GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Augustinus' werk over de christelijke wetenschap - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augustinus' werk over de christelijke wetenschap - pagina 17

Rede uitgesproken ter aanvaarding van het ambt van hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

moet de Schrift kennen; wie behalve wijs ook welsprekend, sapienter et eloquenter, w i l spreken, dien verwijst hij naar de lectuur van die auteurs, die niet alleen welsprekend, maar ook wijs hebben geschreven. Dat zijn de ecclesiastici viri, de kerkelijke schrijvers, die de woorden Gods niet alleen wijs, maar ook welsprekend behandeld h e b b e n ) . Beter dan de oefeningen der rhetorenscholen kan de gestadige lectuur dezer schrijvers en het voortdurend aanhooren van welsprekende viri ecclesiastici de jongelingen opvoeden tot redenaars. 66

Augustinus stelt dus hier i n de plaats van den gebruikelijken cursus i n de rhetorica door middel van de paraphrase uit Vergilius, de dictiones ethicae, gefingeerde redevoeringen van historische of mythologische personen en de controversiae of gefingeerde gevallen uit het leven, de practische vorming door de bestudeering van de werken der auteurs en de imitatio van niet terwille der rhetorica, maar om den inhoud uitgesproken redevoeringen. E n die auteurs en redenaars zijn niet de heidenen, maar de mannen der kerk. H e t is de eerste maal, dat de Christelijke geschriften, literair gesproken, op één lijn gesteld worden met de heidensche. Immers literatuur beteekent i n dezen tijd stijl, en alleen geschriften, die kunnen bogen op een afwerking naar de regels der rhetorica, verdienen tot de literatuur gerekend te worden. Augustinus constateert dus hier het bestaan eener Christelijke letterkunde ) , stilistisch volkomen gelijkwaardig aan, maar door den inhoud uitgaande boven de heidensche literatuur, die voor hem dus als middel tot rhetorische vorming heeft afgedaan. O o k hier beteekent dus Augustinus' opvatting i n theorie een eindpunt en evenals ten aanzien van de artes liberales is hij ook ten opzichte der rhetorische vorming zijn tijd meer dan een eeuw vooruit geweest. 67

A l s van zelf rijst thans i n Augustinus' gedachtegang de vraag, of de geïnspireerde geschriften van den Schriftcanon behalve wijs, ook welsprekend genoemd mogen worden, m . a. w . of hun een literair karakter kan worden toegekend. Deze vraag, begrijpelijk i n een tijd en een wereld, die de waarde van het geschrevene i n hoofdzaak afmat naar den vorm, den v o r m taxeerde naar de meer of minder fraaie toepassing van de regels der rhetorica en als minderwaardig beschouwde alles, wat niet voldeed aan de door haar gestelde 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1933

Inaugurele redes | 28 Pagina's

Augustinus' werk over de christelijke wetenschap - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1933

Inaugurele redes | 28 Pagina's