De positie van het privaatrecht in onzen tijd - pagina 16
Rede gehouden bij de aanvaarding van het Ambt van Hoogleeraar in de faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam
voor
het
overgroote
ring van
steunen
het eigendoms-begrip
recht dit k e n t 1). dat
deel
eenerzijds
op
principieele
afkeu
zooals ons geldend privaat
Men wijst voorts op de tegenstrijdigheid,
het
privaatrecht uitgaat van een eigendoms
begrip, zooals art. 625 B. \V. dat formuleert, terwijl daarnaast een dusgenaamde sociale wetgeving, zooals ten onzent bijvoor beeld den
de
woningwet,
gansch andere voorstellingen omtrent
eigendom huldigt.
H e t verschil betreft hier geen meer
of min zoo zegt men. maar raakt het wezen van den eigendom zelf, het privaatrecht qualificeert als beperking, als exceptie, wat
juist
Wij
uit het wezen zelf van den eigendom voortvloeit.
zijn naar de orde van ons Burgerlijk W e t b o e k thans
genaderd tot het erfrecht. Hier ook dezelfde principieele be zwaren
in
Armand de
allerlei
Bazard
gradaties. V a n
St.
Simon's leerling St.
is de grondgedachte, om bij het overlijden
opengevallen goederen door den staat te laten toewijzen
aan hem, die vermoed wordt ze op de beste manier t e zullen gebruiken.
Lijnrecht
daartegenover
staat
de grondgedachte
van ons erfrecht, voornamelijk op h e t principe der bloedver wantschap
berustend, d a t van rechtswege de erfenis toevalt
aan de bloedverwanten op de wijze, zooals de w e t dat nader uitwerkt.
Buiten
de
socialistische
kritiek
op dit
beginsel
staat de richting, die met het familieverband in socialen zin meer rekening wil houden, door den echtgenoot wat meer naar voren gaan
te
schuiven,
het
verdeden
van grondbezit tegen te
in zekere mate, kortom die uitgaat van h e t beginsel,
14 Maart 1904 W. S050, beide de absolute opvatting van den eigendom huldigend. 1) Men vgl. voor een en ander vooral Adolf Wagner's Grundlegung, 2e deel, Gierke's werken, vooral zijn kritiek op het Ontwerp B. G. B., de Socialistische geschriften, Mr. van Houten's bekend ontwerp met de stellingen in de M. v. T., enz. Ook nog Menger's „Das Bürgerliche Becht und die besitzlosen Volksklassen'', 3e Aufl. 1904,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1904
Inaugurele redes | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1904
Inaugurele redes | 41 Pagina's