GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijt Gij niet van ouds af de Heere, mijn God, mijn Heilige? Wij gullen niet sterven! Habaicnli:1:12a.

Niet sterven.

Is er in onzen tijd nog plaats voor geloofsroem? Is er in deze wereld vol woeling en wankeling, vol groeiende vijandschap en zich verscherpende godsverzaking, nog reden voor het volk Gods om te hopen? Schijnbaar niet, en wie alleen aanmerkt de dingen, die gezien worden, geeft den moed op, en vlucht weg in dien hoek, waarin de hatende wereld ons zoo graag opsluit.

En toch is er reden tot optimisme.

Toch kunt gij, belijder van den Christus, nog hopen.

Luister slechts naar den profeet Habakuk, en leer van hem, hoe ge trots alle donkerheid niet behoeft te vertwijfelen.

Deze ziener Gods profeteert in een crisistijd.

Het staat er met het bonds volk droef voor. Inner lijk wordt het verteerd door geestelijke ellende,

Het religieuse en moreele leven is diep gezonken. „Geweld en onrecht is voor mij, zoo klaagt Habakuk, en er is twist en geschil verheft zich.

Daarom verslapt de wet" en het recht komt nimmervveer te voorschijn. Want de goddelooze omsingelt den rechtvaardige, daarom gaat het recht verdraaid uit". En uitwendig dreigen bange gevaren, want Babel komt. De Heere verwekt den ChaHeër, en dit bittere en snelle volk stormt aan om de kleine natiën te overweldigen, zooals de ruiter, die over de velden draalt, de bloemen vertrapt.

Heeft de profeet dan nog reden tot roem? Schijnbaar niet, en ... klaag liever, iknecht Gods, die den last des Heeren op uw ziel voelt drukken.

Maar ... Habakuk klaagt niet.

Hij ziet al die ellende vlak in 't gezicihit. Hij sluit zijn oogen niet voor de werkelijlkheid. Hij is wars van alle struisvogelpolitiek.

Doch staande tegenover de innerlijke inzinking, en de donkere wolken, die in dreigende, sombere stoeten komen aandrijven, jubelt hiij: wij.zuilen niet sterven.

Dat is geloofsroem van den eersten rang. Dat is heilig optimisme, zooals alleen Gods kind kent.

Een optimisme, dat de realiteit niet voorbijziet, maar zich boven de donkerheid verheft tot fiet licht, dat zeker triomfeeren zal.

Is die roem niet te stout?

Heeft de profeet voor zoo'n taal voldoenden grond ?

Zeker, want aan deze woorden gaat vooraf: Zijt Gij niet van eeuwigheid, Heere? Mijn God, mijn Heilige? En in die belijdenis ligt tweeërlei opgesloten. Is God de Heilige, dan kan Hij het Kwade niet gedoogen, en moet tenslotte de vijand ondergaan, maar dan is Hij ook de Heilige voor Zijnvolk, de "Verbondsgod, de Getrouwe, de Rots, die niet wankelt. Die Zijn erve sparen en al Zijn beloften vervullen zal..

Aan dien Heere klemt Habakuk zich vast.

Op dat verbond Gods steunt hij.

Kende hij dien steun niet, hij zou niet durven roemen.

Dan brandde Gods. heiligheid ook tegen Juda.

Dan zou het volk voor het verterend vuur niet kunnen bestaan, maar nu hij schuilen mag in de hoede van 's Heeren genade en ontferming, van Zijn liefde en trouw, mag hij met heiligen durf op het leven hopen, en tegenover alle ellende getuigen: w ij zullen niet sterven.

Die hoop is niet beschaamd.

Wel is 'de Chaldeër gekomen, en heeft Juda weggevoerd.

Wel zijn de heilige stad en de tempel verwoest. Maar God heeft Zijn volk gespaard, en uit de diepten van ballingschap en druk keert het gelouterd weer. Het bloeit weer op. Het brengt den Christus voort, en leeft' eeuwig in het waarachtig Israël, in de gemeente des levenden Gods, die nooit sterft. , ; ,

Zoo sterk mogen ook wij gelooven.

Tegenover de wereld van onze dagen.

Tegenover de wereld in ons hia, rt en in onzen kring, die ontrouw en verslapping zaait, en tegenover de wereld buiten ons, die in steeds feller strijd zich keert tegen de gemeente en het koninkrijk Gods Ook al wordt de toestand banger. Ook' al verheft zich straks de mensch der zonde, die zich tegen God stelt, en als "een god laat aanbidden in Zijn tempel. Ook al spant satan alle madhiten samen, om, indien hij kon, zelfs de uitverkorenen te verleiden.

Zeker, dan gaat het hard tegen hard. En wat zullen wij tegen die overrnaclht? Weet ge, wat wij zullen, vragende weifelende harten?

Wij zullen niet sterven.

Omdat God de Heilige is. Die de zonde niet kan aanschouwen.

Omdat God de Verbondsgod is. Die Zijn volk bewaart.

Wat zult gij nu?

Leven of sterven?

Alleen wie den wil via, n God doet, blijft in der eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's