GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. KL.WERVIER. Bloemlezing uil Kiiulerlectuur. 'Een' - sïrie • - JLeerboeken 'voor-de ChrisLelij: ke School door K. VAN ÜEN BERG, M. 'T HOOKT, 'A. OOSTERWIJK en A. 1. RIETVELD. Geïllustreerd door Frans van Noorden e. a. Achtste en Negende deeltje. Utrecht — Kemink & Zoon —• Over den Dom. 1915.

'n Tijd geleden mocht ik hier bespreken het, ten vorigen jare bij P. NOORDHOFF te GRONIN­ GEN verschenen, NEDERLANDSCH LEESBOEK voor de Christelijke Scholen door D. WOUTERS en F. ANDRÉ.

In dit jaar wordt bij KEMINK & ZOON te UTRECHT uitgegeven: een serie „Leesboeken voor de Christelijke School", door de heeren hoofden van Christelijke Scholen, wier namen ik hier boven afschreef en die, omdat zij met hun vieren deze serie samenstellen, aan een klaverblad met vier blaadjes hebben gedacht, hün reeks : KLAVËRVIER betitelden.

'n Firma : als KEMINK & ZOON weet, op het stuk van zakèn-doen, wel wat haar al of niét past. Ik mag dus veronderstellen, dat zij er, zoo pas na de onderneming van NOORDHOFF, wijselijk voor gepast zou hebben te richten tot de heeren : VAN DEN BERG te AMSTERDAM, 'T HOOFT te DRIEBERGEN, OOSTERWIJK te 'S-GRAVENHAGE en RIETVELD te ISIIJMEGEN, zooals deze in hun VOORBERICHT medèdeelen: „de vèreerende uitnoódiging, voor de Christelijke Scholen een stel leesboeken samen te stellen", — indien zij ook van h^ar uitgave ëener dergelijke serie geen mercantiel voordeel zou verwachten.

Zaken zij nu eenmjial zaken.

Mede op grond van de zooeven genoemde onderstelling, oftewel hypothese, komt het mij in hooge niate waarschijnlijk voor, dat het met de leesboeken vóór de christelijke Scholen een nieuwen koers neemt. En dat niet alleen met die voor de christelijke, maar ook voor de openbare scholen.

De samenstellers van KLAVËRVIER vertellen toch ook in hun VOORBERICHT, , dat de vèreerende uitnoodiging bepaaldelijk inhield : „een stel leesboeken samen te stallen in denzelfden trant als die van MOLS en VAN. STRIEN en VAN BLINK voor 't openbaar onderwijs".

Óver dezen nieuwen koers kan ik mij niet anders dan verheugen, wijl de bedoehng er mee is, zooals mij bleek, door middel van het lee^oek te bereiken, dat ten onzent het schoolkind wat smaak krijgt voor letterkunst, "

_ Of dat met de leesboeken der.oudere richting niet best ging, kan ik, die in deze materie geen vak-man ben, niet besUssen.

Maax 't zal wel zoo wezen.

'n Betrekkelijk zoo groot aantal schoolhoofden van liaam zou anders niet in een nieuwe richting sturen. En heb ik niet, voor een paar jaar te ANTWERPEN, een elegante en kunstzinnige congres-vrouw uit' HOLLAND, toen' zij het oVer „Verzen" had, allerbehoorlijkst hooren klagen over de artistiek-zoo-èrg-minderwaardige versjes, die haar kind op school moest leeren ?

Dat nu de nieuwe richting zoekt .te-bereiken wat ik zoo straks noemde, bleek mij èn uit wat de heeren WOUTERS en ANDRÉ in het VOOIIBE-RICHT bij hun serie schreven èn, zoowel uit het VOORBERICHT van KL.WERVIER, als uit een gesprek dat ik met één hunner had.

Het ligt voor & t hand, tusschen deze twee series van „leesboeken voor de .christelijke school" een vergelijking te maken,

Maar, ' zooals men meer wat voor-de4iand ligt, bij nader bezinning, toch niet doet, zoo gaat het ook hier. .

ImmerSj de twee' series . zijn wel van één zelfde genus, niaar tusschen beiden is'toch een specifiek' verschil, -

En dat zit 'm hierin.

Beiden geven een bloemlezing, maar terwijl de vetzanieling van uitgelez'en proza-"eïi dichtstukken, die WOUTERS en ANDRÉ bieden, ontnomen is aan heel de Nederlandsche belletrie, is die welke KLAVEEVIER biedt, uitsluitend ont nomen aan „Kinderlectuur". Dat had KEMINK & ZOON bij de vèreerende uitnoodiging, blykens het VOORBERICHT, zoo gevraagd en KLAVËRVIER heeft zich daaraan dan ook gehouden.

Dè critiek heeft dus, om billijk te zijn, met dit specifiek Verschil te rekenen.

Daarbij komt nog iets.

Van WOUTERS en ANDRÉ, of liever van NOORDHOFF kregen wij de XII deeltjes en daarmee heel hun NEDERLANDSCH LEESBOEK op eens, maar KEMINK & ZOON zond ons van de serie van KLAVËRVIER slechts deeltje VIII en IX.

Dit zit 'm nu \yeer zóó.

KLAVËRVIER vat de taak lang.niet licht op.

In het VOORBERICHT spreken de heeren van hun „nauwgezetheid" en „angstvalligheid". Als ik het nu goed begrepen heb, dan zijn zij met df keuze der leesstukken gereed, maar nog niet met die der plaatjes, welke in of boven die lecs-stukken moeten komen; althans wat betreft deel I—VII en deel X en XI.

Waar uitgever en samensteller echter gemeend hebben met deel VIII en IX maar vast voor den dag te moeten komen, wil ik, onder voorbehoud van een nadere beoordeeling van dit leesboek, bij toezending van de rest, over deze twee deeltjes, waarvan VIII bestemd is voor het 5e en IX voor het 6e leerjaar, gaarne mijn oordeel uitspreken.

En dan was al mijn éérste indruk, dat KLA­ VËRVIER met deze twee deeltjes metterdaad veel kans heeft te bereiken, wat de nieuwe richting bedoelt. .

Ook in „Kinderlectuur" zit wel belletrie, en daarvan hebben de vier heeren met gelukkige hand gegrepen en in deze twee deeltjes van hun serie onder-dak gebracht.

Deze met zorg gekozen proza-stukjes en ver.'sjes kunnen zeker bij kinderen smaak wekken voor wat men „fraaie letteren" noemt. En ik hel) het niet bij een eersten indruk gelaten, maar omdat ik deze uitgave voor onze volksopvoeding lang geen overbodig werk en, met het oog op de ideëele cultuur van ons volk, een mij zeer verblijdende onderneming acht, de moeite gegeven ^deze; twee deeltjes nauwkeurig te lezen. Rn nu ben ik het niet alleen goed eens met KLAVËRVIER als zij schrijven: „Wij hebben alles geweerd wat naar onwaarheid en önnatuurhjkheid zweemt", maar het dunkt mij ook dat over het geheel, wat zij uit „Kinderlectuur" grepen, „mooi" is önidat het is „waar" en , , natuurlijk"; iets wat een kinderziel zoo voeli en waar het bij kunst zoo op aan komt.

Zeker staat, naar de norm der schoonheid, hier niet alles even hoog, maar toch kan alles vvat in deze deeltjes staat^ zij het, ook in meerder of minder mate de kinderen, als zij het lezen, den trek doen beet krijgen voor letterkunst.

Daarbij toonen de heeren als goed onderlegde Gereformeerden hun inzicht in de „Gemeeht tïratie", doordat ze, al stelden zij ook saam eer leesboek voor de christelijke school, niet alleen proza-en poëzie van christelijke, oudere eh jongere auteurs opnamen, maar tevens, zijhci ook. alleriïunst èn-christelijkc stukken van. niè; christelijke auteurs. Ook hebben zij, wat mi, bijzonder aangenaam aandoet, niet 'verzuimd proza-en poëziestïikken van schrijvers onder onzt VL\AMSCHE stamverwanten op te nemen.

Wat nu 'de plaatjes betreft, die mogen ei rtK/.en. Zij doen niet minder aardig en goed dan die in het VlIIste en IXe deeltje van hei Leesboek van WOUTERS en ANDRÉ. Zij doen 1''RANS VAN' NOORDEN e. a., die als verluchters op het titelblad van deel VIII en FRANK LAZEROM e. a., die als zoodanig op dat van deel IX vermeld staan, eer aan.

Iemand van mijn kennissen vertelde me, dat liet vinden van 'n klaverblad van vieren heiii altijd plezier doet omdat het hem geluk spelt.

IJ zult dit wel met mij kortweg superstitieus noemen.

•Vij zullen de samenstellers van dit leesboek er dan ook niet van verdenken, dat naast de omstandigheid, dat zij met hun vieren zijn, ook nog, zelfs maar een drupje supersthie heeft meegewerkt bij hun keuze van den naam, waaronder zij deze hun gemeenschappelijke zaak voeren. Maar wel heb ik, uit wat ik reeds van de twee deeltjes zag, een redelijken grond om de onderneming van KLAVËRVIER geluk te spellen.

2. Vijf-en-twintigste Jaarverslag van „EUDOKIA" Stichting van lijders aan Chronische en Acute ziekten. Bergweg, 323 Rotterdam, 1914.

Meg • enkele maanden, - en de Vereeniging EUDOKIA, aan wier stichting wijlen mijn vriend Ds. F. LioN CACHET zulk een werkdadig aandeel nam, - zal 25 jaren bestaan.

Wij ontvingen dezer dagen wederom haar Jaarverslag waaraan ik hier een en ander ontneem om EUDOKIA bij mijn lezers te doen gedenken. De bekwame directrice, Mevrouw M. E. HoYTEMA, kwam op haar besluit, haar taak neer te leggen, terug en zal voorloopig in functie blijven.

De Huis-arts, . DR. W. B. VAN STAVEREN, . bleef, als mtérnist, met DR. J. J. C. BIERENS DE HAAN en diens adsistent DR. J. V. REE als chirurgen, aan de Stichting hulp verleenen. Ook vele andere Medici deden hun patiënten in EUDOKIA opnemen. Een overeenkomst werd gesloten met het pas opgerichte RADIO-THERAraUTiscH INSTITUUT en behalve de voor dat Instituut zelf noodige localiteiten, werden ook in de 3 klassen kamers en bedden beschikbaar gesteld. -

Merkwaardig is ook, in verband hiermede, wat DR. V. STAVEREN in zijn MEDISCH OVER­ ZICHT^ schrijft: „Wij telden dit jaar op deze afdceling (de Chronische) minder ongeneeslijke kankerlijders dan wel anders het geval is. Sedert de X-straléri en het radium als geneesmiddelen tegen deze vreeselijke ziekte bekend geworden zijn, en in het kanker-instituut daartegen worden aangewend, wordt de hoop verlevendigd ook voor deze ongelukkigen".

Het totaal-patiënten bedroeg, in 1914, 1571 met 64949 verpleegdagen.

In de RÖNTGENKAMER deed DR. LAMMERS talrijke opnamen, '''^ftS^^^^ft; '

talrijke opnamen, '''^ftS^^^^ft; ' De heer J. W. VERHAAR bleef Avefkzaam als geestelijk Verzorger.

Oófc BELGISCHE gewonden werden als patiënten van het ROÓDE KRUIS, in EUDOKIA verpleegd.

Niettegenstaande de tijdsomstandigheden, waardoor dé prijzen van levens-en geneesmiddelen stegen en giften zoowel als contributiën afnamen, • sloot de Exploitatie-rekening met een tekort van slechts, /' 2S0; 84.

•Men blijve voor dez«, van huis uit, gereformeerde Stichting pp «het gebied der philanthropische cultuur, die zich, vooral na haar, uit-en imyeudigen „uitbouw", in zoo groote ma, te verheugen' mag in de sympathie onzer medeburgers, bidden en genen.

„Wie haar wil legateeren'", zegt bet verslag, „gelieve dit te doen aan:

DE VEREENIGING , EUDUK1A gevestigd te RDTTERDA.M''

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 mei 1915

De Heraut | 4 Pagina's