Buitenland.
Engeland.
Hoever hetRitualisme gaat.
In de Engelsche Episcopaalsche Kerk bestaat eene vereeniging, de English Church Union genaamd, die rechtstreeks op terugkeer tot de kerk van Rome aanstuurt, al wordt dit ook door sommigen ontkend. Dezer dagen hield deze vereeniging hare jaarvergadering, waarop liet programma van een «Forward Movement" werd uiteengezet. De voorzitter sprak bij die gelegenheid : „Laat ons eene verklaring geven van den weg, dien wij denken te bewandelen" en ontwikkelde daarbij de volgende punten :
1. Bewaring en Tentoonstelling van het gezegend Sacrament.
2. Herstelling van aanroeping van de Heilige Maagd bij de openbare Godsdienstoefeningen.
3. Het recht om ia plaats van de mis in de moedertaal de Latijnsche mis te stellen, of vrijheid om af te wijken van het Book of Common Prayer, zoodat het meer geschikt is voor Katholiek gebruik en meer gaat overeenstemmen met de Westersche Liturgie.
4. Herstelling van orders die contemplatie ten doel hebben.
5. De ongehuwde staat voor de priesters..
6. Vrij en onbevreesd aansturen op eene herstelling van onze betrekking met den ApostoHschen Stoel.
Alleen het vijfde punt vond geen onverdeelde toejuiching; daarentegen werd het tweede en het zesde punt met applaus begroet. Wij weten nu wat de voorhoede van de E. C. U. in het schild voert; of Hever wij wisten dat reeds lang, doch nog nooit is door de uiterste Rituahsten zoo duidelijk uitgesproken wat zij in het schild voeren, als de voorzitter van genoemde vereeniging het thans gedaan heeft.
Frankryk.
Een ommekeer.
De Fransche republiek had geheel met God gebroken, zelfs op den rand der muntstukken mocht niet meer staan: «Dieu protégé la France" (God bescherme Frankrijk). Een der P'ransche ministers, met name Viviani, sprak het openlijk in de volksvertegenwoordiging uit, dat de lichten des hemels uitgebluscht waren. De geestelijke orde werden van den Franschen bodem verdreven. In de hospitalen mochten geen Roomsche liefde-zusters meer dienst doen; leeken-verpleegstêrs moesten haar vervangen.
En wat vernemen wij tegenwoordig? Dat de kerken in Parijs Zondag op Zondag tot den nok tóe gevuld zijn met menschen, die door den nood en de ellende, door den oorlog veroorzaakt, hun troost gaan zoeken in de religie. Het is een verschijnsel dat meer waargenomen is. In tijden van nood, wanneer bijv. de cholera de menschen bij duizenden wegmaait, gaan zij, die den weg naar de kerk verleerd hadden, weder naar het bedehuis. Zoo is het ook in Frankrijk. Zelfs de regeering, anders zoo anticlericaal of liever zoo anti-Godsdienstig mogelijk, is vart gedragslijn veranderd. De verdreven kloosterorden mochten weer terugkeeren. Er werden geestelijke verzorgers voor leger en vloot aangesteld. In menig Fransch tijdschrift wordt een toon aangeslagen waaruit blijkt, dat men gevoelt dat het gebed niet kan gemist worden. Wij vreezen dat, wanneer de nood voorbij is, ook de beweging die thans de menigte naar de kerk drijft, zal luwen. Maar dit neemt niet weg dat wij kunnen hopen en bidden, dat de Heihge
Geest door de sprake, die in deze dagen door den oorlog ook tot het Fransche volk korat, iets blijvends zal werken, waardoor de verwoestende werking van de Godloochening zoo niet overwonnen, dan toch ingetoomd wordt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1915
De Heraut | 4 Pagina's