PERS-SCHOUW.

De Utrechtsche Synode.

Buitenstia, anders hebben haar lof „toegezwaaid". Wie onzer snuift den wierook niet gretig in? Dr Dijk, één van de 'kopstukken der Synode, geeft ons een proeve van ontdekkende, en dies verootmoedigende, immanente kritiek.

De synode beeft na uitvoerige disaussie een viertal belijdenisvrag'en gesteld; zij: heeft uitgesproken, dat zij een vaste orde van liturgie rüet wilde bepalen; alle voorstellen omtrent de formi* lieren, ook de voorstellen van de rapporteerende commissie, beeft zijl, zonder veel bespreking, en hoofdzakelijk om des tijds wille, in handen gesteld van nieuwe deputaten, om in 1926 rapport uit te brengen, —• en voor de gezangenquaestie beeft zij diezelfde deputaten aangewszleri, om daarover licht te ontsteken. Het resultaat is dus niet schitterend. Een punt is i.n positieven zin beslist. Een onderdeel is afgestemd, een negatief resultaat dus, en al bet andere is langs den meer en meer gebruikelijken weg van de synodale tafel ver^wijderd. Ik betreur dezen gang van zaken. M.i. ligt de oorzaak niet in bet feit, dat de synode niet rfj!p zou zijn voor een beslissing, maar in het gebrek aan tijd. •Waarom dan niet een week langer vergaderd? En nu weet ik wel, dat in dezen weg er misschien meer kans is, dat we tot de geWenschte verbeteringen komen, maar dat misschien is een groot misschien, en.... zoio blijven we aan 't beraden. Iii' alle geval hadde over de voorstellen van de rapporteerende commissie, waarop ik later hoop teraig te komen, wel een beslissing kunnen vallen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen