„De Waarde van het Dogma”, door Dr. V. Hepp. Afl. 6 en 7 in de Serie: Schild en Pijl. J. H. Kok, Kampen, 1920.
De Redactie besloot om, zoo het geviel, dat eeü der redacteuren eenig geschrift het licM aou doen zien, het recensie-exemplaar hem ter aankondiging in handen te stellen. '
In , zake dit besluit kan pro en contra worden' gepleit. Er vóór kan worden aangevoerd, dat men dan eeker niet vervalt in „adoration mutuelle" of om het in alledaagsch Nederlandsch te zeggen: in wederzjdsche opkammer^. ^
Er tegen kan worden ingebracht, dat het boek of de brochure in ons blad dan feitelijk onbeoordeeld blijft.
Dahk zij de onbekrompen wijze, waarop de uitgever, de heer Kok, zijn taak opvat, kon ik den omvianig van een dubbel-nummer overschrijden, , zonder dat hiervan mij een verwijt gemaakt of dit op de inteekenaran der gabeelo serie verhaald werd. Aan het hier behandelde probleem zitten echter zooveel andere problemen vast, dat er niot aan te denken viel meer in te korteni dan ik reeds gedaan heb. Enkele van de laatste hoofdstukkenj beslaan niet eens één bladeijde. Ik meende de nadere uitwerking daarvan gerust aan miju lezers te kunnen overlaten. In andere echter moest ik mij eenige breedheid veroorloven. '
Voor deze studie wensoh ik niet enkel de aandacht van theologen te vragen, maar ik stelde mij als leizers allo ontwikkelden in oOjZe kringen voor oogen, die in deze vraagstukken levendig belang stellen. Daarom heb ik vakteranenj, als ik ze voor de eerste maal gebruikte, telkens omschreven of vertaald.
Hoewel ik ook de gevoelens van anderen weergeef en afwijkende meeningen naar mijn vermogen zoek te wederleggen, .zoo heb ik toch hoofdzakelijk dit vraagr stuk theiisch (in stellenden vorm, niet bestrijdend) ontwikkeld. Hoeveel nut polemiek en apologetiek ook kunnen afwerpen, zoo behoort volgens mij de thetiscfaa ai'beid toch de voornaamste te blijven.
Verschillende onderwerpen moest ik hierbij (er sprake brengen, z. a. de beteekenis van de intuitie vooi' het de.gmia, de zonden van het intellectualisme inzake het dogma, de waarde der ti'aditie (overlevering), , autorileits-en persoonlijk geloof, de formeele en materiëele gezagsgrond van het dogma, biet reformatori, sclie dogmabegrip in theorie en praktijk, de betrekkelijkheid en de waai'heid van het dogma, het perspectief in het dognta, de j. luriformiteit van het dogma enz. enz. Ook op menige practische vraag poogde ik een antwoord te geven Maar het best kan ik misschien een overzicht van het behandelde geven door hier de inhoudsopgave over te nemen (met weglating van: Inleiding, Besluit, Aanleekeningen).
1. Hedendaagsche dognia-waardeering. 2. Dogma-waardeering in de naaste toekomst. 3. Eerste voorwaarde voor betere dogma-waardeering. 4. Het dogma en de reUgieuse bezinning. 6. Het dogma en de geloofsgemeenschap. 6. Het dogma en het historisch leven. 7. Het dogma en het kerkelijk 'gezag. 8. De betreklcelijkheid van het dogma 9. De waarheid van het dogma.. 10. Positieve en negatieve waarde van het dogmii. 11. Waarde-verschillen binnen het dogma. 12. Onvbitianderlijke en veranderlijke waarden' Lm het di'gma. 13. Eenzijdige waarde-bepaling van het doigma: dogmatismt en anti-dogmatisme. 14. De waarde van het dogma voor de prediking. 15. De waarde van het dogma voor den eersdienit. 16. De waarde van het dogma voor het gemeentelijk leven. 17. De waarde van het dogma voor de geluofs'ïr-) varinig. ' 18. De waarde van het dogma voor de theologie. 19. De waarde van het dogma voor de wetenschap in hot algemeen. 20. De waarde van het doig|om voor de levens-en wereldbeschouwing.
HEPP.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1920
De Reformatie | 8 Pagina's