GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

T. DE VRIES, J. D. HOLLAND'S INFLUENCE ON ENGLISH LANGUAGE AND LITTERATURE. — Chicago. C. Grentzebach. 1916.

Nog vóór 1916 uit is, wil ik hier de aandacht vestigen op dit jongste werk van onzen vroegeren landgenoot DOCTOR JURIS T. DE VRIES.

'n Smaakvol uitgegeven en geïllustreerd boek, dat zijn ontstaan dankt aan de omstandigheid, dat de auteur, na ons land voor AMERIKA te hebben verlaten", een tweetal jaren den leerstoel voor Nederlandsche Geschiedenis, Kunst en Letterkunde aan de Universiteit van CHICAGO bezette.

De leidende gedachte van den hoogleeraar bij zijn akademisch onderwijs is toen geweest, zijn hoorders te overtuigen van het groot belang der studie van Nederlandsche Geschiedenis, Kunst en Letterkunde voor den Amerikaan, en wel om den machtigen invloed der Nederlandsche cultuur op de Amerikaansche. Dat zijn studeiiten deze overtuiging bij te brengen MR. DE VRIES wel zal gelukt wezen is, gezien zijn warme bezieling voor onze historie, voor onze ideeële 'cultuur en daarbij niet minder voor het Calvinisme, een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid.

En bij die bezieling heeft het. hem blijkbaar ook niet ontbroken aan methode.

Op p. 16-20 van dit zijn boek vernemen wij, dat hij gewoon was zijn hoorders bij he begin van iederen cursus een schets te geven van de gronden, waarop het belang der studie van Nederlandsche Geschiedenis, Kunst en Letterkunde berust.

Het getal dier gronden is 17.

Als zoodanig noemt hij onder meer, dat het de Nederlanders zijn geweest, die de grondslagen hebben gelegd van vier der groote koloniën in AMERIKA namehjk: New-York, New Jersey, Delaware en Pennsylvania. Verder, dat Nederland de bakermat is geweest van de moderne Democratie doordat de'opkomst van de Vlaamsche steden Brugge, Gent, Antwerpen en later Leiden, Dordrecht, Amsterdam enz., het uitgangspunt is geweest in den grooten strijd tegen middeleeuwsch feudalisme en hiërarchie ten behoeve van alle moderne Democratie, van welke de hoofdkwartieren thans zijn in de Vereenigde Staten. Ook, dat de geschiedenis van schier geen enkelen tak van wetenschap of kennis goed te verstaan is zonder studie van de Nederlandsche Geschiedenis. Bijv.: In de Godgeleerdheid: Gomarus, Arminius, Maccovius, Gijsbertus Voetius, Maresius ; in de wijsbegeerte Spinoza ; in de Rechtsgeleerdheid: Hugo de Groot, Johannes en Paulus Voetius, Salmasius; in de Philoiogie: Erasmus, TL, ipsius, Vossius enz, ; in de Plantkunde: Linnaeus ; in de Geneeskunde : Boerhave.-Zoo ook wat de Kunst betreft, wijl de schilderschool van Rubens en van Rembrandt op het innigst verbonden zijn met de toen in de Nederlanden heerschende denkbeelden en tijdsomstandigheden. Eindelijk, want ik kan hier slechts enkele van de op p. 16-20 genoemde gronden vermelden, dat Nederland een belangrijken invloed geoefend heeft op de Engelsche taal en Engelsche letterkunde. Op de Engelsche taal, die, zooals MR. DE VRIES reeds in het begin van zijn PREFACE zegt, thans de taal van het Amerikaansche volk is. Evenals bij de 16 andere gronden verwijst hij ook hier naar de daarmee in verband staande litteratuur en noemt dan W. "VV. SKEAT'S PRINCIPLE'S OF ETYMOLOGY Vol. I en diens DICTIONARY OF ENGLISH ETYMOLOGY. En verder merkt hij hier onder 17 op, dat. er voor den fnvloed van Nederland op de Engelsche letterkunde tal van monographieën bssiaan, b.v. over den invloed van Van der Noot op Edmund penser; over dien van Hugo de Groot en ondel op Milton, smaar", voegt hij er aan toe een algemeene schets van het geheele gebied is ot hiertoe nog niet gegevens.

Als zulk een schets nu dient zich aan dit erk van DE VRIES over: HOLLAND'S INVLOED P ENGELSCHE TAAL EN LETTERKUNDE.

Het boek is verdeeld in dtie deelen.

Holland's Influence on the Development of omparative Philology; Holland's Influence on he English Language; The Influence of Holand on English Literature.

Aau zijn eigenlijk onderwerp (II en III) eende DR. DE VRIES een scliets van den inloed van Nederland op de vergelijkende taaitudie als deel I vooraJ te rhoeten laten gaan, mdat Nederland op de ontwikkeling dezer tudie zoo in het algemeen als in betrekking ot de Engelsche taal een schier niet te over chatten invloed heeft gehad.

Het EERSTE hoofddeel wijst dan op het belang der vergelijkende taaistudie bijzonderhjk voor de kennis van de Engelsche taal; op de algegemeene resultaten dezer studie; en het aandeel dat in die studie aan Nederland toekomt, zoo bij den aanvang als de verdere ontwikkeling daarvan. Na een korte vermelding van de studie der middeleeuwsche literatuur, eindigt dit eerste deel met een uiteenzetting van de resultaten t der vergelijkende taaistudie en der middeleeuwsche litteratuur voor de kennis der Engel­ h sche taal en letterkunde.

In het TWEEDE hoofddeel bespreekt hij den invloed van Nederland op de Engelsche taal.

Daartoe handelt DR. DE VRIES eerst over de t •nauwe verwantschap tusschen de Nederlandsche en de Engelsche taal; beantwoordt vervolgens de vraag waarom de invloed van Engeland op de Nederlandsche taal en letterkunde slechts van later tijd dateert, terwijl omgekeerd de invloed van Nederland op de Engelsche taal en letterkunde veel eerder begon en door verschillende eeuwen heen voortduurde; wijst verder op het specifieke verschil van den Nederlandschen invloed op de Engelsche taal en van dien op de Engelsche letterkunde; beantwoordt dan nog de vraag, hoe het kwam, dat Nederland invloed oefende op de Engelsc'ne taal, en toont ten slotte met de stukken aan, welke die invloed geweest is. Wat dit laatste betreft-zet DE VRIES voorop, dat de invloed van de eene taal op de andere vooral uitkomt in de .woorden welke uit die eene, als vreemde bestanddeelen in die andere m kwamen, en geeft dan eèn, door den Nederlandschen geleerde W. DE HOOG gepubhceerde lijst van. niet minder dan 448 alphabetisch gerangschikte woorden, die uit het Nederlandsch h in het Engelsch zijn overgegaan.

In zijn DERDE hoofddeel hetwelk de grootste plaats in het boek heeft, bespreekt DR. DE VRIES den invloed van Nederland, op de Engelsche letterkunde.

De auteur zpekt hier verband eenerzij ds tusschen den ouden Engelschen dichter Caedmon en Ludger, den zendeling ónder dè Saxers, anderzijds tusschen de in Engeland bekend geworden Fransche Ridderromans, die van Koning Arthur, Charlemagne en Alexander de Groote verhaalden, en de zuidelijke Nederlanden. Dan" komt hij op William Caxton, den Engelschen boekdrukker uit de ISe eeuw, die 35 jaar in Brugge woonde en onder meer van de Nederlandsche bewerking van den Vos Reinafde een Engelsche vertaling gaf. Onder verwijzing naar den hierboven genoemden DE HOOG merkt de Vries op, dat Caxton ook in zijn andere werken tal van Nederlandsche woorden gebruikt alsof zij zuiver Engelsch zijn. Ook de »Prognosticationss of „Profetische Almanakken" uit de I5e, 16e en 17e eeuw krijgen hier, voor zoover ze uit Zuid-Nederland in Engeland werden ingevoerd, een plaats. Grooteh invloed op den geest van het Engelsche volk en dus ook op zijn literatuur kent DE VRIES toe aan Thomas a Kempis met diens IMITATIO CHRISTI. Zoo ook aan DEN SPIEGHEL DER SALICHHEIT' VAN ELCKERLYC uit 1485, waarvan kort na 1536 een Engelsche vertaling verscheen. De vraag naar de prioriteit der Nederlandsche of der Engelsche vertaling Elckerlyc—Everyman, wordt hierbij uitvoerig besproken. Na een goede uiteenzetting van Erasmus invloed op de Engelsche literatuur, krijgen wij als een niet onaardige bijzonderheid, dat de Engelsche boekdrukker Laurant Andrewe, die evenals Caxton zijn vak in de Nederlanden had geleerd, in 1520 een vertaling van het Nederlandsche boek-: > Die Reise van Lissabone*, publiceerde en daarmee aan de Engelschen het eerste boek over Amerika gaf.

Na de Nederlandsche legenden en den Uilenspiegel-literatuur wijdt dan de auteur zijn aan­ t dacht aan onzen Hadrianus Junius ; vermeldt, dat de eerste Engelsche Bijbel als een werk van Zending in 1527—1535 te Antwerpen gedrukt werd; behandelt onze emblemen-literatuur; vertelt van George Gascoigne, den voorlooper van Sydney, Spenser en Shakespeare, en van zijn verblijf te Delft toen onze Willem de Zwijger daar resideerde; van Thomas Churchyard, die als soldaat-dichter in de Nederlanden vertoefde, om daarna de vraag te bespreken welke de betrekking is geweest tusschen de beide schrijvers VAN DER NOOT en EDMUND SPENSER en of de eerste op den tweeden eenigen invloed en daardoor dan op de Engelsche letterkunde heeft geoefend. Daarna krijgen in dit overzicht, in l verband met den Nederlandschen invloed, Mar-a nix's »Bijencorf der H. Romische Kercke»; de Nederlandsche Reisbeschrijvingen en de Godsdienstige Utteratuur een plaats. Ook vermeldt DE VRIES, dat in een artikel van de Modern Philology van Juli 1906, Harold de Wolf Fuller, als een derde bron waaruit Shakespeare voor zijn Romeo en Julia geput heeft, op een vóór Shakspeariaansch tooneelspel over hetzelfde onderwerp wijst. Dat stuk is verloren, maar de Nederlandsche dichter Jacob Struys gaf in 1634 een Romeo en Julia, en de Vries vermoedt, dat het stuk waaruit èn Shakespeare in 1591—3 èn Struys in 1634 putten, van Nederlandschen oorsprong was.

Niet minder dan wat hij ons vertelt van Jacob Struys' Romeo en Julia in verband met Shakespeare's drama, getuigt voor Mr. de Vries' speurzin, wat hij in zijn boek schrijft over Philip Sidney, den galanten hoveling en verstandigen raadsman van Koningin Elisabeth, den neef van Leicester, onder wien hij als gouverneur van Vlissingen diende en toen bevriend was met Marnix en die later in den strijd tegen de Spanjaarden, te Warnsveld bij Zutphen, doodelijk gewond werd. Van hem toch, ' den dichter der Arcadia en prozaïst van A defence of Póesy, schrijft de Vries, dat een zijner zangen tot opschrift heeft: Song »To the tune of Wilhelmus van Nassaue."

Staat in de laatste twee gevallen inditDERDE hoofddeel de moeite, die de geachte schrijver zich geeft om Nederlands invloed op de Engelsche letterkunde te speuren, zeker niet in verhouding tot het resultaat, — dit is, evenals in de vroegere, in de verdere partijen van dit derde hoofddeel weer anders.

Maar daarover nog de volgende week.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1916

De Heraut | 4 Pagina's