GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het conflict te Middelburg.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het conflict te Middelburg.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zake het conflict, dat rees tusschen Ds. Netelenbos en de Classis Walcheren, heeft de Particuliere Synode van Zeeland thans de navolgende besluiten genomen.

lo. Dat de behandeling, noodzakelijk geworden door het conflict tusschen den Kerkeraad en Ds. N., terecht geschied is op grond van het onderteekeningsformulier voor de dienaren des Woords, en niet op grond van de Art. 79 en 80 K O.

2o. Dat evenwel de Classis Middelburg niet het besluit had mogen nemen Ds. N. te schorsen van zijn ambtelijke bediening; maar na constateering van het feit dat Ds. N. krachtens het onderteekeningsformulier iipso facto" gesuspendeerd was, rekening houdend met dat feit, maat­ f h regelen moest nemen uit deze suspendeering voortvloeiende.

3o. Dat de Synode aan de Classis Middelburg adviseert, op haar besluit van schorsing terug te komen, en volgens het sub 2 genoemde te handelen.

4o. Dat de Classis Middelburg goed gedaan heeft, eene Commissie aan te wijzen om zich met Ds. N. in contact te stellen, om te onderzoeken of zijne afwijkende gevoelens van dien aard zijn, dat op grond hiervan Ds. N. onverhoopt verder zou moeten behandeld worden i volgens de Artt. 70 en 80 K. O.

5o. Tevens geeft Uwe Commissie in overweging een Commissie te benoemen, om het oordeel dezer Synode nader toe te lichten in de vergadering van de Classis en op conformeering met dit oordeel aan te dringen. b X K

Aanhangsel. v v

Ofschoon door Uwe Commissie het schorsingsbesluit van de Classis informeel is verklaard, is toch haar oordeel:

a. dat de Kerkeraad van Middelburg en Ds. N. zich hadden behooren te onderwerpen aan het oordeel van de meerdere vergadering, al 'was het ook onder protest, en met beroep op de meerdere vergaderingen Art. 31 K. O.

b. dat het pubhek optreden van Ds. N. gedurende deze procedure, en de wijze waarop, om zijn standpunt te propageeren, ten strengste moet afgekeurd.

Vervolgens nam de Synode het volgend advies der Commissie over.

Dat de Synode als haar oordeel uitspreekt, dat 't schorsingsbesluit geldend blijft voor den Kerkeraad en Ds. N., totdat de Classis het zal hebben teruggenomen, en dat de Kerkeraad en Ds. N. ook met de suspendeering zullen hebben accoord te gaan, opdat erger voorkomen worde, en geen scheuring worde aangebracht in het lichaam van Christus.

Tevens geeft Uwe Commissie in overweging een Commissie te benoemen om het oordeel dezer Synode nader toe te lichten in de vergadering van den Kerkeraad te Middelburg, en op conformeering met dit oordeel aan te dringen.

De Comm. door de Synode benoemd.

DE WALLE, Rapporteur.

Zooals men ziet, is ook de Provinciale Synode van oordeel geweest, dat de Classis Middelburg formeel niet juist heeft gehandeld en beeft zij daarom bij de Classis er op aangedrongen op haar besluit terug te komen. Bevreemdend is het alleen, dat de Provinciale Synode desniettegenstaande van oordeel was, dat Ds. Netelenbos en de Kerkeraad van Middelburg toch verplicht waren geweest zich aan dat besluit der Classis te onderwerpen, hoewel zij tegen dat besluit zeer ernstige bezwaren had en zelfs nog verder gaat en verklaart, - dat het schorsingsbesluit voor den Kerkeraad en Ds, Netelenbos' geldig blijft, totdat de Classis het zal hebben teruggenomen. Gesteld dus, dat de Classis bij haar besluit bleef volhouden, dan zou de Kerkeraad gehouden zijn, dit besluit uit te voeren, niettegenstaande de Prov. Synode dit besluit op formeele gronden onjuist heeft verklaard. Het recht van appel op een meerdere vergadering zou zoodoende geheel waardeloos worden. De Synode heeft blijkbaar vergeten, dat volgens Art. XXXVI onzer Kerkenorde de particuliere Synode hetzelfde zeggenschap heeft over de Classis als de Classis over den Kerkeraad. Een Classis, die zelf aan de besluiten der particuliere Synode zich niet onderwerpen zou, kan moeilijk eischen, dat de Kerkeraad zich wel onderwerpen zou aan hare besluiten. Er schuilt hier een hiërarchisch addertje onder het gras, waartegen we, hoe zeer het ons leed doet, moeten protesteeren.

Maar al heeft de Provinciale Synode de Classis formeel in het ongelijk gesteld, wat de materie betreft, is ook zij van oordeel, dat Ds. Netelenbos behoort geschorst te worden in zijn dienst, omdat hij gehandeld heeft tegen de belofte in het onderteekeningsformulier voor de predikanten vastgesteld. De Provinciale Synode spreekt wel van »suspendèering« maar dit Latijnsche woord is natuurlijk niet anders dan een vertaling van schorsen, gelijk het dan ook in de Latijnsche vertaling van onze Kerkenorde Art. LXXIX gebruikt wordt, om het Hollandsche woord schorsen weer te geven. Feitelijk maakt dit alles voor de zaak dan ook weinig verschil. Of een meerdere vergadering verklaart een predikant te schorsen, omdat hij zich niet houden wil aan de belofte bij de aanvaarding van zijn ambt afgelegd, dan wel of deze vergadering constateert, dat het feit zich heeft voorgedaan, dat hij door aldus te handelen volgens het onderteekeningsformulier ipso facto van zijnen dienst gesuspendeerd is, komt in de gevolgen op hetzelfde neer. Het is bovendien duidelijk enoeg, dat zulk een schorsing niet kan intreden, wanneer niet eerst een kerkelijke vergadering geconstateerd heeft, dat het feit, aarop als straf deze suspensie staat, zich metterdaad heeft voorgedaan.

Toch zijn deze formeele quaesties, van oeveel belang zij uit kerkrechtelijk oogpunt mogen wezen, in dit droeve geding niet de hoofdzaak. De hoofdzaak is, of s. Netelenbos zich metterdaad aan schending van de door hem afgelegde beloften heeft schuldig gemaakt. Juist op dit cardinale punt nu heeft noch het schorsingsbesluit van de Classis noch de thans-gevallen beslissing der Provinciale Synode voldoende licht gebracht.

Dat Ds. Netelenbos èn in vroegere publieke • uitlatingen èn vooral in zijn laatste geschrift stellingen verkondigd heeft, die een niet onbedenkelijk karakter dragen, ja zelfs twijfel doen opkomen, of Ds. Netelenbos het wel met de Gereformeerde belijdenis eens is, is ieder bekend. Het besluit van de Classis om een Commissie van Hoogleeraren en predikanten te benoemen, die zich met Ds. Netelenbos in contact zouden stellen om met hem over deze dogmatische afwijkingen te spreken, juichen we dan ook van harte toe. Hoeveel ruimte van opvatting ook binnen de grenzen der Confessie wordt opengelaten, er zijn ook hier waarheden, wier belang te principieel is, om ze straffeloos te mogen prijsgeven. Mocht het dan ook, na behoorlijk onderzoek, metterdaad blijken, dat Ds. Netelenbos principieel tegenover de Gereformeerde belijdenis staat, dan zal, wanneer hij zelf niet gevoelt, dat zijn plaats niet langer in de Gereformeerde Kerken is, naar Art. 79 tucht op hem moeten worden toegepast.

Maar het geding waarom het thans gaat, is een ander. Ds. Netelenbos heeft, zooals bekend is, evenals Dr. Buizer bezwaar tegen XVII—XXIX onzer Belijdenis, omdat hij meent, dat wat daar aangaande de ware erk geleerd wordt, niet overeenkomstig de Heilige Schrift is. Het geldt het vraagstuk van de pluriformiteit der Kerk. Het graamen deswege ingediend zal op de e.k. Generale Synode behandeld moeten worden.

Nu is het zeker juist, dat volgens de belofte, die elk predikant bij de 'aanvaarding van zijn ambt aflegt, iemand, die eenig bedenken of gevoelen heeft tegen de leer in onze Belijdenisschriften neergelegd, — en dat is hier, naar het oordeel van Ds. Netelenbos zelf, het geval — gehouden is dit noch openlijk noch heimelijk voor te stellen, te drijven, te prediken of te schrijven, maar dat hij het alvorens (dus voordat hij de zaak voor het forum voor de publieke opinie brengt) den Kerkeraad, Classis en Synode zal openbaren, om van dezelfde geëxamineerd te worden, bereid zijnde aan het oordeel derzelve altijd gewilliglijk zich te onderwerpen. En hierbij nu wordt de straf bedreigd, dat wanneer een predikant hieregen doet hij ipso facto, d.w.z. door die daad zelve van zijnen dienst zal gesuspendeerd zijn.

Nu spreekt het wel van zelf, dat niet elk gravamen, dat men tegen eenig stuk van de Belijdenis heeft, zoo ernstig is, dat het noodzakelijk is aan den predikant, die dit gravamen heeft, het zwijgen daarover op te leggen, totdat de Synode uitspraak heeft gedaan. Degenen, die het bekende gravamen tegen Art. XXXVI der Belijdenis op de Middelburgsche Synodale kerken ingediend, hebben niet alleen voor de Synode, maar ook reeds te voren publiek hunne bezwaren

tegen dit Artikel uiteengezet. Geen kerkelijke vergadering heeft hen deswege lastig gevallen. En de Generale Synode zélf heeft er niet aan gedacht hun het stilzwijgen over dit gravamen op te leggen, hoewel het jaren geduurd heeft, voordat de A Synode dit gravamen onderzocht en gegrond heeft verklaard.

0f nu ook in het onderhavige geval de t Classis Walcheren niet wijzer had gedaan met deze vrijheid te vergunnen, laten we in het midden. Zooals we vroeger uitvoerig hebben aangetoond, berust het gravamen voor een goed deel op misverstand t van wat de Belijdenis bedoelt. Maar hoe men hierover ook denken moge, de belofte bij de onderteekening van het formulier gedaan, bindt. En het onderteekeningsformulier heeft juist de bedoeling om de vraag of men zulk een gravamen publiek drijven en prediken mag, niet over te laten aan de willekeur van de predikanten zelf, maar aan het oordeel der kerkelijke vergaderingen. Deze hebben daarover te beslissen en elk predikant heeft aan dit oordeel zich te onderwerpen, behoudens het recht van appel op een meerdere vergadering.

Nu is de verklaring door Ds. Netelenbos op de Classicale vergadering afgelegd, dat hij aan deze beslissing der Classis zich niet wilde binden, zeker niet in den haak. Maar hoezeer we deze verklaring afkeuren, op zich zelf is ze toch niet voldoende om iemand deswege ipso facto van zijnen dienst gesuspendeerd te verklaren. Er staat toch in het onderteekeningsformulier: hiertegen doende. Eerst dan wanneer er een daad geschiedt, wanneer men het opgelegde stilzwijgen feitelijk breekt, is er schending van de belofte, die door de gedreigde straf moet gevolgd worden. En het is niet gebleken uit de dusver gepubliceerde besluiten, dat deze ^«ödfreeds heeft plaats gevonden.

Intusschen zal, nu de Provinciale Synode uitspraak heeft gedaan, voor Ds. Netelenbos ., en voor den Kerkeraad van Middelburg er wel geen anderen weg openstaan, dan zic^ aan dit besluit te onderwerpen. In het onderteekenings-formulier toch staat uitdrukkelijk, dat ook al heeft men bezwaar tegen het besluit van Classis of Synode en al appelleert men, men gedurende dit appèl zich naar de uitspraak van de Provinciale Synode zal hebben te gedragen. Deze belofte nu bindt dengene, die haar heeft afgelegd. En we kunnen kwalijk veronderstellen, dat een predikant als Ds. Netelenbos aan zulk een belofte zich niet zou willen houden.

We hopen daarom van harte, dat Ds. Netelenbos alsnog bereid zal gevonden worden om zich te verbinden debeslissing door de Classis genomen en door de Provinciale Synode thans bevestigd, te eerbiedigen. Van zelf zou dan de schorsing komen te vervallen. Het gevaar van scheuring in de Kerk van Middelburg zou daardoor worden voorkomen. En de zaak zelve, waarom het gaat, komt toch op de Generale Synode aan , de orde en kan daar met eerlijke wapenen worden uitgevochten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Het conflict te Middelburg.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 juni 1919

De Heraut | 4 Pagina's