GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PASCAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PASCAL

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

II (Slot.)

Men verwacJits hier geen beknopte levenstieschrijving van Pascal.

Wie ihet daaxom te doen is, sla de eer.ste de beste encyclopaedie op en' !hij zal er de voor-. naamste gegevens vinden.

Natuurlijk ontken ik daarmee niet, dat een biograiie van Pascal minder interessant en van geen be]a.ng zou zijn.

Het tegendeel is het geval.

Maar voor het doel dezer artikelen kunnen jaartallen en ook' menige gebeurtenis in Pascal's leven gevoeglijk worden gemist.

Zeer zeker wil ik zijn leven ook van den ultwendigen kant bezien.

Maax dan toch alleen in enkele momenten.

En dan zonder den" saiüeühang met zijn • innerlijk te vergeten.

Wie dan de uitwendige zijde van zijn leven als met één pennestreek wil teekenen, ïan dit niet beter doen met het woord: neurasthenicus, zenuwlijder.

In fhet oog van de groote menigte is dat geen aanbeveling.

Veeleer een reden om zich van hem af wenden. te

Een neurasthenicus geldt gewoonlijk als on toerekenbaar.

Brachtmensch kan hij volgens de volksopvatting niet zijn.

En toch, wie de histodre intime va, n de imannen van betee'kenis uit de wereldMstoiie kende, zou erover versteld staan, welk een h'oog percentage onder hen tot de bedoelde kategode hebben behoord.

Door een Zwitsersch hoogleeraar, specialiteit onder de specialiteiten, warden de neurasthenici zaliggesproken, want, zoo betoogt hij, onder hen kwamen de genieën voor, die de wtereld hebben vooruitgebraclht en aan wie met naiüe onze Europeesche kuituur schier alles heelt te danken.

En dan noemt hij onder de geniale neurasthenici ook Pascal.

Zoo'n . lütspraiaiÜ lijkt ons reeds om den vorm minder gelukkig. Een zaligspreking wordt door ons als een profanie gevoeld.

Bovendien geeft hij hier uitdrukking aan een gevaarlijke waarheid.

Hoeveel neurasthenici loopen er niet rond, die zidi miskende genieën wanen, terwijl ze inderdaad Diet anders dan brekebeenen met grenzelooze zelfoverschatting zijn.

Zulk een boutade zou op zichzelf het getal v, an die ongelukkige zelfoverschatters kunnen vermeerderen.

Daarom is ze gevaarlijk.

En toch, blijkens de geschiedenis schuilt er een ontstellende waarheid in.

Genieën waren meestal neurasthenici of hebben althans een neurasthenischie periode in hun leven gekend.

Pascal is echter neurasthenicus geweest schier '^an de wieg tot het graf.

Reeds in zijn kinderjaren werd hij door een geheimzinnige ziekte aangetast, die achteraf bleek, tenminste volgens velen, een voorbode te zijn van ^^ kwaal, die zich later zoo vreeselijk bij hem openbaarde.

Op achttienjarigen leeftijd was hij reeds voor S< > ed geknakt.

Hij stierf, toen hij slechts negendertig jaren oud was.

Een benaderende verklaring. van dit merkwaardige verschijnsel ligt mogelijk hierin: een genie is een geboren worstelaar met de werkelijkheid. Hij voelt zich meer dan iemand anders heer der schepping, meester 't zij over de stoffelijke, , 't zij over de geestelijke wereld. Hij wil de werkelijkheid veranderen. Hij ziet intuïtief hoe 't.kan, hoe het moet.

Bij sommige genieën blijft het bij zien, bij willen. Het komt echter bij hen niet tot de da.ad. Het zijn de passieven, aan wie de wereld weinig heeft.

Anderen echter zetten den strijd met de werkelijkheid door. Zij winnen die. Maar niet. zonder letsel.

In de worsteling ontwricht de werkelijkheid hun de heup.

Zij gaan voor een tijd of voor altijd psychisch manie.

Zij zijn geestelijk onevenwichtig.

Tot de laatsten nu moet Pascal worden gerekend. Hij bleef oyerwinnaar.

Maar ook invalide.

Eeir overwinnaar met één arm en één heen.

Pascal was een gepassioneerde figuur.

Hij ging tegenover de werkelijkheid staan met' de passie van den beeldhouwer, die rechts en links de stukken marmer vliegen doet, totdat zijn idee iii hét kostelijke materiaal is verwerkelijkt en pias daarna g'evoelt, dat er kracht van hem' is uitgegaan. ^ ' '• '

Gedurende de eerste helft van zijn leven richtte die hartstocht zich, op de wetenschap.

En hij werd niet een kennis-verzamela: ar, maar een uitvinder.-

Als knaap vond hij reeds de algemeene principia van - de geluidsleer.

Over de wiskunde verschafte zijn vader hem m-et opzet mialgere gegevens. Maar op eigen geleg; ehheid deed hij met die gegevens wonderen. Hij dacht een theorie uit over de kegelsneden en leidde daaruit niet minder dan vierhonderd stellingen af. Van 'hem is afkomstig de kans-of waarschijnllijkheidsrekening. Hij konstrueerde een rekenmachine, die liet grondmodel vormt voor de Jiuidigp. Eveneens zijn aan hem te dank'en de tweewielige wagens. Het glelukte aian hem' den luchtdruk te meten.

Op welk* terrein hij zich ook bewiooig; , allerwegen moest.de werit'elijk'heid hem' in haar mysteriën betrekken.

Wat de exafete wetenschappen aan Pascal te dank'en 'hebben, v, alt niet gemakkelijk al te wegen.

En met dezelfde hartstocht wierp hij zich later op de religie.

Hij was een onstuimig waarheidszoeker.

Hij igunde zich vaal? ' niet eens den tijd om de gedachten, die uit zijn overvolle ziel opspoten, ordelijk als in een bassin te verzamelen, in een book vast te leggen.

Hij schreef ze op kladblaadjes.

Ook wel oip zijn naigels.

In zijn element voelde hij zich, waanneer hij de Jesuieten kon bestrijden.

Zijn Lettres Provinciales wreven de argumenten der Jesuieten tot poeder.

Sarcasme, ernst, verontwaardiigiAg wisselden elkander af.

Wie zich den vromen Pascal denkt als een zachte natuur, heeft nog nooit k'ennis met hein' gemaakt

Hij, die het eene oogenblik' een zoon van een liefdesap'Oistel scheen, toonde zioh het andere een Boanerges, - een zoon des donders.

Hij werkte met vuur en met bliksem'.

Hij was telkens de maat kwijt.

Hij arbeidde boven de maat.

Hij hökelde boven de maat.

Hij had lief boven de ma.a.t. Want hij vergiat gedurig ihet: gelijk uzelven.

Hij was voor zichzelf streng, boven de maal.

Zijn ascese geleek, op foltering. Zwaar heeft hij zijn zwakke lichaam gekastijd.

Ock hierin bleef hij uitvinder: hij vond nieuwe kwellingen uit.

Aan vader Pascal heeft het niet gelegen, dat zijn zoon buiten de maat ging.

Hij had reeds vroeg de neigingen van Blaise doorzien en zijn maatregelen daartegen genomen.

Hij had het zoo netjes in mekaar gezet: zoo. oud moet hij zijn, als hij daarmee begint en zoo oud als 'hij dat aanpakt, 't Sloot magnifiek.

Maar wie bindt er een genie?

Wie loopt met een jonge leeuw, zoo pas in Afrika verschalkt en naar hier getransporteerd aan een touwtje door de Ivialversti'aat ?

Wie houdt een adelaar in een machtige kooi met spijlen van koperdraad?

De gcedbedoelde bepalingen van zijn vader had onze Pascal verbogen, afgeknapt, zonder ongehooTzaam te zijn.

Het recept was eenvoudig en probaat.

Wat zijn vader hem onthield, daciht hijzelf uit.

Geef eien muziek'-genialen jongen geen viool, inet de elastieken uit zijns vaders bottines oif uit zijns zusters .kousebanden of jarretelles maakt hij er een. Primitief, natuurlijk. Maar hij kan zich oefenen.

Als vader Pascal'ziet, 'dat de jongen niet meer is te houden, legt hij zijn ambt neder cm: zich geheel aan de opvoeding van Blaise en zijn dochters Jacqueline en Gilberte te wijden.

Of dat van ons standpunt bezien geoorloofd is?

Generaal gesproken zeker niet!

Een vader mag niet opgaan in zijn huisgezin. Dat zou uitloopen op een schildpad-christendpm'. Men zou zich het grootste deel zijns levens in eigen 'huis terugtrekken, miaar zijn roeping naar buiten vergeten. Laat de wereld maar omkomten! Zulk een axk-leven mag alleen geleid, als God de deur heeft toegesloten. En ook', dan zal Hij zorgen, dat ze weer sp'oedig. zal opengaan.

Misschien kan als verontschuldiging van vader Pascal dienen, dat hij een genie had voortgebracht en hij dit zoo vroejg had ingezien.

Maar ouders zijn zelden zoo helderziend als vaderi Pascal.

Hun liefde toovert zoo gauw hun uil om' in een valk.

Langzamerhand werd Pascal de spil van het gezin. Ook zijn zusters leefden voor hem. .Jacqueline is in veel opzichten zijn dubbelziel. Gilberte, hoewel later gehuwd en ongetwijfeld een lieve troiuwe gade, hee'ft toch meer bijgedraig'en tot de heerlijkheid haars broers ^dan tot de heerlijkheid haars mans. Zij is zijn eerste biografe. En welk een biografe! Zij verhaalt zoo oprecht en eenvoudig, met bewoge'U zusterlijke piëteit.

Alle verleidingen van den hoogmoed werkten op die wijze opi Pascal in.

Niettemin bleef [hij nederig.

Dat typeert niet Pascal.

Het valt niet te verklaren uit aangeboren eigenschappen.

Het was genade.

Pascal kende het leven uit genade alleen.

Wa, nneer het bewustzijn daarvan in 'hem ontwaakte, kan niet worden aangegeven.

Men spreekt bij (hem van een eerste en een tweede bekeering.

Maar met beide zit men verlegen.

De eerste b-ekeering bra.cht hem in aanraking m'et het dusgenaamide Jansenisme, aldus geheeten naar den Ypersoben bisschop Cornelis Jansen, die de Augustijnsche leer van zonde en genade krachtig beleed, op grond daarvan de Jesuieten met hun leer van de wilsvrijheid fel bestreed en wiens werk over Augustinus na zijn dood veroordeeld werd. Zijn. aanbangers stoorden zich er niet aan, vormden te Port Royal, niet ver van Parijs, een kring en stonden aan velerlei vei-volging van de Jesuieten bloot.

Twee dokters, die zijn, vader behandelden spra-

ken met Pascal over de dusgenaamde Jansenistea en in principe was Pascal voor deze richting gewonnen. Van 'nu iaf aan moeide zijn geest zich' allermeest met de 'religie.

Door velen is deze bekeering een verstandelijke genoemd. Men grondt dat vooral op het leven, dat Pascal een paar jaar later ging. leiden. Toen zijn kracht was uitgeput en zijn geest niet meer functioneerde als vroeger, werd hem geadviseerd ontspanning te zoeken. Hij wierp zich midden in den maalstroom' van het wereldsche leven. Hij toefde in de onmiddellijke nabijheid van de diepten des Satans. Kaar zijn zuster Gilberte en zijn vrienden echter verzekeren, bleef hij louter toeschoiUwer. Hij zou volgens hen de reinheid hebben bewaard. Ik kan het niet weerspreken. Toch haatte hij niet 'het 'kleed, dat door het vleesch bezoen deld was.

In dien tijd drong ook de liefde zijn hart binnen. Zijn uitverkorene was een zuster van een zijner wereldsche vrienden. Naar sommigen willen, zou die liefde een zuiver platonisch karakter hebben gedragen. En de briefwisseling, die bewaard bleef, pleit hiervooir. De geliefden schrijven elkander over de vroomheid. Maar anderen beweren, dat de passages, die meer amoureus waren getint, er later uit zijn geschrapt. Wat hier\^an waar zij, zal wel nooit iemand te weten kooien.

Dan volgt vrij plotseling zijn tweede bekeering. Jacqueline, zijn zuster, die kloosterlinge te Port-Royal was gevvorden en met wie hij veel sprak, wa.s er het middel toe. Toen-verviel hij van Jiet eene uiterste in het andere. Hij werd solitaire, eenzame te Port-Royal. En hij liet geen poging onbeproefd om zijn vleesdi te kruisigen. Mag ra-en dit aanmerken als het kennierk van een waarachtige bekeering? Immers neen.

De bekeering van Pascal is evenzeer een raadsel als die van Augustinus.

Dat raadselachtige zal wel nimmer worden opgeheven

Dit staat echter wel vast, dat noch zijn „eerste" noch zijn „tweede" bekeering zijn eigenlijke hekeering waren.

Het waren keer punten, geen ]> e k e e ring s-punten in zijn leven.

Het Augustinisme werd in hem vleesch en bloed. Wie heeft op den mensch pessimistischer blik gehad dan hij?

Wie heeft zoo zwart de menschelijké verdorvenheid geschilderd ?

Wie heeft zichzelf zoo van alle goed onttakeld?

Maar wie leunde zoo sterk als hij op genade?

Wie verheerlijkte zoo hoog als hij de incarnatie' (vleeschwording des Woords), het lijden en sterven des Heeren?

Ik zou hierop willen antwoorden: in dat alles werd hij slechts doox Calvijn overtroffen.

Het is Pascal's o-ngieluk geweest, dat hij rechtstreeksch bij Augustinus aanknoopte en de beteekenis van Calvijn niet heeft doorgrond.

Hij zag het niet, hoe de lijn van Augustinus naar den tegenwoordigen tijd over Calvijn loopt.

Dat vomit de groofe lacune in zijn gedachten.

Het geloofsstuk der algemeene genade ging aan hem voorbij. Toen (hij het innigst leefde, leefde hij contra naturam et rationem, tegen de natuur en het verstand niet.

De „kleine vonkskens" zag hij niet gloren.

Ook loopt door zijn theologie een dunne draad van twijfel evenals bij Augtistinus.

Tot de geloofszekerheid van een Calvijn mocht hij niet opklimmen.

In de gelooifs\ierdediging gaat hij utilistisch •& ! weit, laat hij vooral het nuttigheidsargument gelden.

Het bestaan van Gkwi is voor hem een zaak van „wedden". Wedt men, dat Hij bestaat en Hij bestaat niet, zoo verliest men er niets bij. Wedt men, dat Hij niet bestaat en Hij bestaat wel, dan verliest men 'de zaligiheid en het eeuwige leven. Daarom is het, hoe mien het ook, beziet, het voordeeligist aan [het bestaan van God te gelooven.

Een verheven standpunt neemt hij hierm'ee tegenover de ongeloovigen stellig jiiet in.

Ook in zijn stervenswoord laat de twijfel hem niet geheel en al los.

Men vangt van zijn veege lippen niet op een triumfantelijk: ik jga naar Jezus. Doch een wensChend: dat God mij niet verlate.

Waar aanleiding van de studie van mej. Dr Ca. Serrurier, waarvan dezer dagen een tweede druk' versoheen, hoop ik binnenkort nog iets te schrijven over de Pensees van Pascal.

Mogelijk ook in aansluiting aan Maurice Barrès' boek: „FAngoisse de Pascal", over zijn twijfel.

Nu nam ik' slechts de gelegeiiheid te baat om dankend te herdenken.

De massa grijpt niet naar Pascal, omdat ze hem niet begrijpt.

Maar den enkele, die naax hem.grijpt, laat hij niet los.

Velen hebben hun leven er aan besteed om zijn gedachten na te den'ken. s

Van Auguste Gazier wordt verteld, dat hij zich geheel had gegeven aan de studie van het zoogenaaïnde Jansenisme.

Tegen het einde van zijn leven liet hij zich overhalen de vruchten van zijn studie aan de pers toe te vertrouwen.

Hij bad God om hem nog anderhalf jaar te sparen.

Het anderhalve jaar verstreek.

Gazier had de laatste letter geschreven.

Zijn boek was voltooid.

Toen stierf hij.

Ook wij kunnen ons aan de gedachtestroomen van Pascal verkwikken.

Hij staat ons zoo na.

Wie hem niet begrijpen kan, de Gereformeerde wel.

En toch prijzen we onzen God, omdat Hij ons een weg heeft gewezen, die nog .uitnemender is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1923

De Reformatie | 6 Pagina's

PASCAL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juli 1923

De Reformatie | 6 Pagina's