GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De critiek op de christelijke vakbeweging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De critiek op de christelijke vakbeweging.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen de chTistelijke valcbewcgiiig zijn in dei. 'aatsfen tijd tal van bezwjren ingebracht. Deze beswaren gronden zich öt op de H. S. .öf op factische fcestanden. Het eerste lean niet volgehouden, om lat de Schrift naast berusting, ook activiteit predikt, waarom de critiek alleen steun kan vinden in pr: ic tische fouten. Deze zijn vooral hierin te zoeken, d.t in en na November 1918'teveel elementen in de christelijke vakbeweging zijn ingedrongen, dio er niet thuis hooren, en door dezen ongcivenschten a'oei, de organisatie niet die principiëele kraclit heeft oiilpuoid, als verwacht werd en noodzakelijk was.

(Slot.)

Tegen de christelijke valcbewcgiiig zijn in dei. 'aatsfen tijd tal van bezwjren ingebracht. Deze beswaren gronden zich öt op de H. S. .öf op factische fcestanden. Het eerste lean niet volgehouden, om lat de Schrift naast berusting, ook activiteit predikt, waarom de critiek alleen steun kan vinden in pr: ic tische fouten. Deze zijn vooral hierin te zoeken, d.t in en na November 1918'teveel elementen in de christelijke vakbeweging zijn ingedrongen, dio er niet thuis hooren, en door dezen ongcivenschten a'oei, de organisatie niet die principiëele kraclit heeft oiilpuoid, als verwacht werd en noodzakelijk was.

Wat moet het antwoord zijn op de critiek, die in den laatsten tijd op de christelijke vakorganisaties werd geoefend ? Zeker niet dit, dat ónze vakvereenigingen zich om al de ingebrachte bezwaren niet behoeven te bekommeren, en kunnen voortgaan alsof er geen wolkje aan den hemel drijft.

Zulk een struisvogelpolitiek zou tot droeve gevolgen leiden, en degene, die nog neiging gevoelt om ooi en oog voor de grieven te sluiten, zij gewaarschuwd, dat de ontgoocheling bitter kan zijn. Bovendien dwingt de werkelijkheid zelve tot ernstig nadenken. De christelijke organisaties zien haar ledental terugloopen, en moeten klagen over ingezonkenheid en lusteloosheid. Er wordt hoe langer hoe meer een reactie openbaar tegen den strakgespannen organisatieband. De noodzakelijkheid van aansluiting, die voor een drietal jaren plotsehng alom sterk gevoeld werd, weegt nu lang zoo zwaar niet op de harten, en het is mijp ervaring, dat de sympathie voor het organisatieleven eer vermindert, dan toeneemt. Daarom zou het onverantwoordelijk wezen de gerezen klachten voor kennisgeving aan te nemen, en te doen, alsof er geen aanmerking gemaakt werd, doch we moeten ons ernstig rekenschap geven, van wat we zijn, en van wat tegen onze actie wordt aangevoerd.

Maar .... wat moet er dan gedaan worden ? Moeten we geheel van koers veranderen?

M.i. is dit vooreerst nog niet mogelijk. Al zou ik liever een anderen vorm zien dan den tegenwoordigen, waarin patroons en arbeiders zoo licht tegenover elkaar komen te staan, en al zou het kostelijk wezen, wanneer de patriarchale verhoudingen in het leven konden geroepen worden, de constructie van het sociale leven onzer dagen laat

een dergelijke vervorming nog niet toe. Bovendien kleven er aan iedere wijze van organisatie gebreken. Tegen den voorslag b.v. van wijlen Ds Sikkel (in welke lijn Dr Nederbragt zich ook eenigszins beweegt), die den weg der bedrijfsorganisatie op wilde, en het bedrijf in gemeenschap het ideaal van de ware bedrijfsorganisatie noemde, kan ook het eene bezwaar na het andere worden ingebracht, en de steen der wijzen is nog niet gevonden. Het komt mij voor, dat er heel wat veranderen moet, aleer wij den vorm van actie kunnen wijzigen, en dat we in den eersten tijd in dezelfde lijn, als tot nu toe gevolgd is, moeten voortvaren. Natuurlijk ontslaat deze omstandigheid ons niet van den plicht, om ijverig te zoeken naar den weg, die uitnemender is, en te zinnen op zulk een organisatie, waariiit vooral het element van strijd, in den gevaarlijken zin van het woord verdwenen is.

Wat is nu de taak onzer tegenwoordige christelijke organisaties ?

Wanneer ik den toestand zuiver zie is het haar eerste roeping bedacht te zijn op innerlijke versterking en principiëele verdieping. Daarmee bedoel ik niet, dat tot nu toe déze eisch is verwaarloosd, en het streven zich alleen richtte op numerieke uitbreiding. Allerminst. Ik weet ook, dat de christelijke valcbonden getracht hebben het schip in den rechten christelijken koers te houden, doch op dit deel, en dit voornaamste deel van den arbeid concentreere zich thans alle aandacht. En dat wel om een tweevoudige reden. In de eerste plaats, omdat binnen den kring der christelijke organisaties elementen zijn binnengedrongen, die met den grooten stroom in '18 en '19 inkwamen, maar eigenlijk in onze sfeer niet thuis bphooren. Wij worden, in welke actie ook, niet sterker door menschen, die nu "ja ten opzichte van het organisatie-leven nog wel een christelijke tint begeeren, maar in hun persoonlijk leven den strengen christelijken levenseisch op zij zetten. Wij verzwakken door hen, die uit antipathie tegen de revolutionaire strooming of uit meerderheidssympathie, ons vaandel gaan volgen, maar verder scheiding maken tusschen christendom en levenspraktijk. Daarom kan de controle op hen, die toetreden, nooit scherp genoeg geoefend, en liever enkelen gewonnen, die uit waarachtige principiëele overtuiging zich aansluiten, dan een massa binnengeloodsd, die niets anders doet dan meeroepen en meeloopen, en voor wie het materieel belang altoos het hoogste blijft.

Hieruitt vloeit terstond een tweede eisch voort.

Ook op de leden zelf moet tucht geoefend, en daarvoor is het noodig, dat een welomschreven basis aanwezig zij. Maar .... die is er toch! Het Christelijk Vakverbond staat toch op positief christelijken grondslag! Dit laatste wil ik geenszins ontkennen, en ik wil hier gaarne memoreeren, wat door het Dagelijksch Bestuur dienaangaande uitgesproken is. Op een schrijven van het Bestuur van Patrimonium, waarin verzocht werd om een verklaring, dat „de christelijke beginselen", die de basis van het Vakverbond vormen, inhouden de erkentenis, dat de Heilige Schrift het Woord van God is, en de bron, waaruit die beginselen gekend worden, heeft het Dagelijksch Bestuur geantwoord, dat het die verklaring gaarne wil afleggen, en het Vakverbond geen andere overtuiging is toegedaan. (Zie Negende Verslag blz. 53, 54.) Op dit punt behoeft geen twijfel te bestaan. Doch wat ik gaarne zou wenschen is dit, dat deze nadere verklaring ook in de Statuten opgenomen werd. Onze tijd van veel vaagheden vraagt om een zeker geluid en scherpe belijning, en het Vakverbond zou nog meer aan vertrouwen winnen, wanneer het deze engere begrenzing reglementair aanvaardde. De samenwerking met allerlei christenen kan geen beletsel zijn, daar op geen anderen basis, waarachtige positiefchristelijke actie te voeren is, en wie niet voor de Heilige Schrift als het Woord Gods buigt, mist alle fundament, om waarlijk den strijd voor Christus te worstelen. Doch al zou het Vakverbond bezwaar blijven maken om zijn statuten zoo te wijzigen, kan het zich desniettemin niet onttrekken aan de roeping, om, waar de te snelle groei 'van voor enkele jaren het innerlijk gehalte schade deed, de innerlijke reformatie ter hand te nemen, en door zuiver-principiëele actie hen, die wel bij ons, maar niet van ons zijn, te dwingen heeri te gaan.

Hiermee kom ik tot een laatste punt.

Van ons Christelijk Vakverbond wordt ook principiëele arbeid naar buiten verwacht, en het versterkt zijn positie, naarmate het, waar en wanneer ook, in kloeke beginselvastheid het christelijk vaandel omhoog heft. Daarmee bedoel ik allerminst te beweren, dat dit tot dusverre niet is geschied. Ik zou zelfs tal van voorbeelden kunnen noemen, die duidelijk bewijzen, dat onze christelijke vakactie zich tegen den revolutionairen stroom gekeerd heeft, en niet alleen in November 1918, maar ook later zijn onze organisaties in de bres gesprongen voor dd handhaving van het recht Gods. Wat hier en daar individueel of door 'n.onderdeel voor averechts geschied is, mag niet op rekening geschoven van de gansche organisatie, en het is mijn vaste overtuiging, dat, zonder den arbeid onzer bonden, in het sociale leven de verwarring en strijd veel grooter zou zijn, dan hij reeds is. Dit geldt in zekeren zin ook van de internationale christelijke vakbeweging. Op haar congres te Innsbruck heeft zij, behalve de vele eischen die zij stelde, haar standpunt aldus geformuleerd:

Hei, I. C. V; overwegende, dat de economische positie der arbeidersklasse in alle landen van E.urop'a op dit oogenblik zeer ongunstig is en dat de hoofdoorzaken dezer onigiunstige positie zijln gelegen in de vernietiging van groote nxaatschappielijkei waarden en in de vermindering der koopkracht, die een w'ederconsumptie der volkeren en een zeer groote •werkloosheid in het leven riep', waardoor de productie daalde ver onder het niveau der jaren voor ' den oorlog;

overwegende, dat een afdoende verbetering der sociale en economische positie van de arbeidersklasse slechts mog; elijk is als het herstel van het maatschappelijk leven der wereld Met alle kracht wordt ter hand genomen;

overwegende, dat dit herstel slechts door de verzoenende Werking der Christelijke liefde, welke alle volkeren onivat en elke haat uitsluit •— mogelijk is — waarom 't speciaal de pjicht der Christelijke arbeiders is alles in het w^erk te stellen omi dit verheven doel te bereiken; eischt:

I. dat in de houding der regeeringen en in de verhouding tusschen de volkeren de heerschappijl der Christelijke beginselen, (ware vrede en wederkeerig vertrouw'en weer erkend zullen worden, enz.

En verder:

Het Internationaal Christelijk Vakverbond verwerpt het onbeperkt individualisme van de liberale economische school, dat door zijn tengellooze vrijheidsleer de kleine groep der economisch sterkeren geleid heeft tot de overheersching tier massa's in het modern kapitalisme.

Eveneens verwerpt het het inbreuk maken op' de persoonlijkheid, diei socialisme en comniunismie(meebrenigen.

De leer van den klassenstrijd voert eveneens tot een overheersching van de samenleving door een deel daarvan.

Het Internationaal Christelijk Vakverbond erkent het recht op Jilersoonlijken eigendom. Iedereen heeft het recht jgoederen in eigendom te verwterven en te bezitten.

In deze uitspraken treedt het christelijk element zeker naar voren.

Echter, de liefde kan alleen kracht oefenen op den basis van het recht, en daarom zou de toon nog helderder geklonken hebben, indien als grondslag voor de christelijk-sociale actie het recht Gods met kracht en klem op den voorgrond gesteld was.

Want voor dat recht hebben vi'ij te worstelen. Op de handhaving van dat recht moet ons streven gericht zijn, en de sociale organisaties, die de christelijke beginselen in practijk zoeken te brengen, zullen eerst zoeken het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid. En zeker, dan vragen ook de materiëele belangen de aandacht. Dan moet gesproken over arbeid en loon, over werktijd en arbeidsvoorwaarden, en de heer Idenburg heeft in zijn magistrale rede in de Eerste Kamer nog duidelijk aangetoond, hoe deze behartiging der stoffelijke nooden in de lijn ligt der sociale bonden. Maar wanneer zij dit doen, zullen zij zich altoos laten leiden door het .Woord Gods, en tevens bedenken, wat deze critieke tijd van hen vordert. En de eisch der tijden is zwaar. Het herstel van het maatschappelijk leven vraagt van ons allen het offer, en zonder nu reactionair te zijn, moeten we dien eisch ook stellen aan de christelijk-sociale actie. Zooals de dingen nu loopen, kan het niet langer. Er moet ook sociaal verandering komen. God geve ons den rechten weg te bewandelen, en make ook het Christelijk Vakverbond getrouw om met alle kracht de toenadering te zoeken, en tegen alle revolutionaire woeling in het beginsel van 's Heeren Woord vast te houden. Dat is een eerste roeping in deze tijden. .Wij hebben elkaar meer dan ooit noodig, en het mag voor wien ook, niet een eerste vraag zijn, of het persoonlijk belang wel gediend en het eigen recht wel gehandhaafd wordt, maar of de sociale vrede zijn herstel naderbij kome; en er leniging' zij in den algemeenen nood. Wanneer het Christelijk Vakverbond daarvan doordrongen is, en in die richting arbeidt, zal het tot rijken zegen zijn van land en volk, en een overtuigend bewijs leveren, dat, al sloop er ter onzaliger ure een verkeerd element binnen, het in zijn ideaal en streven geen ander richtsnoer kent dan de wet van onzen God in den hemel. En het werke mee, dat op sociaal terrein „h^t beginsel van de menschelijke souvereiniteit, dat óf tot eenzijdig individualisme, of tot gemeenschaps absolutisme voert, vervangen wordt door de volstrekte onderworpenheid van den mensch aan de goddelijke souvereiniteit, waarin alleen de waarborg gelegen is tegen de menschelijke willekeur in een dezer beide vormen".

Hieraan moet nog iets worden toegevoegd.

Wanneer van onze christelijk-sociale actie meer principiëele arbeid naar buiten wordt verwacht, kan het oog niet alleen .gericht zijn op de fundamenteele principiën, en op den Schriftuurlijken basis, maar moet het grondbeginsel ook worden uitgewerkt, en dienen over heel het sociale terrein de lijnen scherp getrokken. Aan alle onvastheid en vaagheid moet een einde komen, en het Christelijk Vakverbond zal dan alleen .van beteekenis zijn, indien het arbeidt in vaste banen, die een tegenstelling vormen met alle socialistische ilhisiën en praktijken. De groote fout, waaraan wij mank gaan, is deze, dat we op sociaal gebied te weinig precies weten, wat we willen, en we te veel zoeken en tasten hoe wij handelen moeten. In de politiek is bet anders. Daar is de richting genoegzaam aan-

gegeven. Daar heeft'de studie niet stilgestaan, en al zullen er altoos vragen overblijven, en al blijven we ook hier slechts ten deele kennen, wij zijn toch een politiek program rijk, en we bezitten de Antirevolutionaire Staatkunde van Dr Kuyper, en de werken van anderen, die ons duidelijk den weg wijzen.

Doch op sociaal terrein zijn wij eigenlijk arm. nog

Er is door ons te weinig gestudeerd.

Hier ligt een ernstige taak voor onze sociale leiders en economen van professie om voorlichting te geven, en hier heeft ook onze Vrije Universiteit een dure roeping. Want blijft deze ontwikkeling van een principieel sociaal program achterwege, en moeten we missen, wat we voor het staatkundig leven reeds bezitten, dan houdt onze sociale actie g'een koers, en loopen we gevaar door alle wind van leer heen en weer gedreven te worden. Nog een enkel woord ten besluite.

De uitslag van de Kamerverkiezing is te verrassend, dan dat ik daarover zou kunnen zwijgen. Wat niet verwacht werd is verkregen, en ons volk heeft ondubbelzinnig uitspraak gedaan, dat het in zijn meerderheid van een revolutionair bewind niet gediend is. Hoe deze overwinning verkregen werd, is moeilijk in één woord te zeggen, maar wel mag geconstateerd, dat onze God het wapen van het vrouwenkiesrecht, dat tegen ons gesmeed was, heeft willen gebruiken, om ons de zegepraal te schenken. Hem zij daarvoor de eere. En wat nu verder geschieden zal wachten wij in rustige kalmte af. De verantwoordelijkheid is niet licht. Der christelijke partijen wacht een zware taak, maar onze leidslieden kunnen wij volkomen vertrouwen, en .... de Heere regeert. In Zijn handen rust het lot van land en volk.

Vergeten wij echter één ding niet.

De overwinning mag ons niet bedwelmen, maar evenals Dêbora in haar overwinningslied de zwakke plekken en leemten aanwees, die er in Israels volksleven waren, hebben wij onze oogen te openen voor de gebreken, die nu aan den dag zijn getreden. Er is nog overvloedig arbeid. God roept ons voortdurend tot den strijd. Nooit mogen de wapenen rusten, en in Zijn kracht gaan wij verder, geloovende dat de toekomst is aan Christus onzen Koning.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De critiek op de christelijke vakbeweging.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1922

De Reformatie | 8 Pagina's