GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKER.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKER.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. Machen staat pal.

Over de moeilijkheden, welke het Seminarie te Princeton, dat een bolwerk van Calvinisme in Amerika is en uitgaat van de Presbyteriaahsche Kerk ondervindt, hebben, wij reeds een en ander maal in ons blad geschreven. De Synoide dier kerk, waarin modemistische en schipperende elementen de overhand hadden, hebben aan de benoeming van Prof. M'achen tot gewoon hoogleeraar hinderpalen in den weg gelegd en die Verschoven. Verschoven tot wanneer? Velen meeiien, dat die benoeming wel nooit zal volgen. Inmiddels is er in Amerika opgericht de „Bryan University Memorial Association", een vereeniging, welke bedoelt, een Universiteit te stichten ter nagedachtenis van Bryan, den grooten, voorvechter van het Fundamentalisme.

Tot president van. die Universiteit werd benoemd Prof. Machen.

Voorzeker een hooge onderscheiding. En toch Prof. Machen bedankte daarvoor. Hij heeft daarvan ook rekenschap gegeven. Wij lezen daaromtrent in de Amerikaansche „Wachter":

En Dr Machen geeft eenige redenen waarom hij meent te Princeton te moeten blijven. Ik denk gij stelt er belang in deze redenen te weten.

Hij begint met er op te wijzen dat hij zeer waardeert de onderscheiding, welke hem te beurt is gevallen. En herinnert dan even aan de wijze waarop de jongste General Assembly ider Presbyterian Church hem heeft behandeld.

Als eerste reden voor zijn bedanken geeft Prof. Machen den tegenwoordigen toestand, waarin Prince-- ton Seminary zich bevindt. De General Assembly van San Francisco heeft zich uitgelaten ten gunste van een reorganisatie van het Seminarium. Indien de volgende Assembly, zoo zegt Machen, een besluit van reorganisatie mocht aannemen, dan is Princeton het Princeton van vroeger niet meer, „en wij zullen te Princeton een nieuwe inrichting hebben van een radicaal verschillend type".

Intusschen blijft Princeton in 1927—'28 wat het steeds is geweest. Machen geeft den moed nog niet op. , , Het is volstrekt niet zeker, dat het werk der verwoesting aanstaande Mei geautoriseerd zal worden". „Het is zeer wel mogelijk, dat de ware feiten meer algemeen bekend zullen worden, en dat er nog zooveel besef van billijkheid in de Presbyterische Kerk aanwezig is, dat de beslist conservatieven ten minste één seminarie hebben, dat duidelijk en ondubbelzinnig hun gevoelen voorstaat". Zoolang de zaken nog zoo staan, zegt Machen geen vrijmoedigheid te hebben om zijne collega's en de inrichting, die hij van harte lief heeft te verlaten.

Het standpunt, dat Prof. Machen inneemt mogen we zeker „nobel" noemen. Het is wel zoo dat we geen kwaad met kwaad mogen vergelden. Maar het is verre van gemakkelijk en aanigenaam om werkzaam te zijn onder den indruk, dat men bij velen niet de gewenschte persoon is. Hij blijft als mede-stuurman op zijn post. Hij is er blijkbaar niet op nit om eigen gemak of eere te zoeken, maar datgene te doen wat naar zijn volste overtuiging de wil van zijn Zender is.

. Verder wijst Prof. Machen er op, dat hij vooralsnog • geen vrijmoedigheid heeft om de Presbyterian Church te verlaten. Hij is zich zeer wel bewust, dat er een terrein is, dat als interdenaminational plaats biedt tot samenwerking met andere Christenen. Dit neemt echter niet weg, dat „dat het meest besliste Christendom gevonden wordt in de Gereformeerde of Calvinistische geloofsuitdrukking; en ik oordeel, dat dit besliste Christendom het Christendom is, dat het gemakkelijkst te verdedigen is. Daarom noem ik mijzelf nooit een fundamentalist.... maar een Calvinist. Als zoodanig bevind ik mij in den stroom van het leven der kerk, die afdaalt uit het Woord Gods door Augustinus en Calvijn en in Amerika uitdrukking heeft gevonden in de werken van Charles Hodge, Benjamin B, Warfield en andere vertegenwoordigers van de „Princeton School"."

En zoo komt Prof. Machen tot het besluit, dat hij zijne mede-Christenen — ook zij die tot andere kerkengroepen behooren — het best kan dienen door verbonden te blijven met de Presbyterian Church en het Seminarie, dat van haar uitgaat.

Het is in Machen te prijzen, dat tij voor zijn standpunt en beginselen met beslistheid uitkomt. Hij heeft er geen bezwaar tegen om fundamentalisten de broederband te reiken. Hij eert in hen den moed en de toewijding, die zij aan den dag leggen in den strijd tegen het Modernisme. Maar ons geloof, dat er eene Heilige, Algemeene Kerk bestaat, ontslaat ons niet van de verplichting, dat wij ons hebben te voegen bij dat deel dezer Kerk, hetwelk zich naar onze beschouwing het dichtst bij Gods Woord aansluit. De Gereformeerde, Calvinistische leer, de leer die de Presbyterische Kerk nog steeds officieel aanvaart, doet dit. Zoo oordeelt Machen, en we zijn het met Lem hartelijk eens.

Het is te begrijpen, dat velen de besUstheid van Prof. Machen afkeuren. Och, men heeft er niet op tegen, dat iemand zich „Gereformeerd" of „Calvinist" wil noemen, mits hij den gulden middenweg maar houdt, en de punt op de „i" niet te duidelijk maakt. Een beetje voegen en plooien. Iemand, die weet wat hij wil, kan aan zulk geknutsel niet meedoen. Wat zwart is noemt hij zwart.

En nu is het wel opmerkelijk, dat Prof. Machen lof voor zijn beslistheid ontvangt uit een hoek, waarvan men het niet verwachten zou.

Niet in zijn geheel, maar in hoofdzaak laat ik hier --ïïvblgen wat de Christian Register.t'e^ü, der hoofdorganen van de Unitarische Kerk, van Prof. Machen zegt.

„Wij koesteren de hoogste achting voor de trouw van Prof. Machen, waarmede hij de Presbyterische leerstellingen verdedigt. En als er kwaad van hem wordt gesproken door zijne minder getrouwe kerkelijke collega's, dan is dit onrecht jegens hem en schande voor , hen.

„Het feit is dat Machen meer dan bijna iemand anders in zijn kerk een product is van het Calvinistische stelsel. Het heeft hem gemaakt wat hij is.... In de Presbyterische Kerk hel)ben vele leidende predikanten de leer van Calvijn op zij, gezet, ofschoon zij in het openbaar zich nog als aanhangers voordoen.

„Dr Machen legt er nadruk op, dat het Seminarie onderhouden wordt met het doel om Presbyterische theologische studenten Presbyterische theologie te onderwijzen. Dit schijnt niet onredelijk. Hij gaat verder, en beschuldigt sommigen, dat zij dit onderwijs verwaarloozen of verwateren. Zijne collega's werpen deze beschuldiging van zich. Zij trekken niet in twijfel, komen er niet tegen op, dat het plicht is om getrouw te zijn aan de belijdenis der kerk. Zij hebben op Machen tegen, dat hij zoo onwrikbaar op zijn punt blijft staan.

„Feit is echter, dat zij aan het systeem ontgroeid zijn, en toch maar voortgaan de leer op de lippen te nemen, en in de kerk blijven, die hen voor den arbeid betaalt,

„Prof. Machen is eerlijk en trouw De strijd over de leer in vele Protestantsche kerken heeft een groot aantal theologen voortgebracht, die er steeds op uit zijn om de punten van verschil, zoo niet te verwijderen, dan toch zoo oidieduidend mogelijk te maken. Zij kunnen altijd en overal dienst doen. Het is karakteristiek van Machen dat hij zich beslist houdt aan wat hij be-. schouwt zijne roeping te zijn. Het ijzer van den martelaar wordt in hem gevonden".

Een woord van warme sympiathie voor Dr Maclien om zijn kloeke houding mag van onze zijde niet achterwege blijven.

Men heeft hem gesmaad en belasterd.

Men heeft niets onbeproefd gelaten om hem onmogelijk te maken. , -

Maar meer en meer blijken zijn „karakterfoiuten" te bestaan in zijn. taai vasthouden aan de Gereformeerde belijdenis en zijn groote vrijmoedigheid.

Meer en meer maken zijn zoogenaamde „karakterfouten." hem in ons oog tot een man van karakter.

Mannen van karakter zijn nu eenmaal lastig voor oen laveerende menigte.

Het typeert Prof. Machen ook, dat hij het stoere Calvinisme niet wil inruilen tegen het slapper en soepeler Fundamentalisme.

In fron.tverlenging ziet hij geen heil en terecht.

En dat er nu zelfs buitenstaanders zijn, die zijn houding weten te waardeeren verwondert ons niet.

Een man uit één stuk, gelijk hij, dwingt ten slofte respekt af.

Er zijn er in Amerika wel, die aan de toekomst van het Calvinisme daar te lande wanhopen.

Doch zoolang God aan een land mannen als' Prof. Machen geeft, moet het als kleingeloof worden aangemerkt, indien men zijn opfimisme in deze verliest.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKER.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1927

De Reformatie | 8 Pagina's