Het goddelijk karakter van het recht - pagina 34
Rede uitgesproken ter inwijding van den leerstoel in het staatsrecht, de rechtswijsbegeerte en het canonieke recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
37 sen die levenseenheid had kunnen verstoren, en daarom u reeds nu schuldig heeft gesteld aan overtreding van Gods gebod: »Gij zult niet echtbreken"? In iedere toepassing van het beginsel, dat de man het hoofd is in den
echt,
wordt het der vrouwe herinnerd, dat zij tot haar man;
den
koning,
profeet
en priester in het huisgezin; heeft op te zien
naar het de Schrift ons leert, als de gemeente des Heeren tot haar verheerlijkt Hoofd. Ook zonder, en beter dan, dat het wetboek van burgerlijk recht den kinderen uitdrukkelijk den plicht tot ontzag jegens hunne ouders poogt
in
te scherpen, schijnt door zoo menig artikel van dat wet-
boek h e t :
»Eert uwen vader en uwe moeder" heen, welk gebod
eveneens ieder schuldig stelt. In de opsomming der graden, waarin het huwelijk niet, of slechts noode, wordt gedoogd, leest Ge van de innigheid, waarmee de naaste verwanten elkaêr moeten minnen, en die juist eischt, dat de mogelijkheid des huwelijks uitgesloten wordt of beperkt. Zoo berust de bevoegdheid, om zich soms van het geven van getuigenis
in
rechten
te
verschoonen, voor een deel
de stem
des
op
de
over-
weging, dat
vaak
bloeds zoo luide spreken kan, dat
de mensch
niet in den tweestrijd tusschen die stem en den eisch
der waarheid mag worden gebracht, maar deswege brengen bedoelde bepalingen ook deze vraag tot Uwe consciëntie: was er nooit in U een wortel der bitterheid, waardoor die stem des bloeds allengs had kunnen worden verstikt; en zoo ja, — maar wie zal zich onschuldig w e t e n ? — die zijn broeder haat, heeft volgens de uitlegging van het Bijbelwoord zelf dit gebod overtreden: »Gij zult niet doodslaan". Deze voorbeelden, hoe de W e t Gods tot den enkelen mensch ook op dat gebied spreekt, waarop de Heer hem juist niet onder Zijne onmiddellijke
heerschappij
gehouden en
hem
onder anderer wet
heeft gesteld, zouden zonder moeite nog vermeerderd kunnen w o r den. Doch genoeg reeds, naar ik vertrouw, om mijne bedoeling kenbaar te maken.
Laat mij U daarom nu nog slechts mogen wijzen
op eene soortgelijke prediking, die ons tegenklinkt uit wat met de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1880
Inaugurele redes | 41 Pagina's