GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCH0UW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCH0UW.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

(De redacteur der Pers-rubriek verzoekt den lezers vriendelijk hem te willen toezenden, het één of ander door hen gevonde artikel in krant of tijdschrift, hetwelk hun voor deze rubriek geschikt voorkomt.

Daar de redacteur self onmogelijk van alle bladen kennis kan nemen, zullen de lezers hem. en ook ons blad, door derge' lijke toezending een gewichtigen dienst bewijzen. Vooral artikelen, die overeenstemmen met den geest en hei doel van ons blad, zullen welkom zijn. Het adres van den redacteur is: Dr B. WIELENGA, 2e Gonst. Huygensstr. 46, Amsterdam.)

De afdeeling Zuid-Holland van den Nederlandschen Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden Grondslag heeft een brochuretje verzonden-aan de aangesloten ringen in de provincie, - waarin kritiek uitgeoefend wordt op het b o n d s o r g a a n.

Het afdeelingsbestuur is niet tevreden.

De taak van het orgaan bestaat vooral hierin, dat de opvoedkundige larbeid der J. V'. in de juiste banen geleid worde.

Dit is het ideaal.

Nu vraagt het bestuur:

In welke mate beantwoordt n'a de werkelijkheid aan het ideaal, dat we hierboven hebben geteekend? Dankbaar mag worden erkend, dat het uitgebouwde Orgaan zich in menig opzicht gunstig onderscheidt van het Jongelingsblad in zijn vroegeren vorm. Er is ongetwijfeld vooruitgang te constateeren, maar vooral wat de opvoedkundige voorlichting aangaat zijn we nog ver van het ideaal verwijderd. Wel zijn enkele rubrieken ingevoerd, die een meer opvoedkundigen stempel dragen, maar de behandeling der stof geschiedt nog te onstelselmatig en te weinig intensief, terwijl bovendien vorm en inhoud van sommige bijdragen üit joiurnalistiek en deskundig oogpunt vaak te wenschen overlaat.

De afschaffing der rubriek Ingezonden Stukken blijven we om de bovengenoemde redenen betreuren.

De wijze waarop de redactie en de kroniekschrijver meenen invloed op de publieke opinie en censuur over vooraanstaande personen te moeten uitoefenen kan ons weinig bekoren. Reeds hebben wij luiteengezet, dat besprekiug-van allerlei actaeele gebeurlonisseu op maatschappelijk, staatkundig en kerkelijlc gebied in het Jongelingsblad bijzaak behoort te zijn. De manier waarop dit inderdaad geschiedt, vestigt echter den indruk, dat hierin de eigenlijke taak dor redactie wordt gezocht. In plaats • dat de bespreking der bedoelde aangelegenheden op sobere, opbouwende wijze geschiedt, ten einde daardoor de leden der Vereenigingen bij hun studie der beginselen te steunen, valt herhaaldelijk een toon te beluisteren tegèii onze eerste voormannen, , zoaals zelfs in een blad, dat zich rechtstreeks op politiek, maatschappelijk of kerkelijk terrein beweegt, slechts zelden wordt aangetroffen. Daardoor is in en buiten den Bond rechtmatige ontstemming verwekt. We herinneren in dit verband aan hetgeen in het Jongelingsblad ö'.m. is geschreven over de rede van den leider der A.-R. partij, den heer Colijn, op de jaarvergadering der V. Ü., over de politiek der A.-R. Kamerclub en over den leider der Chr. Sociale beweging, den heer Smeenk.

Ook de Boekbespreking in het Orgaan kon niet steeds onze instemming hebben. Niet alleen, ' dat wij ons niet altijd met ''de ke'uze 'der besproken werken konden vereenigen, maar vooral de. methode, welke bij de recensie werd gevolgd, gaf meemialen aanleiding tot gegronde klacht. De Uitvoerige bespreking van het nieiuwe boek van Dr Nederbragt was niet slechts weinig bevorderlijk aan het bewaren van het evenwicht in de recensierubriek, maar daardoor is ook op groote schaal een boek in onze Vereenigingen ge'ünporteerd, dat, volgens het oordeel van onderscheidene onzer voormannen, zoowel op wetenschappelijk als op practisch gebied, als geheel een in principieel opzicht zeer bedenkelijke strekking en inhoud heeft.

In de „Nieuwe Theologische Studiën" publiceert de Commissie voor de nieuwe bijbelvertaling Oi.a. „Paulus' brief aan de Galatiërs".

Vfe geven het eerste hoofdstuk'.

De lezer 'ziet, dat de vertaling inderdaad óók een verfrissching beteekent.

Pa'ttlus' brief aan de Galatiërs.

1 Schrijver, lezers, groet, vs. 1—5. Paullis, een apostel, niet van menschenwege, noch ook door 'n mensch, maar door Jezus Christus, en God den Vader, die liem opgewekt heeft Uit de dooden, /

2 en die bij mij zijn, allen broeders, aan de gemeen-

3 ten van Gaïatië: / genade zij U en vrede van God, onzen Vader, en den Heer Jezus Chiis-

4 tus, / die zich zelf 'gegeven heeft voor onze zonden, om ons te rukken uit de tegenwoordige booize wereld, naar den wil van onzen God en

5 Vader, / wien de heerlijkheid zij in alle eeuwigheid ! Amen.

6 Er is maar één Evangelie, vs. 6—10. Het verbaast me, dat g|e u zoo schielijlfc van Hem die ü door de genade van Christus geroepen heeft, laat overhalen tot een ander evangelie. /•

7 Maar er is geen ander. Alleen zijn er sommigen, die U in de war birengen en he evange-

8 lie van Christus willen verdraaien. / Alaar ook al zouden wij, of een engel uit den hemel [u] een evangelie verkondigen anders dan we u verkon-

9 digd hebben, die zij vervloekt! / Gelijk we vroeger reeds gezegd hebben, zeg ik thans nog eens: indien iemand u een evangelie predikt anders dan ge aangenomen hebt, die zij vervloekt!

10 Tracht ik het thans menschen naar den' zin te maken of God? Of zoek ik menschen te behagen? Indien ik nog menschen zocht te behagen, dan was ik van Christus geen dienstknecht.

n 11 Hoe Paulus apoistel werd, vs.' 11—24. Want ik verzeker a, broeders: het doof mij: ver-Ivondigde evangelie is niet naar den 'mensch. /

12 Want ook heb ik het niet van een mensch aangenomen of geleerd, maar door een openbaring

13 van Jezus Chri^us. / Want ge "hebt van mijn vroegeren wandel als Jood gehoord: ik heb de gemeente Gods hevig vervolgd en getracht haar

14 te verwoesten / en heb het als Jood verder gebracht dan velen van mijn tijdgenooten in mijn geboorteland [vaderstad? ] als aartsijveraar voor mijn vaderlijke overleveringen.

15 Maar toen het Hem behaagd had, die me vaii mijn moeders schoot aan had afgezou-

16 derd en door-Zijn genade g er o e pen, ./zi|n Zoon in mij te openbaren, opdat ik hem onder de heidepen verkondigen zou, heb ik terstond vlees^n en bloed o< p zijde gesteld, [tot zwijgen

17 gebracht? ] / ook ben ik niet gegaan naar Jeruzalem tot hen, die reeds vóór mij apostelen waren, maar naar Arabië verti'okken en vandaar

18 naar Damaskus teruggekeerd. Vervolgens ging ik drie jaar later naar Jeruzalem, om. Jcennfs

te maken met Xéfas en ben veertien dagen 19 bij hem gebleven, / zonder een ander uit den

apostelkring te zien dan JacobUs, den broeder

20 des Heeren. / Wat ik ü schrijf, zie, God leest 21 het, ik lieg niet. / Vervolgens ben ik gegaan

22 naar de streken van Syrië en Cilicië. / En ik was bij de gemeenten van Christus in Judéa

23 niet van aanzien bekend. / Alleen hoorden ze telkens: onze vroegere vervolger verkondigt nu het geloof, dat hij vroeger trachtte uit te

24 roeien. / En ze verheerlijkten God om mij.

* „Een veelszins merkw.aardige beschouwing'' noemt de „N. R. Courant" het opstel van Prof. Slotemaker de Bruine in het nieuwe tijdschrift voor Inwendige Zending, „Woord en Daad", getiteld: Christendom en Arbeidersbeweging'.

.Voor ons is dit opstel vooral merkwaardig om de buitengewone markante en duidelijke wijze, waarop de dingen gezegd worden.

We laten hier de review volgen, die de , , N. R. Courant" van dit opstel geeft, daarbij enkele bijzonder .aandachtwaardige zinnen onderstreepend. •

D© schrijver acht het vraagstuk niet zoo eenvoudig als de goedvvillige geloovigen, die de „op^ standige" arbeiders kortweg als „verlorenen" heschouwen, die men moet opheffen. „De arbeiders-. beweging zelf en de sociale bemoeienis", zegt hij, „willen tot geen prijs daar behooren, waar mea het verloren» zoekt en het zwakira steunt en met liefdadigheid optreedt. .^_.._. , ....

Uit eigen beweging geeft de schrijver toe, dat ook in orthodoxe kringen de onkerkelijkheid zich als algemeen verschijnsel openbaart. Toch acht hij de onkerkelijkheid der arbeiders een afzonderlijk vraag'stuk. „De opm: erking", aldus de schrijver, , , dat er ook tusschen andere kring'en dan de arbeiders èn kerk of christendom' een kloof gaapt, doet derhalve niet ter zake. Zij is volkomen juist ea het is zeker niet waar, dat de eerste standen de intellectueelen, de middenstand, de paupers als regel een nauw verband kennen met christelijk denkoa en met christelijk-kerkelijke vormen. Er moet dus een reden zijn, die den mlensch als mensch va», het Evangelie doet vervreemd blijven. Doch omj dit algemeene is het nu niet te doen. Wij zoekea niet den mensch in' den arbeider, maar den arbeider in den mensch. Daarbij: wordt de uitdrukking „arbeider" gebruikt in zeer specialen zi». Het gaat niet over ieder, die arbeidt; het is evenmin de bedoeling, dat hij: , wien de naam „arbeider" niet , past, dus feitelijk beschuldigd wordt van niet te arbeiden, van zijn tijd door te brengen in ledigheid en 'ten koste van anderen te leven.

Niets van dit alles.

Maar de arbeidersstand is een eigen groef in de samenleving: , wier vormling valt in den nieuweren tijd en wier eerste optreden vrij nauwkeurig kan worden aangegeven."

Na de geesteshouding van deze groep, welker stre-> Ven niet tot den vierden stand, den stand der industrie-arbeiders beperkt blijft, te hebben gekenschetst, toekent de schrijver de verhouding tusschen. de sfeer der arbeiders en het (orthodoxe) Christendom. „Men bedenke", zegt hiji, „dat deze arbeider% wereld in organisatie het onmisbaar middel ziet en moet zien om zich de positie te verzekeren waarop zij recht heeft. Het massale van de ondernemiing, van [het bedrijf, ja van de gansche industrie, maakt de individueele behandelingi va» zaken onmogelijk. Organisatie wordt de leuze. E» de vakbewegingisde vorml, Waarin deze organisatie-ge dacht e belichaamd ofpl - treedt. - •

Nu vrage men zich af, wat hiermede gezegd is en wat daartegenover het christendom' spreekt.

Eerst moet ons de bewustheid treffen. Mea spreekt van een bewusten arbeider. H ij is z i o k bewustvanzijnrechtenvanzijnkracht. Recht. En alles, wat ziweem't naar gunst, naar n e d e r b u i g e n d h e i d, naar p h i l a n-tropie, vloekt voor zijn besef daartegen. Wat hij nastreeft, komt hemi toe. 'Kracht. Het ; ' komt aan op de stevige hand, die toetast e* doorzet. De kracht doet het. En voor duizenden: zw.akken, aarzelenden is er geen plaats. Laat deze» mannen der organisatie en van de harde, • dagelijksche practijk het woord in de ooren klinken — wij kiezen ietwat willekeurig; doch wij' weten de kern-der zaak te kiezen — Mijn. gtenade is u ' genoeg, want Mijne kracht wordt in zwakheid volbracht.

Daar stelt zioh Christus vóór hen, gehjk vóór collen en roept Zijne genade uit. Zijn gunst. Zijn; noderbuigien. Hij' zoekt de zwakken, de onmachtigen, de om zich-zelf vertwijfelden, omdat slechts uit zulke zielen Hij verheerlijkt worden kan.

Men ziet aanstonds in, dat het hier g|aat over tweeërlei sfeer: over gedachtenwerelden, die elkander ten eenenmaie vreemd zijn. In dit verband merkt prof. Slotemaker de Bruine op, dat de „algemeene sfeer" in de vakver e enigingsactie totaal anders is dan die in het kerkgebouw.

Maar ook het doel van christendom en arbeiders-Jjcweging schijint tegengesteld te zijn. , , De arbeiderswereld", aldus de hoogjeeraar, „zoekt het aardsche, hot stoffelijke, het tijdelijke; zij heeft het aangezicht omlaag gericht. Het Evangdeliö wijst heen naai' de eeuwigheid, trekt daarop alle aandacht en alle krachten samen. Het zoekt zielen, die omlhoog blikken Het is duidelijk, dat zoolang de zaak zóó staat, er geen sprake van toenadering zijn kan. Men verstaat elkaar niet eens; men kan zelfs niet inkomen in elkanders streven. pnverschillig|heid ö£ vijandschap moet dan het heerschend kenmerk der wedorzijdsche verhouding zijn. En Evangelisatie, „inwendige zending" onder de bewuste arbeiders, is dan onmogelijk."

Na aldus de tegenstelling in doel en sfeer tusschen christendom en arbeidersbeweging te hebben aangegeven, betoogt prof. Slotemaker de Bruine, dat in het eene zoowel .als in het andere geval de zaak anders staat dan de meesten meenen. „Het kan toch", aldus de schrijver, „waarlijk niet worden volgehouden, dat het Evangelie de eeuwigheid in het oog vat; dat Jezus Christus is verschenen om ons „in den hemöl to brengen" ". Do schrijver acht deze populaire opvatting van de orthodoxie ook in verband met zijn onderwerp aan een aanvulling toe. Hij acht de tegenstelling tusschen hemel en aarde ook voor orthodoxe geloovigen geenszins volstrekt; de geloovige, die „voorden Vader leeft", doét dit „gpheel onverschillig, of dit op de aarde dan wel in de eeuwigiheid valt". „Echte Christenen, " zegl hij; , „zijin ..diesseitigkeits"menschon, die hier alomil den Vader willen verheerlijken".

En op dit punt raken christendom en arbeidersbeweging elkaar, vooral nu na den ondergang van het materialisme ook in de arbeiderswereld iets van .„religieuze aspiratie" opkwam en deze het materieele niet langer als doel doch als middel beschouwt.

Zelfs ziet de schrijver kans tot overbrugging va.n de kloof ook ten ^opzichte van het straks geschetste verschil in „sfeer". , , Hier moet", zegt hij, „worden vastgehouden, dat wie jn "onmacht voor Gods troon neerzinkt, tegelijk uit jjods kracht staan kan als de krachtige onder de menschon.... En zeker zal iedere verkondiging van het Evangelie en iedere arbeid op christelijke basis er naar moeten jagen, dat het christen d o in' ^iel den indruk maakt van „slaven-TüoraaF' te willen. Anderzijds gaat de - arbeidersbeweging, naarmate zij meer invloed en jineer verantwoordelijkheid verlaij'gt, ook ües te beter verstaan, dat zij een zedelijke basis en een bi'on van zedelijke kracht niet zal kunnen missen. In dit alles is een eerste punt gevonden, waar christendom en arbeidersbeweging schenen "uiteen te gaan)„miaar in werkelijkheid elkaar naderen; naderen kunnen on naderen moeten."

In een slotbeschouwing betoogt prof. Slotemaker de Bruine, dat ondanks - het tevoren gezegde de tegenstelling tusschen christendom' en socialisme onverzoenlijk blijft. „Over de socialistische wereldbeschouwing", aldus de schrijver, ^, moeten christendom, kerk, inwendige zending hun woord spreken. Zij zullen er zich vierkant tegenover stellen. Historich materialisme on klassenstrijd, ideologie als vracht • van 't economische en mlacht in ^steê van recht... zij zijn kortweg anti-christelij!k. Ilier moet de strijd worden ingezet en hier nioet de ölag vallen. Doch dan wordt meteen do strijd geheven cip hooger plan; aan evangelisatie en Christel ij'k werken kleeft niet het m'instegtuksken van reactie o , f c o n s e r v a t i s m o. De zaak is zuiver gesteld. Onmiddellijk vindt mten dan van hier uit ook het gewicht van do christelijke arbeidersbeweging; d.i. van de arbeidersbewqging', die zuiver is gehouden van alle vreemde inmongsel èn die voor haar doel, haar krachten, haar middelen, haar bezieling zich leiden laat door het Evangelie Gods. De Inwendige Zending heeft alle reden om m'et name aan dit deel der arbeidersbeweging haar volle aandacht te schenken."

Als tegenhanger van de pogingen, zooals men die te Amsterdam en elders in de „zendingskapel" onderneemt omi den .intellectueelen een intellectueel te zijn, is het hiertepleite streven, den arbeider een arbeider te worden, wederom' een' bewijs van den onverdroten zendingsijver, der Pïotest'antsche orthodoxie, die den , , sterken man" niet terwille van den „zwakken broeder" wil prijsgeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCH0UW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's