GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De troost der wereld.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De troost der wereld.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wiiste barer staatsvrouwen antwoordde; ook beantwoordde zij haar redenen aan zichzelve: ouden zi] dan den buit niet vinden en deelen? één liefje, of twee liefjes, voor iegeüjken man ? 'Voor Sisera een buit van verecbeidene verven, gestikt; van verscheidene verven aan beide zijden gestikt, voor de buitbalzen ? ' Richteren 5:29, 30.

De dagen van nu zijn angstdagen.

Heel het leven is vol onrust.

De spanning in de menschehharten neemt toe.

De bange, vaak wanhopige vragen om licht en vrede vermenigvuldigen zich, en op die vragen poogt de wereld wel een antwoord te geven. Zij zoekt wel naar het verlossende woord. Zij doet wel alle moeite, om de onrust tot stilte, en de felle bewogenheid tot kalmte te brengen, maar ach, de troost, dien zij biedt, is een holle klank en een ijdele waan, en zij bedriegt zich met den schijn. Wilt ge haar vertroosting nader kennen?

Luister dan, hoe in Sisera's paleis te Haroseth', de staatsvrouwen de wanhopige moeder geruststellen en troosten.

De hofdames zijn mtet Sisera's moeder verlegen.

Zij weten niet, wat zij toet die angstige vrouw beginnen moeten.

Zij zelve beginnen ook bet ei^ste te vreezen; 'en ach, voor pleizier-maken en overwinningsfeesten-vieren zijn ze wel geschikt, maar voor het minder vroolijke werk der vertroosting deugen ze 'niet, en wat moeten ze in vredesnaam tegen de vorstin zeggen ? Ze fkunnen haar toch niet vertellen, hoe zij er over denken. Zij kunnen toch niet meejammeren en meeklagen? Zij kunnen toch niet zinspelen op een nederlaag, of misschien op vreeselijker dingen, en haar positie is verre van gemakkelijk. Maar eindelijk verbreekt er één de stilte. De wijste der hofdames, en Debora noemt haar „de wijste" in scherpe ironie, de verstandigste en listigste neemt het woord, en in opgewekten toon, en met vroolijfcen "klank , in haar vleiende stem, roept ze lachend de wanhopige moeder toe: „Z o u-den zij dan den buit niet vinden .en deelen? een liefje, of twee li.efjes voor iegelijken man? Voor Sisera een buit van verscheidene verven, een buit van verscheidene verven, gestikt; van verscheidene verven aan 'beide zijden gestikt, voor d''e buithalzen?

Ge voelt toch wat deze „wijze", vrouw bedoelt?

Zij zegt tot de angstig-starende moeder: „Wat treurt ge, en w.aarorrf zijt gij zoo Tjang? Uw zoon kan immers niet overwonnen, en zijn leger kan niet verslagen zijn. Het is integendeel de buit, die hem zoo lang ophoudt, want gij' weet toch! wel, moeder van Sisera, dat er heel wat tijd noodig is, om zoo'n rijken buit bij elkaar te zoeken en eerlijk te verdeelen. Gij 'weet immers maar al te goed, dat het niet gemakkelijk is, aan ieder man een of twee Israëlitische meisjes te geven, en 'kom, l> edenk 'toch, dat al die kostbare 'klee-• deren niet in een oogenblik billijk verdeeld zijn. Wees dan niet angstig. Heb toch geduld, want nog even wachten, en ge ziet uw zoon, bekranst als overwinnaar, en ge ziet het leger, Ijeladen met een buit van verscheiden kleuren, en de kostbaarste gewaden spreiden ze voor u en ons uit: kleederen aan beide zijden bestikt; kleederen van rijkgetinte verven, en het zal alles zijn voor de buithalzen, d. i. voor de halzen der vorstin, voor u en uw staatsvrouwen".

Zoo troost deze dame de arme moeder.

Zoo troost de „wijste" de wanhopige vrouw.

Het toeven van.'haar zoon is niet te dankeji aan een nederlaag, maar aan de heerlijkheid van de overwinning, en ach, Sisera's moeder grijpt deze „troostwoorden" gretig aan. Zij tracht ook zichzelve dit wijs te maken. Zij poogt zich door deze redeneering gerust te stellen, want ook beantwoordde zij haar redenen aan zichzelve, en in het paleis te Haroseth troosten deze vrouwen zich met den armen schijn.

Zoo troost de wereld.

Zoo beantwoorden haar kinderen hun aan zichzelf. redenen

Zij kennen niet den weg tot den wa.araohtigen Trooster, en ach, nu stellen zij zichzelf gerust met een schijnbeeld. Het zal wel wat meevallen, beweren zij. De wereld herstelt zich wel weer, meenen zij. Aan een ziekbed beuren zij de zieke en zichzelven op, door de mogelijkheid van den dood te negeeren, en elkaar voor te praten, dat het wel lang duurt, doch best kan beteren, en als ge in deze angsttijden hun taal hoort, schrikt ge van de zelfmisleiding. Zeker, er zijn nobele en eerlijke geesten, die hun oog 'voor de donkerheid niet sluiten, en er staan telkens, zij het dan eenlingen, op, die elke fijngesponnen sluier van levens-• en zielemisleiding wegrukken, doch de m'assa en de velen willen de ellende niet zien. Zij redeheeren en profeteeren en zingen en spelen den jammer weg, indieg ze 't tenminste doen konden, en als de .angstige harten, die tevergeefs door 't venster staren, wanhopig vragen: waarom toeft zijn wagen te komen? klinkt hun .luchthartig antwoord: de wagen toeft, en de dag toeft, niet omdat de waigea verbrijzeld en de 'berijder vermorzeld, maar omdat het geluk in aantocht is, en het geluk heeft tijd noodig om zich te ontwikkelen. Het proces moet rustig 'kunnen uitwerken. De heilstaat komt door schokken en beroering, en wacht nu geduldig, want straks baden we ons in een weelde van verscheidene verven.

En zoo spreekt de , , wijste" der istaatsVroiiwen.

Zoo spreekt ook de wijsheid der wereld.

Zoo troosten de .mannen van kennen en kunnen, en, ach, het angstige hart praat zelf mee. Het beantwoordt zijn redenen aan zichzelven. ï^iet het minst voor de eeuwigheid. Want als het daaraan denkt, en over den dood peinst, stelt het zichzelf gerust, dat alles wel zal meevallen, en dat God toch liefde is, en dat er na den dood wel bökeering mqgelijk zfal zijn, en....

Arme wereld!

Arme trooster!

Arme getroosten!

Wat is déze wereldwijsheid ijdele dwaasheid! Wat is haar troost arm' en leeg, en als gij uw angstig hart met diezelfde fantasie tot stilte wilt brengen, zult gie eveneens uzelf bedriegen. De wei-, kelijldieid is sterker dan de verbeelding. De eeuwigheid ontmaskert alle zelfbedrog. God scheurt al dat spinsel van sohijn-troost aan flarden, en durf daarom de werkelijkheid, al is ze hard en donker, aan. Zie ze aan met open oogen. Misleid u niet met mooie woorden, maar laat u door de realiteit, als het moet, . verbrijzelen.

Gij kent immers een anderen troost.

'Gij weet imltners, waarheen 'ge met uw sniart moogt vluchten. '

Gij kent andere rust voor uw bewogen ziel, en andere kalmte voor uw angstig' hart, want gij moogt luisteren naar het evangelie van de dwaasheid des kruises. En... daarom, als de weedom' u treft, en het leed uw ziel doorploegt, en uw idealen stukgestooten worden, en het werelddonker u 'benauwt, niet gegrepen naar één woord van schijn-troost, maar gevlucht tot uw grooten Trooster. En als een, dien zijn moeder troost, ZELI Hij u troosten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De troost der wereld.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's