GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de school doF wijshegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de school doF wijshegeerte.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

XII.

Het begrip van de wij sbegeerte.

De nadenkende lezer (ik bedoel: hoorder) zal niij wellicht beschuldigen van on-redelijke behandeling der stof, iomdat ik ipas in < het 12de artikel een begin najaal? ; met de beantwoording van de vraag: Wat is wijsbegeerte?

Mag toen praten over dingen, zonder vooraf te zeggen wat ze zijn?

Tot verdediging van toijn methode stel ik' twee opmerkingen.

Vooreerst, dat ik in deze artikelen niet een soort akademischen cursus geef aan menschen, die geroepen worden van .het vak der wijsbegeerte een wetenschappelijke studie te toaken.

Dit zou te-ónpa, s zijn in een „populair" weekblad als „D© Reformatie", en alleen thiuis hooren in een deskundig tijdschrift voor wijsbegeerte.

Het doel van deze artikelen moet zijn, in de wijsgeerige kennis, die voor den ontwik'kelden chtisten van dezen tijd noodzakelijk is, geestelijk en opvoedkundig getypeerd onderwijs te geven, en daartoe moest ik vooraf de gewenschte geestelijke belangstelling voor het onderwerp op' temperatuut brengen.

En in de tweede plaats wil ik zeggen, dat een onderzoek naar het begrip en de taak van de.wijsbegeerte volstrekt niet heschouwd moet worden als een gemakkelijk afgedaan inleidink-je tot de wijsbegeerte, maar wel degelijk moet gerekend worden 'te behooren tot het.., wijsgeerig denk'-werk zelf. '^'S*'^: .: •'> •.'

Tot de meest moeilijke én gewiehtige vraagstukken..van de wijsbegeerte hoort het vraagstuk van het begrip-filosofie.

Wanneer iemand goed begrijpt en duidelijk zeg; gen kan wat wijsbegeerte is, is hij reeds een wijsgeertje, waarvoor men respek't moet hebben.

Misschien klinkt het bela, chelijk en onteerend voor de groote zaak, waarmede wij ons hier bezig houden, " maar tóch moet het gezegd: Nu, na vijfentwintig eeuwen •beoefening'van de wijsbegeerte, door de meest excellente en begaafde peins-worstelaars, is men het over het eigenlijke begrip, de taak en het doel, van de wijsbegeerte nog niet ééns kunnen worden.

Wie in een woordenboek van filosofische begrippen (als b.v. het up-to-date bijgewerkte, drie-deelige, woordenboek van Rudolf Eister) het artikel filosofie opslaat, deinst een oogenblik verbijsterd terug bij het zien van de verwarrende veelheid van antwoorden, die door de Aréopagieten der wijsbegeerte in den loop der tijden op de schijnbaar onnoozele vraag naar ihet begrip van dit \^ak' gegeven is.

Het is haast ondoenlijk' twéé mannetjes te vinden, die precies eenstemmig antwoorden.

Elk vogeltje piept zijn eigen lied, naardat liet .„gestemd" is.

Men heeft wijsbegeerte jgenoemd de 'kunst van het denken, bespiegeling', wetenschap, religie.

Men heeft wijsbegeerte beperkt tot het enkele Viak. van ken-theorie i(onderzoe'k naar de wetten van het denken), imaar odk beschouwd als de weten soha, p, die alle wetenschappen tot één .maa.kt

Het is echter niet noodig een historisch overwicht van deze hoogst interessante en leerzame begripsbesohrijvingen voorop té doen gaan-

We kiezen een eenvoudigen weg.

We begirmen bij het Nedürlandsche woord: w ij s-begeerte. '•..-.

Bolland heeft eens gezegd, dat geen taal zich zoo goed leent tot wijsgeerigie bepaling' en redeneering als de Nederlandsche taal. Dit zegt wat in den mond van een man, die onze taal heeft gekend en gekneed als weinigen; die als niemand a.nders de schatten'van ons Hollandsch heeft dienstbaar, gemaakt aan de meest "A^erfijnde en hóógvluchtige •bespiegelingen.

Het klinkt, na hetgeen wij opgemerkt hebben over het ónwijsgeerig karakter en de povere denkvruchten van de Nederlandsches volksziel, bevreemdend, te vernemen, dat onze taal bij uitstek geschikt is voor wijsgeerig denken.

En toch is het niet onbegrijpelijk.

In de wijsbegeerte : zijn twee dingen noodig: fantasie en klaarheid.

Van het eerste artikel bezitten wij, Hollanders, weinig.

Maar in klaarheid staan wij bij geen ander volk aichter.

Wij zijn volgens het oordeel van professor Mennes, het nucSiterste, en dus minst nevelachtige, van alle Germaansche volken.

En Camille Huysmans heeft van ons gezegd: „De Hollander bemint niet de groote lijn, maar de distinctie".

Distinctie beteeként: onderscheiding, zuivere grens-en begripsbepialing, — juist wat voor' de wijsbegeerte het éérst noodigie is.

Wij, Hollanders, zijn meesters in de schepping van het juiste woord, van' den .rechten naam.

In dezen zijn we oorspronkelijk.

Welk volk heeft (en gebruikt!) als wij, een eigen woord voor toüziék: de toonkunst?

En wat is hiet een treffend woord!

En welk volk heeft (en gebruikt!) een eigen woord voor filosofie: de wij s heg eer te?

Ook een goed - Wioord, een naam', die tegelijk omschrijving is.

Laat ons dezen naam eejis nauwkeurig' bekijken, en de poging wagen er de gewenschte begripsbepaling uit af te leiden.

Overeenstemming tusschen het uithéemsche woord filosofie en het Hollandsche woord w ij s-b'egeerte bestaat er in dit opzicht, dat beiden het woord wijsheid bevatten.

Het Grieksche woord filosofie luidt, letterlijk vertaald, w ij s h e i d s 1 i e f d e.

Nu is wijsheid iets anders dan wetenschap.

Alle wijsheid is wetenschap, maar niet alle wetenschap is wijsheid.

Een wijs mensch wéét, maar niet door het weten a.lleen is hij wijs.

Wijsheid is een ding, dat in geen school woixlt geleerd.

Wijsheid is, evenals Ikunst, de vrucht van een gave.

Anders zouden er geen „wijze 'kinderen" zijn.

Wanneer noemt men een kind wijs ?

Niet wanneer het veel wéét, m'aar als het verstandig denkt; over de levensverscMjnselen, die het ontmoet, nadenkt, en er, op zijn toanier, eeivgoed oordeel over uitspreekt.

Bij de wijsheid komt het niet aan op den omvang van het weten, maar op het gebruik' van het weten.

Wijsheid is dus een hooger begrip dan wetenschap, niet alleen, omdat ze zich veelal bemoeit Imiet hooger dingen, maar oindat ze het weten en het gewetene, wil voor een hooger doel.

In één woord gezegd: bij de wijsheid is de instrumentale factor bet verstand, maar de stuwende kracht het hart.

Ge ziet het in de Schrift, waar (in üosterschen trant) het woord wijsheid zöo goed als geheel geannexeerd Avordt voor zedelij'ke doelen.

De wijsheid roept tot de slediten (onervarenen): verstaat kloekzinnigheid, . - — en zegt tot de zotten: verstaat met het hart.

De Schrift zegt, dat de vreeze des Heeren het beginsel der wijsheid is.

En de vrucht der wijsheid?

Wie de wijsheid vindt, vindt het leven, eir wie haar haat, heeft den dood lief.

Nu verliezen wij niet uit het oog, dat in de Schrift de wijsheid in de diepste kern een religieus begrip is, maar toch moeten we de begripsschakteeririg, die 'de Schrift aan het woord geeft, overbrengen op ons terrein; pnï tot een juiste begripsbepaling te komen.

En dan zeggen we: Wijsheid is een zaak, waarmee de geheele. ziel van den mensch bemoeid is. De aandrift tot de wijsheid ontwaa^kt uit de ziel, en het doel der wijsheid is de opvoeding der ziel.

In één opzicht zijn dus de vreemde en de Hollandsche benaming eensluidend.

Misschien zou men nog een verschilpunt k'uhnen toaken in dit opzicht, dat wij niet spreken va.n wij shei ds-begeerte, maar van wijs-begeerte, doch dit verschil is geen onderscheid (dat is afgrenzing), en bovendien is het heel goed mogelijk, dat bij ons het woord w ij s een afkorting van wij sheidis.

Maai-let nu op het woord begeerte.

Dit is iets anders dan liefde.

Overeenstermning is er tusschen deze beide woorden in negatieven .zin, namelijk, dat ze geen van beiden iets bevatten, da, t op .Jj' e zit of e i g e n d o m betrekking heeft.

Noch de filosoof, noch de wijsgeer, verklaren, door hun naam, dat zij de wijsheid deelachtig zijn. Ze spreken héél bescheiden, — de één, dat hij de wijsheid liefheeft, de ander, dat hij ze begeert.

Maar overeenstemming is er oo^k in positieve)i zin, en wel, dat in beide woorden de gedachte ligt, die zuiver met het bóvenbepa.alde wijsheidsbegrip overeenstemt, namelijk dat de mensch zich tegenover de wijsheid plaatst met zijn hart.

Beide, liefhebben en begeeren, zijn een kwestie, niet van het intellékt, maar van de interne krachten der ziel.

Maar let nu op het ondei-scheid'.

Begeerte schijnt iets zwakkers en sob'erders te zijn dan liefde.

In werkelijkheid is het sterker.

Er is wel liefde zonder bicgeerte, bijvoorbeeld de liefde der bewondering.

Goethe heeft gezegd: „De sterren, die begeert men niet".

Maar is geen begeerte zonder liefde. Men kan niet begééren wat men niet bezint.

Want begeerte is de wil tot vereeniging, tot duurzaam' bezit.

Daarom wordt aan do vrouw gezegd: , , Tot uwen toan zal uwe begeerte zijn".

Dus is de wijsgeer de man, die niet rust, vóór hij hééft wat hij liefheeft.

Wij kunnen met onze Hollandsohe begripsbeschrijving tevreden zijn.

Ze is héél sober, maar juist.

En we trekken er deze redelijke slotsom uit, dat iemand een geleerde jkan wezen, zonder een wijsgeer te zijn.

Maar ook, dat iemand een wijsgeer kan zijn, zonder veel wetenschappelijke bagage mee te dragen op zijn levensweg.

Wijsgeer is niet de mian, die angstig en hittig pompt voor zijn examen, en straks de strikt noodzakelijke kennis paraat houdt voor zijn praktijk.

Wijsgeer is ook niet de .man, die de kameren van zijn hersens gemaakt heeft tot een warenhuis of een bibliotheek.

Maar wijsgeer is de miensch, die al zijn vermoigens (natuurlijk ook het wetenschapp'elij k denkvermogen) gebruikt om w ij s te worden, dat wil zieggen, door het begrijpen der dingen ten volle mens oh te zijn, en te komen tot wat Dr Gunning (in 'een schitterende essay over Spinoza) noemde; de eenheid des levens.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

In de school doF wijshegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's