De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor de gemeente des levenden Gods - pagina 67
Rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
63 60) EoTiiE, o. 1, p. 296. 81) Ibidem. 63) Ibidem. 63) Ibidem, p. 170. 61) Ibidem, p. 1 8 3 . 65) Ibidem, p. 2 9 5 . 66) Ibidem, p. 2 8 1 . 6'^) Natuurlijk zijn hier alleen feilen bedoeld die later in den eerst feilloozen tekst inkwamen. - Bij het opgraven van antieke beelden blijkt hetzelfde. Een beeld van echt antieke kunst, al komt het met gebroken arm en kop uit het puin, is van eminente waardij, terwijl een nagemaakte ApoUo, hoe gaaf ook, maar van n i e t - absoluut kunstgezag, weggaat voor een appel en een ei. En daarin nu zit het verschil tusschen de ethischen en ons. Wij zeggen: Heel de Bijbel is echt, en van absoluut gezag, doch in de handschriften hier en daar onzuiver g e w o r d e n ; terwijl de etliischen zeggen : De Bijbel heeft nooit, in niet één van zijn deelen, ooit absolute zuiverheid gehad. 68) HoDGE, in zijn deelen, L o n d o n en Kirchliche G 1a 1864; BECK, E i n 1. MEHRING,
Z Ur
prachtig werk, S y s t e m a t i c T h e o l o g y , drie Edinburg. 1 8 7 8 ; P H I L U ' P I in zijn streng-Luthersche u b e n si e h r e , in 8 deelen, 2Je ed. Stuttgart i n d a s S y s t e e m d e r C h r i s t l . L e h r e ; en
Revision
des
I n s p i r a t i o n s b e g r i f 1' e s ,
,,Zeitschr. fiir die ges. Luth. Theologie u. K." 1862.
in
I . p. 1 vv.
6^) Dit hangt aan den organisclien groei der Schrift. Reeds in de Tliorah was heel de Schrifiinlioud potentieel gegeven, en zelfs reeds in de Paradijsopenbaring school potentia heel het Evangelie. Het is een uitgroeien in telkens broeder peripheric, maar steeds uit denzelfden wortel, zoodat al valt ook tijdelijk één dier buitenkringen weg, toch het wezen onverkort blijft. ''") Dit Is, geloof ik, onweerlegbaar. Onderde ruim t w e e m i l l i o e n Protestanten in Nederland, zijn or misschien t w e e d u i z e n d , allen saamgenomen, die riebreeuwsch en Grioksch verstaan. Onder deze twee duizend zijn er g'een t w e e h o n d e r d , die diep genoeg in de studie dier talen zijn doorgedrongen, om te kunnen vergen, dat men hechte aan het gezag van hun woord. En onder deze tweehonderd zult ge er met moeite t w i n t i g vinden, die aan hun taalkennis genoegzame kennis van de oudheid, van het Christelijk geloof, en vooral bevindelijke kennis van het Christelijk leven paren, om hen suo marte als verbeteraars van onze Statenvertaling te laten optreden. Resultaat is dus, dat men twee millioen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1881
Rectorale redes | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1881
Rectorale redes | 72 Pagina's