GEESTELIJKE ADVIEZEN.
CT. te S. doet me, in verband met wat ik eenigen tijd geleden schreeJ; over gevoielige genieting aan 't.H. Avondmaal, de vraag: in welke verhouding het gevoel staat tot het geloof.
'kWil trachten hem zoo-eenvoudig als me mogelijk is eri zoo beknopt als het hier ter plaatse mo'Ct van eenig antwoord te dienen.
Daartoe begin ik dan met te herinneren, «.lat we, om niet op een dwaalspioor te geraken, ; bij de vraa'g naar de plaats van het gevoel in de religie moeten uitgaa, n van de plaats'die het heeft in oais' zielenleven in het algemeen.
I'hi daarover behoef ik G. — hij merkt hieruit dat ik hem a, anstonds herkende — niet breedvoerig in te lichten.
Hij weet, dat het gevoel een geheel andere, in zekeren zin een tegenoivergestelde rol speelt in ons zieieleven, dan verstand en wil, of, juister gezegd — want verstand, gevoel en wil zijn geen drie naast elkaar bestaande grootoachten in 'ons zieieleven, maar welbeschouwd slechts drie o-nderscheidcne functies of werktuigen onzer ziel zelve — dat de ziel in haar gevoelend leven geheel aaiJers verkeert dan. in haar denkend en willend leven.
Terwijl ze in haar denken en willen actief is, is ze in haar gevoelen: in haar gewaarwordingen, in haar aandoeninge'n passief; ook al is het volkomen - waar, dat ze door gewaarwordingen of aandoeningen tot activiteit geprikkeld wordt.
Het gevoiel heeft daarom op zich zelf geen inhoud.
Het heeft geen fonds, waaruit het voortJn'engeu kan.
Het is op zich zelf genomen' niets dan de vatbaarheid der ziel om indrukken te ontvangen.
In zijn werking is het blo.ot reactie op datgene, waardoor het wordt aangeidaan, in den vorm van lust of onlust, van vreugde of smart, van hoop of vrees enz. Het behoeft daarom altoos een objectieven prikkel om in werking te komen.
Zullen we gevoelen, dan moiet er m. a'. w. altoos eerst iets zijn, dat ons gevoel aandoet. Precies zoo als de gevoelige snaar moet aangeraakt 'worden om klank te geven, en het kla, nkhO'rd een geluidgolf moet opvangen om te resonneeren.
Zoo; is het in het algemeen, en zoo is het óók in het religieuse-, in het genadeleven, onzer ziel.
Want — en dit mocht wat minder vergeten worden — of we met haar natuurlijk leven of met haar genadeleven te do'en mogen hebben — de ziel blijft altoos dezelfde ziel. Genade vernieuwt, reinigt en heiligt wèl het na.tuurlijkei, maar vernietigt het noioit. Ze heft daairom ook de door God gestelde en ingeschapen wetten voor ons zieleleven nooit ^p, maar doet ze, 'integendeel te zuiverder werken.
Ook""in het genadeleven is daaroan nooit het gevoel vooropga, ande werkzame en leidende factor.
Ook daar is het passief, en kan het slechts reageeren op voorstellinge'n der ziel, waardoor het wo'i'dt aangedaan.
Die voorstellingen zijn de geloofsvoorstellingen, welke de ziel zich vo^rmt.
De geloO'Vende ziel ontvangt die geloofsvoorstellingen niet uit haar fa, ntasie en evenmin uit haar eigen bedenken, maaj uit het Woord van God.
In het Woord Gods vindt het geloof, dat naar onze schoone belijdenis in Zondag 7 van .den Heidelberger is , , een stellig weten en een hartelijk vertrouwen van alles wat ons 'God in Zijn Woord geopenbaard heeft", zijn voorwerpi en zijii inhoud.
En' 'het is nu op die uit het Woord ontvangen geloofsvoorstelling, dat de ziel in haar gevoelend leven reageert.
Al naar het voorwerp, is, doet ze dat dan met lust of onlust, met droefheid of vreugde, met liefde of afkeer.
Hierin hebben we den toetssteen voor ons gevoelsleven .
Alle gevoel, dat geen reactie is op, een geloofsvoorstelling, die ons uit het Woord is toegekomen, is geen echt-religieus gevoel, is geen, zooals we het ook wel noemen, „geestelijke bevinding".
Dat kan aesthetisch gevoel o$ welk ander 'ook zijn, maar religieus is het niet.
Dat bij de saamgesteldheid en verborgenheid van ons zieieleven de onderscheiding tusschen , , het snoode en het kostelijke" hier altoos moeilijk blijft, is. duidelijk. Doch bij biddende zelfbep-roeving zal „de gewoonheid" ook hier „de zinnen oefenen" en de handwijzer bij menig verboden en ge\^aarlijk pad allengs duidelijker herkend worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1926
De Reformatie | 8 Pagina's