GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ieestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ieestafel.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. J. DouMA EN J. P. TAZELAAR, HANDBOEK TEN DIENSTE VAN HET ONDERWIJS IN DE HEILIGE ÖISCHIEDENIS OP DE ZONDAGSSCHOOL. Uitgave van de Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging üjachin* E. J. Bosch Jbzn., Nijverdal 1917,

Van dit Handboek zijn thans de twee deelen, waarmee het compleet is, verschenen.

Het eerste: HET OUDE TESTAMENT, is bewerkt door Ds. J. P. TAZELAAR van WEESP, het tweede: HET NIEUWE TESTAMENT, door Ds. J. DoUMA van 'S-GRAVENHAGE. Twee specialisten op het gebied-van de Zondagschool en bij ónze Zondagsschoolonderwijzers en - onderwijzeressen, ora huns werks wil dan ook bekend en geliefd Aan den uitgever BOSCH te NIJVERDAL komt een woord van lof toe voor druk en papier.

PROF. DR. F. W. GROSHEIDE heeft ook nu weer JACHIN gediend door de VOORREDE bij dit HANDBOEK te geven. Ter kenschetsing meen ik goed te doen daaraan hier een en ander te ontnemen.

Allereerst dan, dat hij klaai en duidelijk doet uitkomen het standpunt, hetwelk JACHIN tegenover de Zondagsschool en bepaald de Gereformeerde, inneemt en wel, dat zij BVANGËLISEEuEND behoort te zijn. JACHIN toch, zoo schrijft hij, heeft gemeend, »dat in het methodisme veel gevaar ligt en dat een ethische Zondagschool ons niet helpen kan*. In verband daarmee wijst hij er op, dat JACHIN altijd als haar eerste taak heeft geacht het ONDERWIJS op de Zondagscholen. Hij vertelt dan verder hoe JACHIN die taak jaren lang heeft trachten te vervullen met haar sRooster* en »Toelichting« en zet dan op voldoenden grond uiteen waarom nu voortaan, terwijl de tRooster* büjft, de driemaandelijksche Toelichting verdwijnt en vervangen zal worden door het «HANDBOEK*, zoodat dit laatste uitsluitend die onderwerpen bespreekt, welke de Rooster aangeeft.

In het eerste deel: het QUDE TESTAMENT, laat Ds. TAZELAAR een hoofdstuk voorafgaan waarin hij, onder het opschrift: ONDERZOIKTDE SCHEIFTËN, over het onderricht in de HEILIGE GESCHIEDENIS spreekt als van het eenige leervak op de Zondagsschool en dan in het licht stelt, welke de Schriften zijn die met de H. G. bekend maken, van Wien zij getuigen en waartoe zij ons zijn gegeven. In de daarop volgende 65 hoofdstukken wordt dan besproken de Heilige Geschiedenis, van de »Schepping* tot ^Jerusalem's herbouwing* na de Babylonische ballingschap, met als laatste hoofdstuk: «Christus in de profetiën des O. T.'s.

Niet anders doet, voor het tweede deel: het NIEUWE TESTAMENT, Ds. DOUMA. In 62 hoofdstukken, met als Ie. „De komst van den voorlooper* en als laatste: sPaulus, de kruisgezant naar de wereldstad*, bespreekt hij de N.-Tische Heilige Geschiedenis.

Noemde ik zooeven deze twee auteurs specialisten op het gebied van de Zondagsschool, wie dit nog niet wist en zich de moeite geeft van dezen hun arbeid kennis te nemen, zal het wel met mij eens zijn, dat »specialisten* bij hun namen niet mdir 'n onverdiend, „versierend toevoegsel* is. Deze heeren bewijzen, zoo door den toon waarop, als de met beperking verbonden volledigheid waarmee zij hun onderwerpen bespreken, dat zij, door lange ervaring en ernstig nadenken geleerd, de rechte methode voor het Zondagsschool-onderwijs te pakken hebben.

Bovendien treft, bij alle verscheidenheid, als gevolg van verschil in individualiteit der beide schrijvers toch, doordat zij echte Jachin-mannen zijn, de eenheid tusschen de twee door hen bewerkte deelen van dit HANDBOEK. Iets wat blijkbaar ook DR. GROSHEIDE getroffen heeft en wat ik niet beter weet uittedrukken' dan met zijn woorden: »Uit de Schrift zijn met zorg gekozen de historische onderwerpen, die zich het best leenen voor de evangelisatie. Die onderwerpen zijn elk als een afgerond geheel behandeld. En dat wel op zulk een wijze, dat de weg des heils, ellende, verlossing en dankbaarheid telkens ia het middelpunt staat. In elk onderwerp is de hoofdgedachte: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij; het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden. Daarom groepeert zich het andere*.

Ik twijfel dan ook niet, of dit alleszins uitnemend Handboek, voor welks samenstelling de heeren TAZELAAR en DOUMA de dank van ons Gereformeerden toekomt, zal door het onderwijzend personeel aan ónze Zondagsscholen, met nauwgezetheid gebruikt, aan het evangeliseeren door middel van de Zondagschool, ten goede komen. En wellicht kan het ook hun, die onder de rijpere jeugd of onder de volwassenen evangeliseerend arbeiden, dienst doen.

2. Christelijke Brochurenreeks ONS ARSENAAL lo Serie. Zutphen. — J. B. van der Brink & Co. Van deze, reeds vroeger door mij hier aangekondigde Brochuren-reeks zijn onlangs, in de eerste Serie, No. 3 en 4 verschenen, handelend over DASBISTEN, en bewerkt door Ds. K. SCHILDER, predikant der Gereformeerde kerk van VLAAR-DINGEN.

’n Dubbel No. alzoo wegens de uitgebreidheid der copie over dit onderwerp, zooals de redactie meedeelde.

Na een korte Inleiding, bespreekt de schrijver daarin achtereenvolgens de geschiedenis en de leer van het Darbisme, terwijl de laatste 26 van de 40 bladzijden een kritiek op het DARBISME geven.

Het boekje is wel kort, maar toch vrucht van een ernstige studie der zoo PEO als CONTRA grootere geschriften over dit onderwerp. Voor hen, die geroepen zijn het DARBISME te bestrijden, biedt ONS ARSENAAL er niet te versmaden wapenen mee. Ik denk hierbij aan het plan, waarvan onlangs de Couranten meldden: »het oprichten van een School voor Ouderlingen". Deze nieuwigheid komt mij, met de examinatie, die ik er al bij in het verschiet zie, a la Chinois voor. Wat onderrichting echter in de meeningen van al de - isten en - anen, waarmee 'n ouderling onzer Kerk, vooral in groote steden, zoo nu en dan in aanraking komt, dunkt mij niet geheel overbodig, en die kan alvast door dit boekje en de andere uit ons ARSENAAL worden verkregen.

Maar ook aan niet in het ambt van ouderling staande leden onzer Kerk, die iets van het Darbisme willen weten, is het aantebevelen.

3. N. P. MADSEN, DE PASTORIE VAN GRAUW-BEEK. Uit het Deensch dóór A. LUKKIEN. J. N. Voorhoeve, 's-Gravenhage.

’n Eenigszins romantisch verhakl met de bewoners der pastorie van Grauwbeek, »gelegen in een van de schoonste streken van Oost-Jutland*, (p. 9) in het middelpunt. Als literaire kunst niet hoog, maar door den heer LUKKIEN in zeer leesbaar HoUandsch overgezet. Dit boek en van zelf ook de vertaling er van heeft een strekking, en de overzetter is zoo vriendelijk den lezer, welke die maar niet zoo terstond mocht inzien, reeds op pag. 7 te doen zien.

Dáár toch en ook op andere bladzijden wordt van de ifijnen* gesproken en in een noot, op genoemde pagina, staat dan voor den Nederlandschen lezer deze toelichting:

»In Denemarken kent men niet het onderscheid van kerken als in ons land. De geheele bevolking, met uitzondering van enkele duizenden Roomsch-Katholieken en Israëlieten, is Luthersch. Natuurlijk zijn er de* verschillende geestesstroomen ran orthodox tot modern, maar alles blijft samen in ééne kerk. Tegenover modernisme en doode orthodoxie is in den laatsten tijd een beweging ontstaan, die we ook hier wel kennen, de »indre Mission*. Wie deze beweging volgen, worden imissionsk* genoemd, welk woord als spotnaara wordt gebruikt, en dat wc daarom met > fijn* vertaald hebben, omdat het niet met éen woord in onze taal weer­ . gegeven kan worden, 't Wil natuurUjk zeggen: aanhanger van de inw^endige zending. Zelf noemen de geloovigen zich »hellige*, heiligen, - een Bijbelsch woord, dat onder ons niet in zwang is.

„Er wordt veel geëvangeliseerd door broeders, die daaraan hun tijd geheel wijden, en door particulieren; er hebben opwekkingen plaats, en men houdt wekelijksche samenkomsten, doch men scheidt zich niet af van de kerk, en men blijft de kerk bezoeken, ook al vindt men er geen geestelijk voedsel. Dit laat zich verklaren, doordat in den kerkdienst de eeredienst hoofdzaak is en de prediking den tweeden rang inneemt. Om den eeredienst, de Schriftlezing, de dederen en (voorgelezen) gebeden gaat men naar de kerk, en neemt men de prediking op den koop toe. Waar intusschen de predikant meedoet aan die bev/eging en zelf een levend verkondiger van den levenden Christus is, daar wordt hij het middelpunt van den kring der geloovigen*.

Aan duidelijkheid laat deze toelichting zeker niets te wenschen over.

Wat vertaler en uitgever er toe bracht dit uitheemsche plantje op onze christelijke boekenmarkt in te voeren is, zonder twijfel, om den tegenover het modernisme en de doode orthodoxie* in de Deensche volkskerk opgekomen »inwendige zending* als eenig - in den zin waarin men ook spreekt van 'n »eenig* kind, - middel tot reformatie te belichten en aan te prijzen.

Nu doe ik in waardeering van «inwendige zending*, van «evangeliseeren door broeders, die daaraan hun tijd geheel wijden en door particulieren* en ook van «predikanten die levende verkondigers zijn van den levenden Christus*, voor niemand onder. Maar, de kerkgeschiedenis, ook die van ons eigen land, heeft mij geleerd dat dit alles toch niet het «eenig* middel tot reformatie is.

»Modernisme en doode orthodoxie* zijn in een kerk jammerlijke misstanden en van de eerste, om het modernisme nu maar te laten rusten, geldt wat onze Prof. RUTGERS toen hij in 1868 nog predikant te BRUMMEN was, en wat Ds. J. C. RULLMANN onlangs herinnerde, in een Hervormingspreek uit Rome 12 : 26 schreef: rechtzinnig te zijn is goed; maar de rechte zin in het hart mag dan nimmer ontbreken*. Déze «rechte zin van het hart* nu is, wel het beginsel van alle ware reformatie, maar een beginsel is een begin, en zal het tot reformatie eener gedeformeerde kerk komen, dan moet uit dit beginsel een handelen, uit die gezindheid, een daad opkomen, zooals het dan ook bij Dr. RUTGERS geschied is. Maar, tot zulk handelen echter komt het ook blijkens de toelichting van de heer LUKKIEN niét. Men blijft de kerk bezoeken, ook al vindt men er geen geestehjk voedsel. Uit de verklaring, die hij bijbrengt voor het feit, dat men «de prediking* — naar het zinsverband hier óf die van het modernisme óf die der doode orthodoxie, — «op den koop toe neemt*, dunkt mij, Ms zij een juiste is, dat zoo'n Deensche «missionsk* er een vrij zonderling kerkbegrip op na houdt.

Laat men nu zeggen, tot zulk kerkreformatorisch handelen, tot zulk 'n daad komt het en kwam het nimmer zoo maar opeens, ik zal dat niet tegenspreken. Maar, wanneer de vertaler schrijft, dat in DENEMARKEN tegenover modernisme en doode orthodoxie de beweging van «indre Mission* in den laatsten tijd is opgekomen, dan voel ik toch sterke neiging hem te vragen: wat noemt gij den «laatsten tijd* ?

Levendig staat hij mij nog voor den geest die mooie zomeravond in DENEMARKEN waarop een der «missionsk*, man van leeftijd en stand, van 'n in de haven liggende visschersschuit, de menschen op den wal evangeliseerde, 'k Verstond er wel niet alles van, maar voelde toch uit dat nu en dan zijn bijbeltje aan zijn hart drukken, uit enkele, ieder Christen bekende woorden en uit zijn, met sonore stem, bezield spreken, dat deze «straatprediker* was, als wijlen .de oud-Resident ESSER, «een levend verkondiger van den levenden Christus*.

Maat, dat is nü al zes-en-dertig jaar geleden.

Ik kan DE PASTORIE VAN GRAUWBEEK, hoeveel goeds het door zijn aandringen op »'n levend Christendom* ook bevat, hoe sympathiek er ook over «inwendige zending* in wordt geschreven, niet onbeperkt ter lezing aanbevelen. Met «inwendige zending* hoe noodig en plichtmatig, reformeert men, zonder meer, nog geen zoo jammerlijk gedeformeerde kerk als, volgens den schrijver en vertaler van dit boek, de kerk van DENEMARKEN is.

4. Als nakomertje kregen wij nog 'n kalender 1918.

Die der Brand-Inbraak-en Bedrijfsverzekerings Mij. HoLLANDiA, te AMSTERDAM, Directeur H. J. DANE, Prinsengracht 707A. Het is er een, die. met zijn gouden omlijstingen, zoo van zijn flinke Maandbladen als van zijn in het oog springende zwarte dagcijfers het schitterend doet. Smaakvolle ën daarbij nuttige wandversiering in kantoor-en studeerkamer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Ieestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1918

De Heraut | 4 Pagina's