Beschouwingen over het Huwelijk, inzonderheid met betrekking tot de persoonlijke verhouding der echtgenooten onderling - pagina 39
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
37 nochtans reeds die eenheid, waarin deze zonde beslaat, bevoegdheid geeft den huwelijksband gesprongen te achten. Hoeveel te meer moet dan niet een tweede huwelijk als onvereenigbaar met den bestaanden echt worden aangemerkt. ^ Het wezen van het huwelijk is niet de voortplanting van het f menschelijk geslacht, maar de volkomen levenseenheid lusschen de "^- echlgenooten. Daarom druischt eene veelheid, 't zij aan den eenen 't zij aan den anderen kant, onmiddellijk tegen de eigenlijke bestemming der instelling aan, en mag mitsdien ook de burgerlijke wetgever in beginsel noch polyandrie noch polygamie ooit dulden, al laat het zich denken, — men herinnere zich slechts wat wij omtrent Israels rechtsorde in dezen straks opmerkten, — dat men tijdelijk een volk behandelen moet als het verwende kind, met welks slechte gewoonten, ook al vergoelijkt men ze niet, toch niet op één' dag over de gansche lijn kan gebroken worden. lil. Het huwelijk is in wezen
onontbindbaar.
Vaak wordt gemeend, dat de Roomsche Kerk het huwelijk als onontbindbaar beschouwt, omdat zij daarin, gelijk het Concilie van Trente uitdrukkelijk verklaarde, een sacrament meent te kunnen zien. Zoo sprak ook Mr. Hartogh op de vóór twee jaren gehouden Juristenvergadering '). Die bewering is toen onweersproken gebleven. Nochtans is zij niet juist. Vóór korten tijd wees nog Dr. Roedenbeek in een zeer belangiijk boekje er op, dat het karakter van sacrament, door Rome aan den echt toegeschreven, geenszins nog de mogelijkheid van echtscheiding zoude buitensluiten ^). Het character indelebilis komt slechts voor bij drie van de zeven sacramenten, door deze kerk geleerd. En zoo zegt dan ook Sanchez: »omnimodo
') Cf. Handd. der Ned. Juristen-vereeniging, 1882. II, pag. 27. ^) Bie Ehe in besonderer Beziehung auf Ehescheidung und Eheschlieszung Geschiedener. Nach evangelischen Kirchenrecht und nach Lehre der Heiligen Schrift von Dr. Rudolf Boedenbeck, 1882, pag. 58.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884
Rectorale redes | 102 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1884
Rectorale redes | 102 Pagina's