De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 22
Rede uitgesproken op den 46sten Dies Natalis der Vrije Universiteit
20 De wijze, waarop de Gereformeerde Overheid optrad, was heusch niet in allen deele van dien aard, dat de Gereformeerden van tegenwoordig er zich mee zouden kunnen vereenigen. Uit dien hoofde zouden wellicht velen hunner tegen den term ,,Gereformeerde staat", toegepast op onze Republiek, ernstig bezwaar hebben. Bij de beoordeeling van zijn meerdere of mindere juistheid legge men echter geen maatstaf aan, aan later tijd ontleend, maar stelle zich op den bodem van bet historisch gewordene. Eén ding moet men daarbij nooit uit het oog verliezen, dit, dat de oude Republiek voor een zeer aanmerkelijk deel in handen was van de regenten, die niet zelden, bedekte weliswaar, maar niet minder ernstige vijanden waren van de Kerk en haar belangen vaak meer tegenwerkten dan bevorderden. Zoo kwam handhaving van onrechtzinnige predikanten en hoogleeraren, vooral in de 18de eeuw, herhaaldelijk voor. Doch houdt men dit voor oogen, dan is het gebruik van den term toch wel te verdedigen. Vóór de Revolutie werd het algemeen zóó verstaan, dat een staat een bepaald godsdienstig type vertoonen moest, of liever, een bepaald kerkelijk type. Zoo had men Roomsch-Katholieke. staten, en evenzoo goed Luthersche en Gereformeerde; Engeland was een Anglicaansche staat. Het is bekend, dat de civil disability voor allen, die niet tot de kerk van Engeland behoorden, tot 1829 heeft voortgeduurd, maar Engeland heeft toen zijn Anglicaansch karakter toch niet geheel verloren. Tot voor weinige jaren was het huwen met een zuster van je overleden vrouw er bij de wet verboden en nog altijd gaat menige officiëele plechtigheid er gepaard met kerkelijke handelingen, door Anglicaansche geestelijken verricht. De civil disability der dissenters moge eeuwen aaneen een belangrijk kenmerk geweest zijn van een staat van een kerkelijk type, het is daarom nog geen noodwendig kenmerk, In het Frankrijk van Lodewijk XVIII was gelijkheid voor de wet, en toch had de Roomsch-Katholieke kerk den voorrang. Het is ook niet ondenkbaar, dat hier te lande de zaken zich zóó ontwikkeld hadden, dat de Hervormde Kerk, waartoe de meerderheid der bevolking behoorde, haar voorrang behouden had. Dat de dissenters van alle ambten en bedieningen uitgesloten waren;"was ongetwijfeld een van de grieven der Patriotten, maar toch niet een van die, welke het sterkst naar voren werden gebracht; dat ook de Roomschen daaraan deel zouden hebben, werd wel door een man als Gerrit Paape verdedigd, maar was
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926
Rectorale redes | 46 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1926
Rectorale redes | 46 Pagina's