GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. S. S. KcvPEK. HONGARIJE DJ OORLOGSTIJD. An en om de Nederkndsdie Ambulance te Boe--•^dapest. (Benevens een uitstapje naar Weenen). E. J. Bosch Jbzn., Baani, 1918.

II.

Tijdens den oorlog in HON^GAKIJE vertoevend, had zij dit land liefgefcregen en, in Holland teruggekeerd, ^dWe zij er ook daar liefde voor wekken. "-'•.. .^

Bij bsar weten, dat »de ^Kmiddelde kennis, die een gewoon Hollandsch^iensch van Hoiigarije heeft, zoo goed als met| is< (p. SS) en gedachtig aa'a het onbekend ^aatt onbemind, heeft Tüik}. KUYPER dit haa'^j/itk geschreven.

Doel van HONGARIJE W, ^ ^ ^ *^TIJP is dus, gewone HoUandsche menscufj^g'pHtsGAKES te doen Kef krijgen. De HONGAIKES, J; et hun geschiedenis van bioed en tranen (p. 11), > miskend en achteruit gezet, door het mach-i Oostenrijk vooral, met hun kinderlijke yolks^ ziel, zich uitend in een hartstochtelijke liefde voor eigen land, volk en taal, ook zich uitend in dankbaarheid voor ieder bHjk van erkenmng en waardeering", (p. 66). Van de vier stukken waan'n zij baar boek verdeeld heeft, staan echter alleen het tweede: AMBITLANCE-LSVEN is BOEDAPEST en het derde: VACANTIE Df DE HoHE TATRA met dit doel in onmiddellijk verband. Het eerste: NAAR GLHWITZ en het vierde: EEN WEEK ÏS WEENEK staan er in zeer verwijderd verband mee. In dat eerste toch vertelt ons de schrijfster hoe zij, in DUITSCHLAND zijnde, naar HoxGARTfE kwam, en ia het vierde, hoe zij in HONGABBI zijnde naar OOSTÏNRIJK ging. Zelf schrijft zij dan ook: sHoewel mijn boek niet met HONGARIJE begint, noch met HONGARIJE eindigt, heb ik niet geaarzeld het iHongarije in Oorlogstijd* te, noemen. Gleiwitz en Weenen zijn voor-en naspel. - Hongarije is de hoofdzaakc. (p. 10).

Dan, ook het tweede en derde stuk zijn, doorè%t in AMBUL.ANCE-LEVEN m BOEDAPEST, het Hoofd der Huishouding en in VACANTIE ES DE HoHE TATRA de Touriste aan het woord is, nog weer soortelijk onderscheiden.

Toch zou ik niet gaarne onderschreven hst wijsneuzig oordeel, dat het boek eecheid mist, want ais > reisverhaal" met tijdgrens van zeven maanden heeft het wel eenheid. Waar echter de schrijfster van GLEIWITZ en WEENEN als van ïvoor"-en snaspei" spreekt, dunkt mij, dat zij wel geen bezwaar zal maken, dat ik van die twee, zij het ook in een ander beeld, ais van svoor"ea JEagerecht" en, om wat ik hier boven schreef, van AMBULANCE-LFVEN IN BOEDAPEST als Jhoofd" en van VACANTIE ES HOHE TATBA ais tweede »gerecht", spreek.

Met het »voorgerecht" zijn we al klaar, heden zal ik het das hebben oyer het «hoofdgerecht" de jiüce de nsisiance, die de smaakvolle gastvrouw ons voorzet aan haar spiritueelen disch. Als overal in het boek, treft ook in dit tweede stuk het heel-individueele, het zich in onverholeninnerlijk aan den lezer vertooaen. OnverhoieD iimerlijk van, het geldt ook voor AMEÜXANCE-LEVEN IN BOEDAPEST, door beheerschte evenwichtigheid, groote bekoring. In trekken, ontnomen aan dit deel van het dagboek wil ik dat nu nader aanwijzen.

Uit al haar doen, als > Hoofd van den huishoudelijken dienst", waarvan Mej. KLTTEB ons hier vertelt, treedt naar voren haar zin voor Organisatie. Iets wat - doet denken aan wat zij op p. 439 van haar Vader schrijft, dat > de juiste keuze en goede organisatie van arbeid, maar cok van vacantU, het geheim is van het doeltreifendst volbrengen van een levenstaak". ^ Op p. 236—247 doet zij verslag van de «retrospectieve beschotnvingec", die zij, toen haar taak in de Ambulance was volbracht, na een, haar zuster en haar, in HOTEL EITZ, door MR. VAN RECHTEBEN LiirpuRG aangeboden souper, met dezen hield «over de groote beteskenis van organisatie in het algemeen, voor een ambulance-organisatie in het bijzonder en voor eoi Nederlandsche ambolance-organisatie allerbijzonderst. Een organisatie, zoo vernemen wij, was dan ook voor het Ambulance-leven in BOE­ DAPEST door den leider vooraf klaargemaakt (p. 242). Iets wat des te meer ncodig was, wijl zij een N'ederlandscke Axobuiz^cf: was en seen Neder lander jure suo maling heeft aan al wat organisatie is" (p. 239). MEJ. KUYPÏR kau het weten.

Maar en dit is nu het mooie, in gehoorzamend willen heeft zij èn zich zelf wat haar taak betreft, den huishoudelijke dienst, aan de door den leider vooraf klaargemaakte organisatie dan ook stipt gehouden èn als hoofd van dien dienst, door woord en voorbeeld gezorgd, dat ook door anderen, «4.^ ijzeren regelmaat van arbeid en rust en maahqden" (p. Ï37) niet verbroken werd.

Düs is het haar mogelijk geweest velerlei moeilijkheden, die zich aanvankelijk opdeden, te overwinnen.

En die moeilijkheden waren niet gering. In het ïBlinden-Instituat voor IsraëHtische Kinderen" dat tot hospitaal was ingericht, was een lift, die van de keuken, naar de huiskamer bracht, maar ze werkte niet, en wie naar boven of beneden wilde moest dus van de trap met 120 treden gebruik maken. In de keuken voerden drie Hongaarsche koks het bevel. Bij maanden lang gemis aan een shoUandsche kookvrouw", jrerd het, met déze »drie masten op een schip", des te bezwaarlq.ker het «door den medischen dienst voorgeschreven eten der patiënten" te doen bereiden. Daarbij kwam de op het stuk van mijn-en-dijn mindere betrouwbaarheid van het Hongaarsche dienstpersoneel en het op stuk'van spunctialiteit*, evenmin betrouwbare winkelpersooneel in de stad. En, bij maanden lang gemis van een »hülp in de huis houding", stond MEJ. KUYPER voor alles alleen, moest zich dan ook vaak werk getroosten dat men ten onzent aan een dienstbode ovedaat. Bij al die moeihjkheden kwam dan nog een zeer groote, en wel haar volkomen gemis van kennis der Hongaarsche taal. Toen zij^dan ook pas ia het hospitaal was, werd haar toegefluisterd : > A1S U hier het huishouden meet doen, dan beklaag ik n.'< Maar MEJ. KCVPER herinnerde zich toen het zeggen van een groot man: «Moeilijkheden zijn er om overwonnen te worden*. En zij heeft ze overwonnen. Zóó heeft zij, zonder dat haar hoishoadehjke dienst er nadeel van had, tijd gevonden, «getooverdt, bezoek te.ontvangen van en te brengen aan de Hongaarsche autoriteiten en de leden der Nederlandsche Kolonie; haar kunstzin, door het bezichtigen van musea en paleizen, haar zin vqor natuurschoon, door tochten in de omgeving der stad, kunnen bevredigen; een jaarvergadering van den Hongaarschen Calvinisten-bond en Kn samenkomst van de gereformeerde meisjesvereeniging ^ kunnen bijwonen En terwijl rij haar lezers van dit aUes op de meest onderhoudende wijze vertelt, deelt zij hun ook mee, hoe z^', als goed gereformeerde vrouw, in het vreemde land, onder' een volk waarvan zij dè taal in het eerst heel-niet verstond, toch met haar zuster en enkele anderen i Zondag wist te honden.

Voor dit haar zich zelf naar de vooraf-klaargemaakte organisatie der ambulance voegen, uitkomend, ook in haar zeggen, dat «de hnishoudehjke dienst geen zelfdoel, maar slechts middel, voor het doel van den medischen dienst moest zijne, en ook voor haar bij anderen, in^en huishoudehjken dienst, met vaste hand organisatie handhaven, wil ik, ook weer met enkele trekken ontaomen aan het boek, .aanwijzen, , dat de naaste grond en oorzaak haar onwrikbaar willen was, waardoor zij niet alleen, zooals reeds bleek, haar handellingen, maar ook haar innerlijk beheerschte. Haar innerhjk van levendig temperament, van met snel en diep voelen verbonden snelle en diepe ontvankehjkheid voor indrukken en met snel en krachtig uit-eigen-beweging streven. ""^ - ze met rijk gemoedsleven verbonden recep-^" ^t en spontaneiteit toont zij in haar verkeer, S*-zooveel den huishoudehjken dienst het tdl fit, met de verziekte en gewonde mihtairen in 1^ hospitaal. Zich bewust van de macht van het woord tot verzachten van leed, voelt ze imtïteï^}: haar - geaiis van kennis der Hongaarsc-iie taal, maar terstond komt de drang bij haar op «althans een paar vriendehjke, belangsteUe^e woorden tot ze te zeggen (p. 66). Nu ti'ii"^^ ook tenminste zooveel van het Hongaarsch leeren, dat zij die woorden kan zeggen; en het gelukt haar vrij spoedig.

Wanneer echte^martverzachting door het woord heel-niet gaat, dfci wil zij haar toch en beproeft het, gehjk bij diei^wigonden, op sterven-Hggenden Roomschen BosNiêjkmet het teeken. Hij was reeds bediend en »^n Roomsche verpleegster had hem haar - iiïveren crucifix op de borst gelegd. Wanneer Mej. KUYPER hem bezoekt legt ze zijn en haar hand op het kruisbeeld „en toen knikte hij zacht, dat het goed was. De taal van het S}-mbool verstond hij." In haar dagboek teekende zij onder 25 Maart op: «In dat oogenbük, toen onze beide handen het crucifix voelden, hebben onze zielen gesproken van den eenigen troost in leven en sterven — en elkaar verstaarf' (p. 217). Ander trekken van, door onwrikbaar, willen beheerscht temperament.

Zij voelt den oorlog als «afschuwehjkt en bij de contrasteerende gewaarwording van het 'm. weelde-genieting leed-vergetend BOED-4PEST, steigert haar, onlust-gevoel op tot woede-affect, om, na snellp en bezonken bezinning op het «menschel^ké* van zulk een momenteel vergeten, zich ook even spoedig weer te ^lan leggen. Zelf zich «aanpassend* aan den oorlogstoestand kan ze over DR. SAGI, dea militairec commandant van het hospitaal, zich vroohjk maken, wanneer zij, na hem geleerd te hebben: «ik ben een goeie baast, op haar vraag: «Was Siad Sie auf iiohandischf* ten antwoord krijgt «Ik ben een koeiebaas*. (p. 80). In het Warenhuis van BETTELHIÏM, met dames der HoUandsche kolonie inkoopen doende, kan zij schertsen. Maar als plotseling een brullende schreeuw, als van een gewond' dier, tMtin einzigór SohnU tot haar doordringt en een oude winkelbediende haar het doods-telegiam toont; slaat haar fahjheid in smart van medegevoel over, is haar de bhk uit de betraande vader-oogen om niet te vergeten; en toch kan zij njet langer troosten, want op dit oogenblik roept haar pKcht elders.

«Voor dit ^ onwrikbaar willen dat zoowel naar btütec, als naar binnen zoo beheerschend bij haar werkt, meen ik achter het milieu waarin zij sedert jaren verkeert, den dieperen grond te vinden in Mej. KLTJPER'S Calvinistisch Geloof.

Van haar. sj-mpathie voor wat haar Vader eens genoemd heeft «het Christendom van groote keur*, _geêft zij in haar boek op meer dan een bladzijde bhjfc. Zoo op die waar rij het heeft over de ernstige pogingen van den Hongaarschen Ds. SEBESTEIJN, kenner ook van onze taal, privaat-docent aan de Theologische school te BOEDAPEST, om het eens in HONGARIJE zoo bloeiend, maar later verwelkt CALVENISSIE, {-thans weer te doen opleven. ""

Maar ook geeft zij, aan wie het nog niet zou weten, in dit haar boek blijk, dat zij met heel haar voelend, denkend en willend Ik aan het CAXVTSISIEE vast Hgt, dat zij dit GAooïgehoft.\ Nu zal ik niet beweren, dat aan het CALVI­ NISME het monopohe der karakter-vorming toekomt, dat ook niet andere factoren er toe kunnen meewerken en evenmin, dat aHe CALVINISTEN aan het zich verwerven van een karakter zijn toegekomen. Maar wel durf ik beweren, dat indien ook andere Êictoren, gelijk dit bij Mej. KüYPER gebeurd is, meewerken, het CALVCJISMX voor karaktervormmg bgzonder gunstig is. De historie bevestigt dat en als Mej. KÜYPER. het Qve^de vervolgingen .heeft, die het PBO-TESTANISKE in HONGARIJE had te verduren, memoreert rij het woord van een geschiedschrijver: »De Calvinisten werden sinds beroemd doorde onwrikkaarheid van hun karakter"(p. 292.)

Het échte Calvioisme, over aja: contre-fa^m heb ik het nu niet, verminkt allerminst, al bindt het met vasten band het Ik aan God en Zijn wü, den mensch in den Christen. Dit komt bij AUBUL-ANCE-LEVEK Ef BOEDAPEST ook zoo uit in wat de Schrijfster zelf betreft. Ook daarvan ten slotte nog enkele, aan haar boek onmomen trekken.

Van haar door christehjk-wiïïen behe«schte streven naar esthische en mteilectuede genieting sprak ik reeds. »

Maar nog sprak ik niet van haar zoo echt measchehjke hefde voor haar Vaderland en Vader. Voor de eene mag ik verwijzen naar haar smartgevoel als haar, in Januari van 'IS, het bericht der overstroomingen en in April dat van het door ENGELANTJ aan HOLLAND gesteld ultimatum bereikt; naar haar medevieren der verjaardagen van ons KoniöHijk huis en haar geestdrift wanneer de Nederlandsche vlag op de Ambulance mag geheschen.

En voor de andere, naar wat rij vertelt op op p. 183, van het uit WEEN-EN aangekondigd bezoek van DR. KLTPER in BOEDJIPEST, jubt, het was in Ajxil van .'15, toen heel de ambulance wegens een geval van vlektjphus, nog in quarantaine was. Zij vertelt dan van de bangs vrees, die over haar en haar zuster kwam, van haar Vader niet te mogen ontmoeten. Van haar pleiten en smeeksn en haar vreugde toen, — de quarantaine hep gelukkig ten einde, — de moetisg haar eindeüjk «ausnahmsweise" werd toegestaan, «nijts wij naar een desinfecüeinrichting ons wüden begeven om gedesinfecteerd te worden* en van welke min-aangename kunstbewerking zij dan een beschrijving geeft, (p. 185).

Maar toen ook «kwam de blijdschap der ontmoeting".

En dan nog, die echt menscheHjke Hefde van de, door congeniaüteit, zich aan haar Vader verbonden voelende dochter, wanneer zij met hém en haar zuster van den toen maligen Hongaarschen Minister-president Graaf TISZA de gasten rijn en zij, eerbiedig en bewonderend, luistert naar het, après-diner, «over de Europeesche politiek praten der twee Calvinistische staatsheden*.

Maar ook het echt vrouwelijke is bij deze, van verknechting-vrije, voor idëeele cultuur voelende, CALVINTSTE ongerept gebleven.

Zoo recht-smakehjk, als 'n vrouw dit kan doen, vertelt zij van haar siftullen aan de kunstproducten van GERBIAÜD, in een van diens vqprtreffehjke banketbakkerswinkels (bl. 184). Zoo heel-gewooa damesachtig van «de Hongaarsche vrouw, in haar aesthetisch mooie kleedij, gracehjk gaande door de ruime Boedapeater straten* en van haar met haar' zuster, toen het ambulance-pakje zou worden afgelegd, inkoopen-doen van zomer-costumes in het mode-ma^rijn van HOLZER ; van haar bhjdschap. dat «de «puil*-mode voorbij en de «schuilt-mode teruggekeerd was" (bï. 222). En ook zoo in-hef vrouwehjk bhjkt haar «Eefde voor het kind*, als ze vertelt van haar omgaan met GISELLA en JITLIA, de twee blinden; met }/L4SGrr, het blinde én doof-stomme meisje; de drie eenige kinderen van «het Blinden-insti-| tuut voor IsraëÜcische kfiideren*, die in het hospitaal waren achtergebleven. * «

Tot zoover over AsrBLT.ANCE-LEViN in BOE­ DAPEST. Voor wat ik heb te zeggen van het «tweede gerecht* en «nagerecht* hoop ik nog een plaatsje te vinden in mijn volgende LEESTAFEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 mei 1918

De Heraut | 4 Pagina's