GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. C. RuLLMANN, DR. F. L. RUTGERS IN£IJN LEVEN EN WERKEN GESCHETST. Drukkerij Libertas. 1918. Rotterdam.

IV.

De laatste van de zes Gemeenten, welke Dr. RUTGERS ali predikant gediend heeft, is die der Ncdcrl. Herv. te AMSTERDAM. Hij werd als zoodanig den Isten September van 1878 bevestigd door Ds. H. V". HOGCRZIIL. »Deze", aldus schrijft RULLMANN, > behoorde tot de irenische richting waarmee Dr. RUTGERS al spoedig in conflict zou komen" (p. 71) en hij vertelt dan-verder, dat de opleiding der aanstaande predikanten, waarmee ook RUTGERS sedert 1876, toen hij nog predikant te VLISSINGEN was, zich had bezig gehouden, tot dit conflict met de irenischen de aanleiding is geweest.

Bij alle waardeering, die ik voor het boek van Ds. RULLMANN heb, moet het mij toch vau het hart, dat, wijl er reeds óp p. 71 van een gereformeerde Universiteit wordt gerept en eerst van p. 71 af over de opleiding als aanleiding tot Dr. RUTGER'S conflict met de Irenischen, tegen de bedoeling van den Schrijver in, zijn lezer een minder juiste voorstelling van het verloop der gebeurtenissen zou kunnen krijgen.

In mijn voor twee jaar gehouden referaat op de openbare vergadering te ROTTERDAM van de de VEREENIG. VOOR H. o., opgenomen in het JAARVERSLAG van 1917, heb ik nog eens uit de stukken aangetoond, dat het denkbeeld eener Vrije Universiteit, in tegenstelling met onze, door de vrijzinnigheid overheerschte openbare Universiteiten, .door Dr. A. KUYPER reeds in 1872 gepubliceerd is. Verder, dat hij daarbij aanvankelijk dacht aan een »Vrije Christelijke Universiteit" en dat dit denkbeeld bij veleu zijner kerkgenooten, die als Dr. J. H. GUNNING e. a., shet Geloof in den Christus der Heilige Schriften als grondslag èn voor het bestaan der Kerk èn voor de vrijheid der wetenschap onmisbaar achtten", instemming vond. Ik wees er verder op, dat dit denkbeeld in 1875 had verwezenlijkt kunnen worden wanneer de orthodoxie (het woord hier weer genomen in ruimerenzin) toèa de handen ineen had geslagen; dat die verwezenlijking uitbleef doordat de niet-Gereformeerde belijders van het Geloof in den Christus der Schriften voor een samenwerking, zooals Dr. GUNNING wilde, met hun Gereformeerde medebefijders van dat Geloof, onseziiid bleken; en dat alzoo Dr. KUYPER in 1875 met een kleine groep zijner medestanders alleen kwam te staan. Nu heeft hij later wel steun en zelfs krachtrgen steun gekregen bij Dr. RUTGERS, maar dit is eerst geschied na lijn bezoek in 1877 te 's-Herlogenbosch en dan wel in 1878, toen bij Dr. KUYPER en de zijnen het denkbeeld eener Vrije Christelijke, zich gewijzigd had tot dat eener Vrije Gereformeerde Universiteit, maar welk denkbeeld zij nog in October van dat jaar slechts poogden t« verwezenlijken.

Na deze mijns inziens niet overbodige rectificatie kom ik thans tot Dr. RUTGERS bemoeiing met de Opleidingskwestie der theologanten, als aanleiding tot zijn conflict met de Irenischen.

Tot deze botsing kwam het op de NED. HERVORMDE PREDIKANTENVEREENIGING, van wier moderamen, naar wij zagen. Dr. RUTGEES, reeds in het begin van 1878 lid was geworden en er den 25sten April van dat jaar, naar aanleiding der herziening van het Reglement op het Proponents-examen, zijn referaat over »Vrije Studie", had gehouden.

Toen nu, na de aanneming der wet op het H. O. van April 1876, waardoor de Theologische Faculteiten, met behoud van haar naam, feitehjk in die van Godsdienstwetenschap waren omgezet en de HERVORMDE KERK, op staatskosten, aan onze drie Staatsuniversiteiten, ter aanvulling van het universitaire, kerkelijke leerstoelen, had opgericht, beging de Synode, zooals Ds. RULL­ MANN op 71 schrijft, den grooten misstap, aan die drie Universiteiten de leerstoelen der DOG­ MATIEK te bezetten met mannen van de Groninger richting.

Ook de genoemde Predikantenvereeniging, wier leden allen tot de orthodoxen willen gerekend, voorzag bij deze opleiding der Theologische studenten gevaar, en haar moderamen belegde daarom een samenkomst der Vereeniginj tegen. 31 October 1878. Op die vergadering zou dan aan de orde gesteld worden de vraag, of de Vereeeniging de opleiding mocht ter harte nemen èn of zij bevoegd was bij de opleiding handelend op U treden, (p' 73).

Ook DE. RUTGERS, raar wij zagen, reeds den Istsn September van 's HEETOGENBOSCH naar AMSTERDAM overgekomen, liet zich in deze vergadering hooren.

Hij bevestigde het eerste deel der vraag: het ter harte nemen^ maar ontkende beslist haar tweede deel: het ter hand nemen.

Voor dit laatste voerde hij twee gronden aan.

Uit het feit, dat de Vereeniging zoowel jethischeu" als »gereformeerden" telde, was, met aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid, af te leiden, dat een ter •hand nemen van de opleiding tot tweespalt en scheuring in de Vereeniging zou leiden. En daarop was te meer kans, wijl het moderamen, op zijn door BBTGERS niet bijgewoonde vergadering, het plan had geopperd om het voor de theologanten verplichte onderwijs in de DOGMATIEK der kerkelijke niet-orthodoxe hoogleeraren, aan te vullen door orthodoxe pri vaat-doceu ten.

Met dit plan om het, reeds door niet-orthodoxe kerkelijke hoogleeraren aangevulde niettheologische onderwijs der Universiteit nog eens aan te. vullen met dat van orthodoxe privaatdocenten, wat ik een aanvulling in het kwadraat zou willen noemen en waarbij het onderv/ijs voor aanstaande predikanten alzoo uit drie heterogene bestanddeelen zou bestaan, kon RUT­ GERS, evenmin als zijn geestverwanten, instemmen.

In AMSTERDAM, waar sedert het einde van 1877 maandelijks ten huize van den heer W. Hovy mét dezen de daar dienstdoende predi­ kanten DR. HOEDEMAKER en DR. VAN RONKEL, uit Den HAAG, de heeren ESSER en DR. KUY­ PER benevens nog een v^ftalanderen samenkwamen en, na de eerste samenkomst, uit DEN BOSCH ook DR. RUTGERS, had men heel-dit aanvullingsplan een > lap op den deken" genoemd, (p. 71). Ook in die samenkomsten bij den heer HovY werd overwogen, wat er voor de opleiding van de theologen kon gedaan worden «edert de theologie feitehjk van de openbare Universiteiten verbannen was. »AIlerlei kansen werden daar gewikt en gewogen; allerlei moge-Hjkheden van alle kanten bezien; allerlei uitwegen in gedachten afgeloopen". (p. 71). Te Amsterdam, waar na de wet op het H. O. van 1876, het ATHENAEUM ILLUSTRE tot STEDELIJKE UNIVERSITEIT was geworden, bestond nog heel geen laanvuUing" door middel van Hervormde kerkelijke professoren. Maar als in Augustus van '78 de Amsterdamsche predikant »DR. Vos namens eenige raadsleden Ds. KUYPER in den HAAG en Dr. Rutgers in DEN BOSCH polste over een eventueele benoeming aan die Universiteit voor de dogmatiek en de praktische vakken, achtte men het plan voor > zulk een professoraat, aan een beginsellooze Universiteit" hoe goed ook bedoeld, een > lap op den deken" en »wcrd een gereformeerd man, die zich tot zulk een positie leerde" een apostaat van de gereformeerde beginselen" (p. 71).

Houdt men dit nu in het oog, dan kan het niet verwonderen, dat RUTG - .KS voor het aanvullingsplan van het moderamen der PREDIKAN­ TENVEREENIGING, op de ledenvergadering dier Vereeniging van 31 October 1878^ niet was te vinden. En dat te meer wijl, na Augustus van dat jaar, toen hij en KUYPER over de Amsterdamsche benoemingen gepolst waren, debesprekiugen ten huize van den heer HOVY al vaster vorm hadden gekregen. In de HERAUT toch van 20 Oct. 1878 las men, zooals onze biograaf op p. 72 memoreert, - van pogingen, die werden aangewend, om o.a. aan een Gereformeerde kerk weer uitzicht te openen op het verkrijgen van Gereformeerde predikanten^ die tevens wetenschappelijke iDeoefcnaars zijn van de Gerefor'. meerde theologie^ en ook, dat er voor dit doel reeds bijdragen inkwamen, waaronder giften van vijf en twintig duizend gulden.

DE. BRONSVELD sprak in zijn kroniek van 28 October een sterken twijfel uit aan het gelukken van dit plan, maar DR. KUYPER schreef toen van uit den HAAG aan DR. RUTGERS te Amsterdam: > Het werk zal niet mislukken, als wij persoonlijk maar bereid zijn erbij onder te gaan", (p. 72).

Drie dagen later, zoo vermeldt onze biograaf tevens op deze bladzijde, bracht de HERAUT het bericht, dat »in een' vergadering van broeders uit Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage en Utrecht besloten was een Vereeniging voor Hooger Onderwijs op te richten op den grondslag der Gereformeerde beginselen".

Met dit al was blijkens zijn deelneming aan en spreken op de vergadering van 31 Oct. '78 der NED. HEEV. PEED!KANTENVEREENIGING tusschcn DR. RUTGERS en de Irenischen het conflict vóór die vergadeiing nog niet gekomen.

Het is eerst ontstaan naar aanleiding van de tegenstelling bij de opleiding: »aanvullingsonderwijs" of > vrij theologisch onderwijs".

RUTGEES, die reeds op de vergadering van 24 April 1878 over het Reglement op het Proponentsexamen voor »vrije studie" der theologie had gepleit, pleitte ook nu voor »vrij theologisch onderwijs". En, in verband hiermede, deelde spreker nu een en ander mede over wat men gedaan had en nog deed om te komen tot de oprichting van een vrije gereformeerde Universiteit.^ die dus meer wilde geven dan alleen godgeleerd hooger onderwijs.

Eerst door wat hij aan zijn pleidocS voor »Vrije Theologische Studie" toevoegde werd, de opleidingskwestie aanleiding tot het conflict tusschen hem en de Irenischen. Hij toch wees op de tweeërlei strooming in de Predikantenvereeniging, op de „ethische" en de „gereformeerde" en dat, „wijl in zake hooger onderwijs het beginsel een hoofdzaak is, samenwerking tusschen „gereformeerden" en „ethischen" onmogelijk was." „En zeer bepaaldelijk van de „etischen", sprekeifde, zeide hij, dat de „gereformeerden" om des beginsels wille hunne medewerking moesten afwijzen, en", de kring nog enger trekkend, „dat er dus bij de „gereformeerden" ook geen plaats was voor hen, die volstrekt de „ethischen" wilden laten meedoen." (p. 73).

Dit kracht zoeken in isolement, zooals ik het zou willen noemen, heeft men Dr. RUTGERS toen euvel geduid.

Men vergat daarbij, dat hij maar al te goed wist hoe in 1875 de Irenischen samenwerking met de Gereformeerden hadden afgewezen zelfs voor een vrij Christelijk hooger onderwijs, en bovendien, dat tegenover de gedeeldheid op het stuk der beginselen inzake hooger onderwijs, het de Vergadering zelfs te doen was om eenheid op het stuk van beginselen bij dat onderwijs.

„Nu ontstond er", schrijft RULLMANN, „een zeer levendige discussie over de kwestie: , , aanvullingsonderwijs" of „vrij theologisch onderwijs". »Dr. BRONSVELD oordeelde, dat de Predikantenvereeniging het aanvuUingsplan moest aannemen, of anders voortaan zich in tweeën scheiden. Dr. RUTGERS daarentegen wilde allen, die men orthodox placht te noemen, in de Vereeniging bijeenhouden, om geen scheiding te maken waar zulks onnoodig was, en om allen door onderlinge gedachtenwisseling telkens van elkander te doen leeren." Het heeft echter niet mogen baten. Het conflict is gekomen en heeft ook in de Predikantenvereeniging de scheuring veroorzaakt tusschen hen die men orthodox placht te noemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1918

De Heraut | 4 Pagina's