GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het oordeel van den Pinksterdag.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het oordeel van den Pinksterdag.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omdat zij in mij niet ffelooven. Joh. 16:9.

Jezus had aangaande den H. Geest voorspeld, dat die overtuigen zou van zonde, omdat het „wederhoorig kroost" weigerde in Hem te gelooven

Niet alleen om te troosten daalde die Geest neder, maar ook om te oordeelen.

Wij letten er te weinig op dat reeds op den Pinksterdag dat oordeel begonnen is over Israël.

Wij vragen te weinig welke onderwijzing daarin vf)oi' ons schuilt.

Toch moet dat ook voor ons een deel van onzen Pinksterzegen zijn.

Om ons te dringen tot hernieuwd zelfonderzoek.

Oogenschijnlijk was heel de prachtige tempel te Jerusalem vervuld met den-dienst Gods, juist op dat groote moment van de uitstorting des H. Geestes.

Een rijke cultus. Een beteekeiiisvolle liturgie. Vele offers. Dankbare harten. Zingende monden. Een biddende schare. Dienende priesters. Rookende altaren.

En dat alles naar de wet en het Woord Gods. r.eredienst op zijn mooist en schoonst.

En toch — dat alles ging de H. Geest voorbij.

Alsof er niets gebeurde. Alsof de tempel leeg en de offervuren 'gedoofd waren. Alsof er priester noch leviet diende.

Alsof er geen mens»h dankte of bad.

De hemelsche duif vond hier geen rustplaats voor het hol van haar voet.

Waarom niet?

Hel scheen toch zoo schoon, daar op Si on. 't Was het feest van den korenoogst.

De sikkels waren ingeslagen en de garven verzameld.

En nu werd er een bijzonder feestoffer gebracht.

Eerst het gewone, het dagelijksche morgenoffer.

Daarna een geitenbek ten zondoffer, twee varren, een ram en zeven éénjarige lammeren ten Israndoffer, vergezeld van spijs-en drankoffers.

Vervolgens wareri dé twee beweegbrooden van twee tienden epha uit Israels woningen naar den teiTipel gebracht, de gedeesemde eerstelingen, het symbolisch dankoffer voor den oogst aan den Heere opgedragen om te belijden: „we ontvangen het alles uit uwe hand, o God!"

Behalve de verplichte offers waren er nog vele vrijwillige brand-en dankoffers gebracht.

Ook werden er offermaaltijden gehouden; aan de weivoorziene tafels mochten zelfs kinderen, dienstknechten, maagden, arme vreemdelingen, weduwen en weezen aanzitten en zich vroolijk maken voor 't aangezicht des Heeren.

Daar zongen de koren terwijl de duizenden stonden geschaard in den voorhof: Bindt de offerdieren dan met touwen tot aan de hoornen van 't altaar.

Op dit heuchlijk feest is dus héél de tempel vervuld met religie, met offer en dienst, met dankzegging, gebed en lofprijzing voor God.

Waarom komt daar de H. Geest dan niet? , Is dat niet de aangewezen plaats, waar God wordt beleden, verheerlijkt, gedankt, gediend? '

Waarom daalt de Geest niet in dien statigen marmeren tempel met zijn goud en brons, met zijn altaren en offers, daar, waar de lofzang klimt met stil ontzag?

Waarom gaat de Geest dit alles voorbij en zoekt het kleine kringetje der discipelen in een der bijgebouwen?

De aanhangers van het sectarisme z'eggen: dat is w'el duidelijk. God zendt Zijn Geest nooit bij den groeten hoop en in de volle kerken, maar bij liet kleine groepje, in het godvruchtig gezelschap.

Maar dat gaat niet op.

Vroeger had de Heere wel degelijk gewoond in do groote gemeente van Israël. "

Maar nu, met Christus' dood, is de crisis gekomen.

Het voorhangsel is gescheurd.

De offerdienst is, na hèt offer van het ware Paaschlam, door God vervallen verklaard. De Heere is heengegaan van de altaren, ook al zijn priesters en offeraars nog gebleven, om in ij d e 1 e n waan het schaduwwerk nog voort te zetten, 'de lampte branden, terwijl de Zon reeds is opgegaan.

Dit is ttu eigenwillige godsdienst.

Deze feestvergadering heeft den Christus verworpen, hem aan het kruis genageld. - Zij weigert hem. geloof.

Hier vindt ge versteenden vormendienst.

Een schitterend praalgraf; van binnen heerscht echtei; de dood. Want er is geen geloof in den Gezalfde en Gezondene des Vaders.

Hier nu schuilt voor ons de onderwijzing.

AlS wij Christus niet hebben, dan hebben we ook den H. Geest niet. In den tempel van den Pharizeeer valt geen druppel van den regen des Geestes.

Als het geen, Paschen in onze ziel is geworden, dan zal er nooit een Pinksterfeest dagen.

Schijnvroomheid en schijnheiligheid behouden niel.

Al zouden de grootste kathedralen volgepakt staan met menschen, al zouden onze psalmen statig opklinken en onze gaven klinken in de offerbussen — het zou den Heere een gruwel zijn.

En de Geest zou voorbijgaan.

Doode rechtzinnigheid zonder Christus viert geen - Pinksterfeest. '

O, dat wi] bidden voor dit oordeel bewaard Ie blijven.

Opdat we vergaderen mogen als de discipelen des Heeren.

Christus in het hart.

En daarom met gebed: och, Heer, geef thans uw zegeningen, och Heer, geef heil op dezen dag: .

Dan is er saambinding, eendracht.

Dan is er overtuiging van zonde. En toevlucht tot de genade.

Dan is er verlangen naar den Geest, die het alles uit Christus neemt om' Hem te verheerlijken.

En terwijl rijken ledig - worden heengezonden, worden de armen met goederen vervuld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Het oordeel van den Pinksterdag.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's