GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. LAMMERT, J. HULST, Dienaar des Woords bij de Kerken der Afscheiding in Nederland, van 1849 tot 1874, en wel te Birdaard, Ferwerd en Stadskanaal, en daarna in Noord-Amerika te Danforth, Grand Rapids - en Eastmanville. DR IK EN ZESTIG JAREN PREDIKER. GEDENK­ SCHRIFTEN. Kampen — J. H. Kok —-1913.

II.

In het vorig artikel heb ik - in het licht trachten te stellen het belang dezer gedenkschriften voor de historie der Gereformeerde kerken, bepaaldelijk der CHRISTELIJKE GE­ REFORMEERDE, zoo in NEDERLAND als in AMERIKA.

In dit wil ik trachten hun belang in het licht te stellen voor de kennis van het menschelijk zieleleven in het algemeen, voor die van het geestelijk leven in het bijzonder.

Ds. HULST, die deze gedenkschriften, op de laatste vier bladzijden na, schreef toen hij nog predikant te EASTMANVILLE was, noemt ze zelf ^kijkjes op de afgelegde levensbaan" en hij kan die kijkjes vrijmoedig geven want zegt hij, »voor groote bokken" heeft de Genade Gods mij bewaard" p. 25.

Dan, het is meer dan een bioskpop-vertooning. Zij toch geven ons niet maar den kijk öp een netjes over 'n weg wandelenden mensch, maar ook in dien mensch, in de ziel van den mensch LAMMERT HULST.

In die ziel, verbonden met dat krachtig, kern-gezonde levende lichaam dat hij van zijn boereouders heeft en dat, opgegroeid „op den buiten", krachtig blijft ook in de latere jaren, 'n Lichaam van bel-homme. De menschen zeiden : „als gij een mooien dominee wilt zien, moet gij naar BIRDAARD gaan" (p. 52)'.

En in dat echte mannelijf zien wij die ziel dan als 'n echte manneziel. 'n Ziel met rijk

gemoedsleven, doch zonder ook maar een zweem van dat d< r vrouw hetwelk zich door zijn grootere intensiteit maar al te vaak verloopt in overgevoeligheid en in op-eerste-indrukkenafgaan.

En wij zien deze echt mannelijke ziel gedisponeerd tot wel snel-opkomend, maar toch langzaam verloopend gemoedsbeweeg. Sprekend van zijn vrouw zegt hij : „Zij was doorgaans aan den zwaarmoedigen kant en ik aan de opgeruimde zij" (p. 41). Bij dit gelukkig temperament zoo saamhangend met zijn lichamelijke gesteldheid, vermocht zijn ziel meest haar evenwicht te bewaren.

En bij dit alles is "hij in z'n ziel 'n NEDER­ LANDER.

Hij laat zich met zijn gedenkschriften in z'n ziel kijken, en dan zien wij hem in den loop 'der jaren dat vaste karakter verwerven, dat, wijl het vrij is van wat iemand eens genoemd heeft: „de valsche krachtigheid der persoonlijkheid, " — naar een, als dispositie, aangeboren goed karakter heenwijst. Hij weet wat hij wil en hij wil wat hij weet, en is toch geen eigenzinnige en eigenwillige. Wij zien hem in den loop der jaren zich zijn verstandswerkzaamheid ontwikkelen, doch meer in de richting van het handelen., dan wel in die van het beschouwen^ van het denkendbeschouwen der dingen in hun laatste gronden en oorzaken. Laat mij, er bijvoegen, dat.voor dit laatste de omstandigheden hem ook niet gunstig zijn geweest.

En eindelijk zien wij, bij al dat als van huisuit meegebrachte en later zelf verworvene, in zijn ziel ook nog iets anders.

Ook zóo reeds is hij anders dan vele anderen.

Maar zóo zijn er meer.

Doch wat hem onder soortgelijke menschen als hij, toch weer tot méér maakt dan een exemplaar van dat soort is dat »nog iets anders", dan al déze verbijzonderingen. Het is dat heel bijzondere, hèm alleen eigene, dat wat men noemt het mysterie der persoonlijkheid of wilt gij der individualiteit. «Mysterie", omdat het zoo-zijn van ieder mensch, hetwelk z'n anders-zijn dan alle anderen is, als een stempel is dat, naar zijn essentie, van eeuwigheid in Gods Raad Hgt en naar zijn existentie door Zijn voorzienig Bestel in den tijd wordt verwerkelijkt.

Dit persoonlijke of individueele, dit karakteristieke of van-eigen-stempel-zijn, komt ook uit in zijn geestelijk leven. In dat »leven uit de tweede geboorte, dat niet gemeen is dan alleen de uitverkorenen Gods«, zooals onze Belijdenis in Artikel 35 zegt. Dat toch hij. LAMMERT HUI.ST, dit leven door God, —ook bij hem »zonder hem in hem gewerkt* .— deelachtig is, doet de kijk in zijn ziel, dien zijn gedenkschriften gunnen, u óok zien.

Reeds nog als jong kind, maar zonder dat hij er zich van bewust is, ontkiemt het onder den koesterenden invloed zijner mystiek-vrome omgeving. »Kennis van de eerste beginselen der Goddelijke waarheden werden ons al vroeg ingeprent, doch aan breede ontwikkeling viel niet te denken. Wij hoorden dagelijks over God en Zijnen dienst spreken eu ik was nog zeer jong toen ik somwijlen met ernst bad om bekeering, ofschoon ik nog niet begreep waarin die bekeering bestond», schrijft hij op p. 27.

In zijn verdere ontplooiing stijgt dit, eerst hèm nog onbewuste nieuwe leven dan al meer óp en overschrijdt den dorpel van zijn bewustzijn en dat in den tijd waarin hij van knaap tot jongehng wordt. > Van mijn 12—16 jaar begonnen die werkzaamheden steeds te vermeerderen», zoo staat er op pag. 27 vlak na het zoo even aangehaalde. Toch komt het eerst tegen het einde van zijn 16e jaar tot wat hij zijn «verandering" of bekeering noemt. Eigenaardig en goed verklaarbaar uit zijn lichamelijke gesteldheid is, dat daartoe de stoot van buiten bij hem, niét als bij vele anderen, het memento iiiori, maar het memento vipere was.

Jn den winter tusschen zijn 15e en-16e jaar had een van zijn oudere broers tot hem gezegd: „Ja, men moest Gods wil méér volbrengen, want in dien weg is alleen heil te wachten".

Dat woord gaf den stoot.

Deze, hem door zijn broer bijgebrachte gedachte laat hem niet los.

„Ik had, " zoo lees ik - weer op p. 27, „tot zoover het oog gehad op den dood en de eeuwigheid ; maar dit deed mij denken, dat ik God voor het leven zoowel tot mijn Leidsman noodig had, als in de ure des doods, " en dan eenige regels verder : „Dat gaf een groote verandering; want van den dood voelde ik nog geen .spoor, en alzoo werd ik niet oogenblikkelijk gedrongen; maar het leven omringde mij onafgebroken en het was steeds; Waak, opdat gij niet in verzoeking komt."

Na deze eerste bekeering volgt echter op het einde der eerste en tot in het begin van zijn tweede jongelingsperiode een crisis van vier jaar.

Van zijn 16de tot zijn 20ste jaar is hij schaapherder.

Zoowel Zondags als in de week moet hij dit bedrijf uitoefenen, maar is daardoor dan ook »van den omgang der vromen en de openbare bediening des Woords afgesloten." Daar kwam bij, dat hij dagelijks omgang kreeg met jongens van zijn jaren, die vrolijk en wel, doch van allen Godsdienst vreemd waren. (p. 28).

Voor hem, den opgeruimde, een op zichzelf zeker aanlokkelijk verkeer en waartoe hij des te eer neigde, toen, zooals hij zelf zegt: »zijn omgang met God van stonde aan zijn voedsel miste". j

Maar toen kwam dan ook de tijd van »verachtering in de Genade", van „kwijning in zijn geestelijk leven".

Zijn bidden wordt al minder en nog vóór er vier jaar om zijn, bidt hij nooit meer.

Wel beschuldigt hem zijn geweten en veroordeelt hij zich zelf, »maar ik vond het", zoo schrijft hij, »zeer slecht, om zonder God te leven en dan toch in het gebed zijn hulp en \'ergeving te vragen.

Dit laatste nu was zeker mis.

'n Nawerking niét van de mystieke vroomheid zelf waarin hij was opgevoed, maar van de eenzijdigheid waarin de mystiek allicht kan verloopen. De mystiek wordt dan mysticisme, doordat zij vergeet, dat de religie niet maar alléén een zaak van het gevoel is.

Het gevoel is zeker een onmisbaar element in het religieuse zieleleven, maar het gevoel, ook het religieus gevoel, is als de klankbodem in een muziekinstrument, waaruit niets opklinkt wanneer de toetsen niet worden aangeraakt. Wie in diepen slaap ligt of onder narcose is, - i'oelt niets doordat hij niets gnvaar-wordt, want alleen 'n gewaarwording vermag 'n gevoel te doen optrillen.

Niet anders is het met het religieus gevoel. Dit, in vrouwelijke overgevoeligheid, te vergeten, verbastert de echte mystiek of het genieten der ziel in haar verborgen omgang met God', tot valsche mystiek of mysticisme.

Te verwonderen was het dan ook niet, dat toen LAMMÜRT HULSÏ, na vier jaren «afgesloten te zijn geweest van den omgang der vromen en de openbare bediening des Woords* — den verborgen omgang met zijn God miste.

Als hij 20 jaar is geeft hij 6p zijn schaapherdersbedrijf, dat hem, zooals hij schrijft, „van zijn omgang met God had afgetrokken*.

Hij verhuurt zich als knecht bij een Afgegescheiden boer. In de eerste weken blijft zijn geestelijke toestand alsdan nog onveranderd.

Nóg kan hij niet bidden.

Hij spreekt in zijn omgeving alleen als hij wat moet antwoorden.

Hij lijdt onder de dwang-voorstelling, dat God hem heeft verlaten.

In zijn nieuwe omgeving zijn ze bang, dat hij zichzelf van het leven zal berooven.

Toen is het op een Zondag, «onder het lezen der boerin in SCHORÏINGHUIS", gebeurd, dat de snaren zijner ziel, voor het eerst, na vier lange jaren weer werden getokkeld, »en" schrijft hij • «ik gevoelde toen een drang om mij tot God te wenden" en die drang, sterker dan al wat er ook toen nog, in zijn ziel tegen inging, zette door. «Ik stond op, zocht een verborgen pladts en het gelukte mij, mijn hangen boezem uittestorten voor de Heere".

«Dat gaf een heele verruiming".

Hij voelde zich weer terug in de mystieke vroomheid waarin hij was opgevoed.

Van zijn verder geestelijk leven, van hoe hij daarna predikant werd en van den keer in zijn theologisch denken waardoor hij, wel niet met zijn hart, maar toch met zijn hoofd, tot 'n eenzijdige objectivist werd, — een volgend maal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1914

De Heraut | 4 Pagina's