
Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 1
TB 02Ö0ELOQUENTIA DIVINA HET STIJLPROBLEEM DER OUDE CHRISTENENDR. A. SIZOO/ / 1 " ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 27
ondergaan, in geboren worden en sterven, gebeurtenissen, die afgemeten worden naar tijdsruimten, die als de lettergrepen en de woorden van den gang dezer wereld zijn. Evenals ons gesproken woord daarheen gaat door elkaar opvolgende en dan weer verdwijnende woorden en passend en aangenaam wordt on ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 18
in hun kerker troostbrieven schrijft, dan wendt hij zich tot deze broeders, wien de marteldood voor oogen staat, in een stijl, waarop de meest verfijnde rhetorische fijnproever geen aanmerking zou kunnen maken: fraai gebouwde en nauwkeurig afgewogen cola met parisose en homoioteleuta, commata gev ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 28
den meegedeeld, ook in den schoonsten stilistischen vorm moet worden uitgedrukt. Svoboda meent") — en wie zich met de sfeer van Augustinus heeft vertrouwd gemaakt, is geneigd die meening te onderschrijven — dat de groote stilist het tricolon zoo vaak gebruikt en het kennelijk bemint '*), niet all ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 3
\ o ELOQUENTIA DIVINA HET STIJLPROBLEEM DER OUDE CHRISTENEN. ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 20
eloquentius, meer stijlvol, gevonden kan worden*^). ,,Waarom echter," zoo vraagt hij elders"), ,,ontvlammen wij in liefde tot den apostel, wanneer wij dit lezen, anders dan omdat wij gelooven, dat hij inderdaad zoo geleefd heeft." Het is dus de waarheid, die in deze woorden wordt uitgedrukt: de v ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 31
althans wat de Sermones betreft, tot Schrijnens opvatting overhel (Vgl. mijn: De invloed van Augustinus'Bijbelstudie op zijn literatuurbeschouwing, Geref. Theol. Tijdschr. 1935, p . 385 e.v.), meen ik, dat de vraag van den oorsprong der rhetorische antithese bij Augustinus zijn aesthetische waard ...

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 9
postklassieken tijd, omdat toen een ongebreidelde rhetorische ornamenteeringslust, onder den invloed der tweede sophistiek gretig de practijken der Asiaansche rhetorica toepassend, zich slechts kon uitleven aan onbelangrijke, met het volle leven in geenerlei verband staande materie. De Romeinsche ...