GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volkstelling en Kerkelijke Statistiek.

Een onzer lezers merkte naar aanleiding van wat we onlangs over bovenstaand onderwerp schreven op, dat hij het nut van kerkelijke statistiek niet inzag. Voor hem stond het vast, ' dat de groote afval, in den .tweeden Thessalonioenserbrief voorspeld, gekomen is. Die tast ook onze Gereformeerde (ICierken aan. Met cijfers valt die baiet te bestrijden. Ieder heeft veeleer te bidden, dat hij in dien afval niet wordt meegesleurd.

Nu zou hierop heel wat te antwoorden zijn. Wat voor onzen oorrespondent vast staat, blijft voor ons vooralsnog een vraag. Hij kan gelijk hebben, maar ook ongelijk. Wij mogen niet verder gaan dan acht geven op de teekenen der tijden.

Aan het bestrijden van den afval met cijfers denkt niemand. Wel kunnen de cijfers de oogen openen' van hen, die de werkelijkheid niet wilden gelooven en waarschuwen om te waken en nuehteren te zijn.'

Maar genoeg hierover.

iS Een broeder uit Rotterdam deed vruchtbaarder werk.

Hij zond ons het volgende welgedocumenteerde schrijven;

Hooggeachte Redacteur,

Met . belangstelling namen wij kennis van üw „Cijfers die niet kloppen" in „De Reformatie" van j.l. Zaterdag, wijl we van heeler harte het door '11 geschrevene beamen.

Wij hebben gewacht tot de offioiëele cijfers versohenen waren en de mogelijke kritiek der pers, die hierop niet achterwege kon blijven.

Uit eigen waarnemen kunnen wij die kritiek geheel onderschrijven, meer nog, die volksteUing wat de gezindten betreft, als van nul en geen waarde beschouwen.

T'er toelichting diene het volgende.

Toeu in het begin van het vorige jaar de volkstelling had plaats gehad, stelden we ons in onze kwaliteit als bureauhonder van het kerkelijk bureau der Gesef. Kerk van Rotterdam in verbinding met den heer hoofdambtenaar der bevolking en vroegen hem verlof, aan de hand van de kaarten der gehouden volkstelling, een afschrift te mogen nemen, ten einde aan de hand daarvan het juiste zielenaantalcijfer onzer kerk te kannen vaststellen, wijl het bestaande cijfer ons wel wat twijfelachtig voorkwam.

Genoemde hooMambtenaar stelde ons daartoe zonder eenig bezwaar - in de gelegenheid en na ons verzekerd te hebben van de hulp van een 30-tal broeders, die geregeld en minder geregeld ons konden helpen, gelukte het ons na een vijftal weken arbeids, avond • aan avond, bijna 400.000 beschrijvingskaarte.n te hebben doorgewerkt.

Om echter zekerheid te hebben, dat geen adres ons ontsnïtppen kon, namen - en' lieten wij' overnemen al wie zich op de beschrijvingskaaiten aandienden als „Gerefo'rmeerd" of zeiden te behoioren tot de „Geref. Kerk" of tot de „Geref. Gemeente".

Bij dien arbeid bleek al dadelijk, dat er heel wat „kat onder het koren" was, m.a.w'., dat er heel wat personen waren die zich „Gereformeerd" noemden en het absotaiit niet waren. Dit bleek nader toen wij na de controle op ons kaartsysteem de twijfelachtige gevallen aan huis lieten oontroleeren en van de ruim 7000 adressen, die waren afgeschreven, er J^ 2000, berekend tegen 7 personen per 2 adressen, 3r '^000 personen voor de Gereformeerden van geen belang waren en voor het ovei'groOte deel alleen administratief ten goede van de Nederl. Herv. Kerk kwamen. Deze personen, wijl ze niet Roomsch zijn, meenen, dat zij dus als „Gereformeerd", behooren te worden aangemerkt. Uit het lu medegedeelde blijkt dus wel, dat het cijfer in ons Kerkelijk Handboekje meer betroiuwbaar is dan het door de Regeering officieel vastgestelde cijfer.

Ziehier, geachte Redactie, een en ander, dat mogelijk dienen kan uw „de cijfers die niet klo'ppen", te bevestigen en anderzijds zijdelings als een adhaesiebetuiging kan worden aangemerkt uw advies onze kerkehjke statistiek betreffende. Met vriendelijke broedergroete,

Uw dw.,

JAC. HAZELZET',

Agniesestr. 99.

Onze oprechte hulde voor zulk een omvang-_ rijken arbeid, door de broeders te Rotterdam verricht.

Welk een liefde voor de kerk spreekt hieruit niet reeds. ' '

En dan bewijzen - deze cijfers op dwingende wijze de juistheid der onderstelling, dat de resultaten der vo'lkstelling, voorzoover die het kerkelijke leven aangaan, niet volkomen betro'uwbaar zijn.

De noodzakelijkheid eener eigen kerkelijke statistiek, welke 'wij bepleiten, springt hierdoor te sterker in het oog.

Men vroeg ons in verband hiermee O'f zulk een kerkelijk statistisch burea, u niet zulke hooge kosten toet zich zou brengen, dat de Synode desweige alleen reeds ervan zou moeten afzien.

Het wil er echter bij ons niet in, dat de kosten, hieraan verbonden, de draagkracht onzer kerken te boven zou gaan.

Die kosten kunnen tot een minimum herleid worden, wanneer ^men juist weet te organiseeren en decentraliseeren.

Stichtte men een bureau, dat zich rechtstreeks in verbinding moest stellen, we vreezen, dat menige kerk nalatig, zou blijken de gewenschte gegevens te verschaffen. En zóó zou het werk fiasco lijden.

'Het geldt hier echter een kerkelijk belang, dat het best gediend wordt, wanneer men 'daarmee den kerkelij'ken weg bewandelt.

Ons kerkverband lOp zichzelf levert een organisatie zoo geschikt als men maar wenschen kan. Indien de Synode aan alle classes adviseerde een paar broeders te benoemen, wier accuratesse onaanvechtbaaa--is, ; 0'in bij de kerken binnen haar ressort de noodige gegevens in te zamelen en deze weer hun werk afdroegen aan deputaten der particuliere Synodes, terwijl deze op hun beurt hun materiaal toezonden aan deputaten der Generale Synode, zoo .zouden de kosten tot een minimum beperkt blijven .en ongemerkt schier door de kerken worden gedragen.

Zulke deputaten 'zouden dan bij voorkeur mensohen moeten izijn met een cijfergevoel — zooals er overal wel te vinden zijn — en dan het liefst predikanten, die 'een niet te groote gemeente hebben te lyerzorgen en broeders, die in het dagelijksch leven gewoon zijn !m, et gietallen om' te gaan.

Dit werk : eischt een aparte gave.

Maar wij 'gelooven, dat deze ga.ve in onze 'kerken niet zeldzaam is.

Indien wij dan O'P' elke Synode geregeld rapport ontvingen, zouden iwij iedere drie jaar den kerkelijken toestand kunnen overzien. Wat uiterst gewenscht zou zijn.

—H De verkeerflen Begrepen.

Dezer dagen overleed de oud-hO'Ogleeraar Dr Pi. J. Muller, wiens levensgeschiedenis iets tragisch heeft.

In 1895 werd hij als höogleeraar in de theologie op wachtgeld gesteld, omdat aan de Amsterdamsche Universiteit de theologische faculteit was opgeheven en later werd hij nergens Sneer benoemd.

Wie krijgen nu van .deze tragiek 'de schuld?

Natuurlijk de Gereformeerden.

Ziehier, hoe de „N. R. Ct" 'dat klaarspeelt.

Dr Muller kwam hier de vacature vervullen van Dr J. H. Gunning, die in Sept. '89 professor aan de rijks-universiteit van Leiden geworden was. Het waren daar in Amsterdam toen bewogen dagen op kerkelijk gebied. Dr Klayper had met zijn doleantie in menig 'O'pzioht eèn misrekening gemaakt. Hij had aan een vijftal radicale juristen adviezen over de kerkelijke kwestie gevraagd, en die allen hadden hem gelijk gegeven; maar het proces voor den Hoogen Raad verloor hij. Daar zat in die dagen een geleerde (gereformeerde) dominé, eerst in Hooge Zwaltiwe in Noordbrabant, daarna in "Wijilgaaxden (classis Dordrecht) een zekere Dr G. H. Kleyn, en dit muisje knaagde het net door waarin de doleerende generaal de kerk meende te vangen. Dr.

Kleyn schreef eene brochure, een geharnaste brochure, een geweldig gedocumenteerd pleidooi: „Algenieene Kerk en plaatselijke gemeente"; een stuk dat eigenlijk tegen de prOifessoren Rutgers en jhr. De Savornin Lohman was gericht. Men v.erhaalt, dat de afgedrukte vellen dezer studie van den lateren prof. IQeyn aan de leden van den Hoogen Raad zijn gezonden, en dat deze studie de oorzaak is geweest, dat Dr Kuyper zijn proces verloor.

Het is dikwijls niet plezierig een proces te verliezen, maar in die f'elbewogen dagen zette dit verlies bij de verliezende parüj zeer kwaad bloed, en — men blijft maar een mensch, of een paar menschen! —• toen er gelegenheid kwam om O'p hun heart een hak te zetten aan de Ned. Herv. Kerk (in doleerende couloirs „het genootschap" genaamd), toen grepen radicalen en antirevolutionairen in den Amsterdamschen gemeenteraad die gelegenheid dankbaar en ootmoedig aan, en — , prof. Maller werd het kind van de rekening. Prof. Knappert, de andere kerkelijke hoogleeraar was overleden, en op voorstel van de heeren Wormser en Heineken besloot de Amsterdamsche gemeenteraad de vacature niet te vervullen. Als de N.-H. Synode er prijs op stelde, dat hare aanstaande predikanten in Amsterdam studeerden, dan kon zij zelve de hoogleeraren betalen. Maar de Synode bleef er koud onder — de hervormde studenten verhuisden uit Amsterdam en prof. Muller werd 1 Jan. 1895 op wachtgeld gesteld. Alles samen kleine politiek; wat nu wel erkend zal worden.

Nu willen we dit relaas niet op zijn historisdi© juistheid beproeven.

We kunnen het hier wel zonder gesohiedkündige rechtzetterij stellen.

Het stuk veroordeelt zichzelf reeds voldoende.

De „doleerenden" zouden laan de Hervormde (Kerk een hak hebben gezet, zoo luidt de beschuldiging, door in den gemeenteraad eraan te hebhen meegewerkt, dat de kerkelijke leerstoel, door Prof. Knappert bezet, na zijn overlijden niet langer uit de gemeentekas werd betaald.

Was dit besluit logisch of niet?

Indien de gemeenteraad het seminarie der Ned. Herv. Kerk bekostigde, was hij zedelijk verplicht ook seminaria of leerstoelen van , andere kerkelijke gezindten in stand te houden.

Als hier , van schuld sprake is, kan die alleen liggen bij de Ned. Herv. Kierk, die. er blijkbaar geen prijs op' stelde haar eigen hoogleeraren te bezoldigen.

Maar het treurigste komt nog.

Men zou zpoi denken: de eerste kerkelijke leerstoel, welke er aan de andere openbare Universiteiten openkw, am, zal de Synode der Ned. Herv.

Kerk nu wel voor Prof. Muller bestemm'en.

Doch wat wil het geval?

Inderdaad ontstaan er vacatures en wel in zulke - vakken, waarin Prof. Muller vroeger doceerde.

Maar de Synode der Ned. Herv. Kerk liet Pfof. Muller in nachtgewaad staan en benoemde de hoogleeraren Dauhanton, Aalders, Slotemaker de Bruine.

Nu kan men er verschillend over oordeelen of de Synode der Ned. Herv. Kerk zedelijk verplicht was Prof, Muller weer een katheder te bezorgen, ook waar hij bleek geen eerste rang'S-dogmatious te zijn.

Miaar men schrijve niet met krijt achter den naam der „doleerenden", wat m'en alleen de Hervormden zou kunnen aanrekenen.

De N. R. Ct. greep de verkeerden.

Zial zij dit ook erkennen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's