De bronnen van het privaatrecht - pagina 38
Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit
36 Romeinschen gedachtengang meer of minder bewust steeds voor oogen als de macht om zijn wil bindend te maken. En zoo geraakte men op het voor rechtsleer en rechtspractijk noodlottig spoor, dat men minder in het wezen des rechts zelf, dan in verplaatsing van het gezag verweer zocht tegen de valsche leer van het Quod principi placuit, zooals met name Bodinus haar vernieuwd had ten faveure der Fransche monarchie. Z o o werd het gezag van den vorst naar het volk verlegd. Hotman en Buchanan meer in „Lohmanniaanschen", Languet meer in „Kuyperiaanschen" betoogtrant trachtten zóó een Calvinistische rechts- en staatsleer op te stellen. T o t Althusius den voorarbeid dezer mannen in een machtig, tot in alle onderdeelen doordacht systeem saamvatte, dat onder de inspiratie van den geweldigen worstelstrijd der Nederlanden tegen Spanje, die zich onder zijn oogen had voltrokken, tot stand kwam en aan de „doorluchte Staten van Friesland tusschen Vliestroom en Lauwerzee" werd opgedragen. Maar dat systeem, hoeveel sympathieke elementen het ook bevatte, berustte op een onjuisten gedachtengang, vandaar dat het later zoo gemakkelijk ontdaan werd van den goddelijken grondslag, waarop het was opgebouwd, en door Rousseau werd gebruikt als tuighuis, waaruit hij zijn wapenen haalde, om in het Fransche koningschap alle gezag te bestrijden. Van de zijde, waarvan men alzoo vooral hulp tegen de wilsleer had mogen verwachten, kwam ze niet, en zoo bleef de wilsleer heel de wetenschap beheerschen. Leibniz mocht als kenner der middeleeuwsche wetenschap een zwakke poging wagen om tegen PufendorfF nog eens de stelling te verdedigen, dat het recht niet bindt „weil Gott es gewollt, sondern weil Gott gerecht ist", zijn stem verklonk te midden van het rationalistisch trompetgeschal van het natuurrecht, dat van alle zijden het wilsdogma proclameerde. In Montesquieu vond het den gematigden en concreten vorm, waarin de leer voor een goed deel de practijk op het vasteland in de negentiende eeuw zou beheerschen. Het dogma van den souverein, wiens wil de uitsluitende rechtsbron was, had in de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1913
Rectorale redes | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1913
Rectorale redes | 48 Pagina's