GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zijn rieken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zijn rieken.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zijn rieken zal zijn in de vreeze des Heeren; en Hij zal naar het gezicht Zijmsr oogen niet richten, Hö' zal ook naar het gehoor Zijner ooreii niet bestraffen. , Jesaja 11:3.

Wanneer de stedeling van onzen tijd even kans ziet, ontvlucht hij op gouden zomerdag de hoog'gemuurde menschengangen van straten en stegen om de ozonrijke boschlucht in te ademen, met haar wonderdoende dennengeuren of de zilte zeelucht met haar opwekkende prikkelingen. Dan vaart er nieuwe kracht in hem. Dan snuift hij vernieuwing van natuurlijk leven op. Wandelingen, die hem in de stad zouden vermoeien, tellen niet mee. Zijn rieken is aan de frissche vrijheid der natuur en het wekt in hem blijheid.

Wanneer daar iemand van zwak giesteL bezwijmt, is het niet zelden voldoicnde een flacon met opstijgende geuren te openen, ze bij het reukorgaan te brengen en de vale gelaatskleur verandert, de oogen zoeken, de mond vraagt. De zwakke is weer bij. Dat deed het rieken aan het weldadige, verdampende vocht.

Wanneer gij een kamer moet binnengaan, waar de atmosfeer is bedorven, dan bevochtigt gij een doek met sterk' riekende vloeistof, houdt die voor den mond en gij verricht, waartoe gij anders niet in staat zoudt zijn geweest. .*Miife

In den reuk werd u een machtig vérrhoigën gegeven, om' uw geest te vernieuwen, uit bewasteloo#ieid te doen wederfceeren, tegen schadelijke invloeden te beschermen.

Met Zijn ontvangenis en geboorte trad uw Heiland onze wereld in.

Onze wereld, waar het geestelijk veel muffer en benauwender is dan naar het natuurlijke in de smalste sloppen der groote wereldstad op windstillen, blakerenden zonnedag.

Onze wereld, waar de sterkste van geest, door de uitademingen der zonde bevangen, als in yerdooving nederligt.

Onze wereld, waar de pestlucht onzer misdaden hangt, die zich over de aarde verbreidt, maar daardoor niet ijler wordt, maai' zich gedurig verdicht.

Onze wereld, dat groote leprozenhuis.

Onze wereld, dte reusachtige barak van besmettelijke ziekten van de walgelijkste soort.

Daar moest uw Jezus binnengaan.

Daar moest Hij een taak volbrengen, niet gedurende eenige OiOgenblikken, tmiaar gedurende jaren en jaren, van de kribbe tot het kruis.

Hoe Was het-miogelijk, dat Hij, de zuivere, de Gezonde van ziel, het daar kon uithouden?

Jesaja geeft het antwoord: En Zijn rieken zal zijn in, of liever, aan de vreeze des Heeren.

Daar hebt gij een der geheim'en van het Middelaarswerk van uw Meester.

Vredig kon Hij liggen in den Voederbak' van het beest, in een plaats niet voor menschen bestemd, in een ver van aangenaime atmosfeer.

Want Zijn rieken was aan 'de vreeze des Heeren. Rustig kon Hij rondwandelen tusschen hen, die niet in Hem geloolden, die Hem' nawierpen met rottenden laster, die op Zijn weg lagen opgestapeld als ontbindende lijken.

Want Zijn rieken was aan de vreeze des Heeren.

In vast vertrouwen liet Hij Zich verzoeken door den gifbrakenden duivel, hoo'rde Hij aan de bedwelmende woorden van den sluipmkjordenden Verleider.

Want Zijn rieken was aan de vreeze des Heeren.

Met zaligen glimlach kon Hij de zondaars ontvangen en met hen eten, kon Hij in het gezelschap verkeeren van hoeren en tollenaren. Hij bleef onbesmet en afgescheiden van de zondaren.

Want Zijn rieken was aan de vreeze des Heeren.

Hij kan Zich ook over u heenbuigen, u opnemen en dragen in Zijn armen, u den 'kus der gem'eenschap geven, al zijt gij nog zoo vervuild, .alfis uw ziel één etterende wonde.

Want Zijn rie'ken is en blijft aan de vreeze des Heeren.

Hij draagt dat reukwerk in Zidh.

Het is niet gegoten in nardusflesch, waarvan eerst de hals moet woTden stukgeslagen', opdat.de geuren uitvli^gen en den mensch van buiten af opwekken.

De opwekking en vrijwa, ring tegen smet, kwam' bij Hem van binnen uit.

Behoorde tot Zijn persoonlijkheid.

Daarom was Hij ook voor besmetting onvatbaar. Daarom kon Hij voor geen bezoeking bezwijken.

Het reufcweil, dat in Zijn ziel brandde, was de vreeze des Heeren.

De mystieke gesteldheid, waardoor Hij als Zoon alles intuïtief wilde doen, wat den Vader weibehaaglijk ikon zijn.

De teere godsvrucht, die alles mijdt, wat God zou 'bedroeven en niets durft ondernemen, dat de goedkeuring van den Heilige niet zou wegdragen.

De heilige macht, die wijsheid baart en tot onstraffelijken wandel bekwaamt.

Die vreeze, de vrucht des Geestes, werd Hem geschonken zonder mate.

Die vreeze vulde Zijn ziele-heiligdom' geheel. Daaraan riekte Hij..

En zoo kon Hij onder ons wonen.

Wie !nu de zalving van den Heilige heeft, heeft ook iets van dat reukwerk. Zijn ziel is er niet vol van. Helaas neen. Maar 't is er. Het brandt. Het riekt.

Anders kondt gij de verdorven wereld niet in

Anders kondt gij in het lichaam der zonde geej dag langer blijven. Nu wel.

Wel hebt ^ij bezorgd te zijn om toch steeds aan die vreeze des Heeren te rieken.

Indien die vreeze ontbreekt, dan ontbreekt ^ de zalving, dan ontbreekt' u Christus, dan oat. breekt u Bethlehem. Dan hebt gij te bedelen on kind te worden in het geboTen Kindek'e van den Kerstdag.

Maar als ge dan, toet de vreeze des Heeren aan. gedaan, in de wereld komt, snuif dan niet 'op üe onzalige lucht van uw zondelijken aard, die vaj binnen uit opwalmt.

Het inleven in het Kerstfeit make u meer Ije dreven om voor den ondraaglijken stan'k uil uw innerlijk', uw ziele-reuik'orgaan buiten werking te stellen, maar het in beweging te laten brengen dooi' de heerlijk© vreeze des Heeren.

Dat zal ook gebieuren, wanneer gij u' in beslat laat nemen en in beslag genom'en wordt door den Geest van Christus.

Hij zal u meer en meer gelijkvormig maken aan het Beeld van Hem, Wiens rieken was aan de vreeze des Heeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Zijn rieken.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's