijheden veroorloven; ook bij het gebruik der 12 artikelen doen zij dit, daar het voorlezen van die artikelen in den voorgeschreven vorm door velen voor een druk op hun eeweten of als een onoprechtheid tegenover '%e gemeenteleden gehouden wordt.

In het Ev. Prot. Kirchenbatt schreef een predikant, dat de vrijheid door sommige der ongere predikanten in zekere mate misbruikt werd, maar de oudere leeraars moeten het recht ebben over andere teksten te preeken dan voorgeschreven is, voorgeschreven gebeden niet e doen, den doop en bevestigingsplechtigheid „vrij" te verrichten, wanneer daartoe een subectieve „inwendige drang" aanwezig is. Waarom eemt men andere teksten? Wijl wij over vele eksten niet kunnen prediken. Zij liggen te ver van ons persoonlijk religieus lev«a en van et denken der gemeente. Wij hebben onzen besten tijd noodig om den moeitevoUen arbeid e verrichten, een brug te bouwen over de kloof, ie ons denken van dat van een Paulus op ele punten scheidt." Waarom houdt men ndere gebeden dan die door de formulieren oorgeschreven zijn? „Omdat het gebed zoowel ls de prediking uitdrukking van inwendige rvaring en van eigen overtuiging zijn moet".... Hoe meer wij de vreugde en zorgen op den oop-en bevestigingsdag mede doorleven, des e meer staan wij vrij tegenover het formulier; ij gebruiken het formulier als een leiddraad, aarin wij echter ons eigen leven leggen.”

Wat de herinnering aan de belofte die men flegde bij het in dienst treden van de kerk, etreft, zegt dezelfde moderne predikant: „Wij aren jonge menschen toen wij dit beloofden. ij hebben de letters en woorden van die elofte zeer zwaar opgenomen. Maar van lieverlede emerkten wij de tweespalt tusschen de woorelijke beteekenis dier gelofte en de overtuiging, aartoe de geestelijke machten van onze Evanelische kerk ons ophief, en nu ontstond er en conflict, waardoor wij vragen moesten: ien zijn wij meer gehoorzaamheid schuldig, e letter der belofte en de daarmede saamangende vormen, inrichtingen, voorschriften nzer kerk, of den God in ons geweten? Wij evoelen de bestaande spanning, zij doet ons ijnlijk aan." Daarom doet de Opperkerkeraad erkeerd, wanneer bij de liberale predikanten en defect in het geweten verwijt, daar zij toch oo eerlijk en waar gestreden hebben en beeerscht worden door het geloof uit een goed eweten te verzekeren".

Deze moderne predikant ziet niet in, dat als ij de vrijheid neemt de formulieren enz. te eranderen, de gemeente van hare vrijheid eroofd wordt en afhankelijk gemaakt van etgeen heeren predikanten als resultaat van un denken haar willen opdisschen. Het teekent ok den toestand in de landskerk van Baden, at wanneer de Opperkerkeraad een schrijven oet uitgaan om te herinneren aan hetgeen de redikanten op zich genomen hebben te doen, aarop de predikanten het uitspreken, „wij toren er ons niet aan." Geen wonder dat men an het „kerkelijk anarchinne" in Baden spreekt.

Frankrijk. Toestand det Roomsche Kerk in Pat ijs. Bene Roomsche yereeniging tot verbreiding van Gods Woord.

De Roomsche Kerk in Frankrijk heeft een swaren strijd. Het Fransche volk keert zich steeds meer van God en Zijn dienst af, en al de ontzettende ellenden die veroorzaakt worden door het ongeloof, dat vooral in Frankrijk de revolutie op elk terrein des levens tot gevolg blijkt te hebben, konden de Franschen niet tot inkeer brengen. Al neemt het geboortecijfer steeds af, en het sterftecijfer toe, al dreigt de eene groote werkstaking na de andere, al groeit het aantal „Apachen" die Parijs en de groote steden onveilig maken steeds aan; men denkt er nog niet aan zich zelven te herzien. Het Clericalisme blijft de vijand voor de overgroote meerderheid van het Fransche volk, en onder die leuze wordt alles gedaan wat mogelijk is, om de natie te ontkerstenen.

Wij kunnen daardoor niet zeggen, dat er in Frankrijk een kentering ten goede te bespeuren valt. Bij de jongste verkiezingen hebben de Roomschgezinden weer eenige zetels minder in de Kamer van afgevaardigden gekregen; de socialisten en radicalen behaalden opnieuw eene groote overwinning. Men had dit in Roomsche kringen anders verwacht, en de jongste gebeurtenissen in Frankrijk had ook de hoop doen koesteren, dat men eindelijk eens zou gaan inzien, dat de beginselen die thans in Frankrijk den boventoon hebben, land en volk ten verderve voeren.

De Roomsche Kerk in Parijs, dat niet alleen de hoofdstad, maar'^et hart van Frankrijk is, is in ongunstige positie en kan daarom geen groote kracht ontwikkelen. Geen groote stad waar, in verhouding tot de bevolking, zoo weinig kerken gevonden worden, als te Parijs.

Ten deelc is dit te wijten aan het concordaat, dat honderd jaar in Frankrijk bestaan heeft en eerst vijf jaar geleden werd afgeschaft; dit concordaat maakte het bouwen van nieuwe kerken en het stichten van nieuwe pastoors plaatsen zeec moeilijk. Parijs heeft op ee Roomsche bevolking van 2, 700, 000 slechts 74 parochiën di-i door 538 geestelijken gediend worden; dit '\% voor 37, 000 zielen één kerk en één priester op 5000 menschenl In Lyon en in de steden van België vindt men één priester op de 2500 zielen. In Londen is er op 500 Roomschen een priester.

Tot eere van de Roomschgezinden te Parijs moet echter gezegd worden, dat zij ijverig de hand aan den ploeg geslagen hebben, om in de behoefte aan kerken te voorzien. Sedert 1907 werden twaalf nieuwe kerken of kapellen gebouwd, en weldra zullen er nog twee verrijzen. Maar als er honderd gebouwd werden, deed men nog geen overbodig werk. Tot hiertoe bleek de offsrvaardigheid van de Roomschgezinden te Parijs groot te zijn. Een hunner schonk 3 HJÜlioen francs, een ander 300, 000. Velen geven eene jaarlijksche hijdrage van 2400 of van 1300 francs, omdat met die som het tractement van een pastoor of de helft daarvan betaald wordt. Het streven van den aartsbisv schop Amette is niet, groote kerken te bouwen, maar in vo krijke tcwartieren kleine kapellen te stichten. Er werd eene vereeniging opgericht welke dit doel nastreeft. De grootste moeilijkheid is om voor de nieuw gestichte parochiën geestelijken aan te stellen. Want het aantal seminaristen, die voor den dienst der Roomsche Kerk opgeleid worden, is, sedert de scheiding van Kerk et Staat, verminderd. De aartsbisschop meent, dat als er meer propaganda onder de arbeidersbevolking gedreven wordt, men ee verwachten kïn dat door jongelieden de priesterlijke loopbaau zal gekozen worden, dan wanneer men onder de boerenzonen daarvoor werft.

Het is eec goed teeken, dat er in Frankrijk nu door Roomschgezinden een „Vereeniging tot verbreidisg van Gods Woord" gesticht is.

Door een Roomsch blaü wordt omtrent het streven dier vereeniging gezegd: „Het is be treurenswaardig, dat sedert eeuwen de Bijbel niet meer gelezen wordt. Wij moeten tot he Evangelie te: ugkeerenl Waarom zou het in d scholen niet gelezen worden? Ware het niet nuttig, wanneer bij de mis het Evangelie van den Zondag kort uitgelegd werd"? Wanneer wij willen, dat in de hartenv«n het opkomend geslacht de leer van Jezus indringt, dan zal dit niet gelukken met onbeteekenende stichtelijke oefeningen, maar alleen door het Evangelie, H^t is toch het boek des levens dat

alleen leven scheppen kan 1" Het is te hopen dat deze vereeniging niet hetzelfde lot zal treffen, als de Italiaansche Hieronymusvereeniging, die ook de verbreiding van Gods Woord ten doel had, maar na een kort bestaan opgeheven werd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 juli 1910

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 juli 1910

De Heraut | 2 Pagina's