GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

FINACIËEL ECONOMISCH JAAROVERZICHT (1930).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINACIËEL ECONOMISCH JAAROVERZICHT (1930).

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu het jaar 1930 teneinde is en over dat tijdsverloop een overzicht wordt gegeven, kan het niet andejs' of men moet zien dat alle dingeïi op economisch gebied anders zijn uitgekomen dan velen hebben vermoed.

Wie in het begin van 1930 dacht dat 'de inzinking haar laagtepunt had bereikt is ten hoogste teleurgesteld uitgekomen.

Menschelijfce berekeningen hebben gefaald en het verlossende woord is niet gesproken geworden.

Integendeel, 't is als in den tijd van den Babylonischen torenbouw; er heerscht verwarring over heel de wereld; men verstaat elkander niet.

We zien dan ook dat wij menschen niets van onszelven kunnen, doch dat wij in onzen arbeid, in het uitwerken der economische vraagstukken, ja, in alle dingen afhankelijk zijn van God, Die juist in tijden van moeite en zorg. De Helper is ai Die ons zal ondersteunen en het verstand zal verhchten waardoor onze arbeid rijkelijk zal worden gezegend, indien we Hem in het geloof daar om bidden.

Als de geschiedschrijver het jaar 1930 aan zich laat voorbijgaan, dan vindt hij twee groote uitersten, die hem frappeeren. Aan de eene zijde onnoemelijk leed, diepe wonden, die de zich steeds verscherpende depressie heeft geslagen onder alle lagen der bevolking, toenemende vijandschap tusschen de volkeren, die elk oqgenblik opnieuw ©en herhaling van 1914 zal kunnen geven, maar aan den anderen kant een dwingende kracht naar verlaging van den levensstandaard, naar versobering en naar uitsnijden van de excessen, die de naoorlogsche periode heeft te zien gegeven. Twee geheel verschillende feiten. Het leerste veroorzaakt tijdelijk ongemak, tijdelijken nood', al voelen wij het schrijnende ervan mede, terwijl het andere op den langen duur zijn zegeningen zal opleveren.

Wij behoeven ni^t stil te staan bij de verwording, die sinds 1914 het moreele leven op den rand van den afgrond heeft gebracht. De hoogere levensstandaard van de massa heeft weliswaar materiëele verbetering gebracht, maar verscherpte tevens de ontevredenheid, de wangunst, en verbrak de saamhoorigheid. Wij willen niet beweren, dat 1930 daarin een fundamenteele verandering heeft gebracht, integendeel; wel gelooven wij, dat versobeTing op den duur hierin een heilzame verbetering zal kunnen brengen, al zal de weg daartoe moeilijk en vol gevaren zijn.

De deflatie: , die al in 1929 is ingetreden en waarvan de beurspaniek in October/November van dat jaar het eerste uiterlijke symptoomi was, heeft verdere voortgang gemaakt. Deflatie wil in breederen zin zeggen, dat de stabiliteit in de verhouding tusschen goederen en ruilmiddel is verstoord ten voordeele van het ruilmiddel, met andere woorden^ dat het geld in waarde is gestegen en het prijsniveau gedaald. Deflatie brengt algeheele pijnlijke onzekerheid; effectenkoersen, prijzen van producten, s, tapelartikelen en goederen dalen — de ondernemingsgeest kwijnt, winstmarges slinken, omdat niet alle factoren in evenredigheid met de naar beneden gerichte tendenz médegaan, zooals loonden en huren, de werkloosheid neemt toe en last not least de kooplcracht veimindert. Hiermede is de vicieuse cirkel gevormd, daar verminiderde koopkracht den afzet opnieuw doet stagneeren.

Uit het oogpunt van effecten-koersen is 1930 een rampjaar. De Amsterdamsche Bank berekende in één harer overzichten de waardevermindering der voornaamste effecten in het afgeloopen jaar op circa f 1.2 miUiard; wij gelooven niet ver van de waarheid te zijn, wanneer wij den totalen achteruitgang op minstens f3 milliard begrooten! Dit beteekent natuurlijk geen reëel verlies, maar het neemt niet weg, dat de individueele belegger hiermede ontegenzeggelijk rekening houdt, en op zijn budget drastisch gaat bezuinigen.

De troostelooze lijst van de koersverliezen blijkt uit de hieronder volgende opsomming van enkele fondsen (le kolom koers 30 Dec. 1930. 2e en 3e kolom^ resp. laagste en hoogste koers):

Philips Unilever Alg. Exploratie Kon. Olie. Aku Van Berkel Kuchenmeister Ford H. V. A. Deli Mij Anaconda 163 172 , 85 279 45 43 80 193 311 211 58 184 164 85 278 44 41 64 184 310 199 53 527 378 207 421 135 193 150 288 586 385 160

waarbij niet vergeten mag worden, dat de hoogste 1930 koersen al een aardig stuk beneden het hoogste 1929-niveau lagen.

Jn zekeren zin bewogen vele fondsen zich in de richting van het prijsverloop van het product of het artikel, waarbij zij hoofdzakelijk betrokken waren. Hierbij wordt onze aandacht het eerst ^getrokken naar de koloniale stapelproducten, omdat Nederland's welvaart in sterke mate van Nederlandsch-lndië afhankelijk is. Bijna geen enkel proiduct heeft aan de deflatie weerstand kunnen bieiden. In dit verband willen wij naar voren brengen, dat de geleerden het niet eens zijn over de oorzaken, die tot den emstigen prijsachteruitgang hebben geleid. Economen als Prof. Keynes, Cassel en anderen schrijven de depressie voornamelijk toe aan oorzaken bij het goud liggende. Zij vermeenen, dat de goudproductie geen gelijken tred met de behoeften houdt en dat de aanwezige goudvoorraad onoordeelkundig verdeeld is, daar èn Amerika èn Frankrijk het leeuwenaandeel van het gele metaal tot zich getrokken hebben. Het goud is huns inziens dus schaars, het aanwezige zoogenaamd „steried gemaakt" in de kelders der genoemde circulatien banken en iets dat schaars is, stijgt in waarde. Dat het vraagstuk voor de naaste toekomst van vitaal belang is blijkt uit de enquête die de Volkenbond er naar heeft ingesteld en waarbij men tot pessimistische conclusies is gekomen. Vandaar, dat aanhangers dezer theorie een jaren durende depressie verwachten. Alhoewel wij niet willen ontkennen, dat het goudprobleem een belangrijke rol speelt, schrijven wij de malaise toe aan tal van andere oorzaken. Primair noemen wij de wanverhouding tusschen productie en consumptie. De productie werd door de nieuwe bedrijfsopvattingen, gewoonlijk aangeduid met efficiency, rationalisatie en dergelijke, sterk opgevoerd, terwijl de techniek het hare er toe bijdroeg. Wat de landbouw betreft, zorgen 'de moderne machines, het gebruik van kunstmest, dat door d'e voortschrijdende chemische wetenschap zeer goedkoop en overvloedig kan worden geproduceerd, en het gunstig© weer, voor recordoogsten. De welvaart, die in de jaren 1928 en begin 1929 ontstond door de koortsachtige - activiteit in de industrie, veroorzaakte toename van het verbruik, daarbij nog gestimuleerd door het afbetalingssysteem, waarbij men anticipeerde op toekomstige revenuen. Toch overtrof de productie nog de consumptie en toen de prijzen eenmaal duidelijk merkbaar begonnen te dalen, kwam de debacle. Zoo vlug als de consrunptie door de kunstmatige invloeden gestegen was, even vlug begon ze te dalen. De voorstander van het afbetalingssysteem zat met verplichtingen voor reeds genoten waar en kon dus niet meer aan nieuwe aankoopen denken. Daarbij kwam de ontluikende idee van nationalismei bij de groote landen, culmineerende in telkens verhoogde idouane-barrières, het entameeren van alleen door protectie levensvatbare industrieën en cul­ tures, teneinde het binnenland onafhankelijk te maken en de oude mercanülistische leer begon weder hoogtij te vieren, n.l. het beperken van den invoer en het stimuleeren van den export. Hierdoor kwam er stagnatie in het vrije ruilverkaer, ophooping van voorraden in die landen, die gewoon waren voor uitvoer te produceeren, belemmering in den wereldhandel en wrijving, bisbilles en nationale naijver. Amerika verhoogde op een zeer ongelegen moment zijn tarieven, terwijl Duitschland zijn noodwetten invoerde, waarbij het economische leven aan banden werd gelegd. Ho© onaangenaam dit ook speciaal voor Nederland moige zijn, ontkend kan niet worden, dat dit land daarmede volkomen logisch handelde. De zware verplichtingen, het door het Youngplan opgelegd, maakten export dringend noodzakelijk, terwijl een einde moest worden gemaakt aan de verspilling, die in bijna alle lagen der bevolking, niet het minst bij de overheidsorganen bestond. Houdt men verder het oog op de talrijke revoluties, zooals in de Zuid-Amerikaansche Staten, de algemeene onrust (o.a. Spanje) de politieke bisbilles (Duitschland met zijn nationaal-socialisten, Engeland met zijn werkloozen, zijn aanvallen op Labour, de agressieve houding der Dominions, de Britsch-Indische impasse) en de scherpe daling van den zilverprijs, die de koopkracht van tal van millioenen-naties (China, Britsch-Indië) ondermijnden, dan is het te begrijpen, dat de depressie zeer ernstige afmetingen ging aannemen en dat het einde vermoedelijk nog lang niet in het zicht is.

Daarbij willen wij nog een belangrijken factor releveeren. Rusland, dat menigeen al als een ten doode gedoemde beschouw^de en waarover Sir Deterding'al ettelijke malen de doodsklok heeft geluid, vertoont nog steeds een ongekende vitaliteit. Ontkend kan niet worden, dat, vele berichten die het tegendeel vermelden ten spijt, Rusland zijn handelsbeweging naar buiten op bijzondere wijze heeft geperfectionneerd, om de binnenlandsche toestanden buiten bespreking te laten, die buitengewoon onoverzichtelijk zijn. De handel is gecentraliseerd — Rusland treedt tegenover de vreemde naties als één eenheidsfront op, waardoor het de wet kan decreteeren, niettegenstaande zijn munt geen rol kan spelen. Het is zuiver „ruilverkeer" van goederen tegen goederen en van goederen tegen crediet. Tot nu toe heeft Rusland handelsverplichtingen naar behooren afgewikkeld — de overproduceerende naties, blijde om een deel van het excedent te kunnen spuien, accepteerden het risico en gaven het ex-Tsarenrijk voldoende crediet. De dictator Stalin is bezig zijn economisch vijfjarig plan tot uitvoering te brengen, waarbij' hij beoogt, om zijn land in de eerste rijen van de handelsnaties geplaatst te krijgen. Gelukt het hem zijn schema tot uitvoering te btengen, dan zullen Europa en ook Amerika een harden dobber hebben om het hoofd boven water te krmnen houden. Nu al hebben de Russische exporten van granen, olie, hout, gtc. de onzekerheid verscherpt, de prijzen verder doen dalen, al is het niet juist, zooals velen willen beweren, dat de Moloch de crisis heeft ontketend. De terugkeer van Rusland op de wereldmarkt heeft de verhoudingen slechts verscherpt en egocentrische maatregelen van andere naties tegengewerkt. Kan men Amerika's houding met zijn officiëelen Farmboard, opgericht met regeeringsgeld om het graan duur te houden^ anders" betitelen, dan een egocentrische politiek?

Zooals gezegd heerschte algemeene overproductie. Rubber daalde van 8 d. per Ib in "het begin van dit jaar tot beneden de 4 d. om in de buurt van 41/1 d. te blijven schommelen. De pogingen der Engelsche en Nederlanidsche planters om den prijs te stabiliseeren, mislukten en nu is de „survival of the fittest" aan het woord. De financieel zwakke concerns zullen hebben te hquideeren, terwijl de sterkeren den tap zullen hebben te beperken en. voorloopig van verdere uitbreidingen hebben af te zien. Ook de .„natives" zullen geleidelijk andere meer loonende cultures gaan entameeiren. Het is te betreuren, dat de natuurlijke restrictie meer

dan achterhaald wordt door dea teruggang van de craisumptie. Zoodat voorraden sterk zijn toegenomen en nu al circa 9 a 10 maanden wereldconsumptie vertegenwoordigen. Aan de eene zijde wordt de kostprijs door drastische bezuinigingen gedrukt, aan den anderen kant verhoogd door de tap-beperking. Dat de aandeelen de nadeelige gevolgen van de ongunstige rubber-situatie ondervonden, spreekt vanzelf; dividenden over 1930 zullen sporadisch worden uitgekeerd, terwijl de vooruitzichten in nevelen gehuld blijven.

Niet minder slecht ging het met Suiker. Locosuiker in New-York (d.i. suiker, waarvan het Amerikaansche invoerrecht is voldaan) noteerde begin van het jaar nog 3.80 dollarcent per Ib., zakte geleidelijk af tot 3.35 dollarcent, om verder op 3.40 dollarcent het jaar te eindigen. Dok hier overproductie — de tariefmuren voornamelijk ter bescherming van Jjeetwortelsuifcer belemmerden den vrijen handel en de groote «xport-centra Java en Cuba ondergingen er de nadeelen van. Cuba nam opnieuw het initiatief tot een poging om tot restrictie te geraken — maar zooals zoovele kunstmatige maatregelen verliep ook hier de actie in het zand. Java vormde met Cuba na lange overwegingen en na het bedingen van verschillende concessies een riet-front; in Brussel strandde het project op de weigering van Duitschland. Dit land, dat in oogstjaar 1930-'31 over een export-surplus van ongeveer 800.000 ton zou beschikken, kreeg door de Chadboume-van Aalst combinatie slechts 200.000 ton toebedeeld. Hoe het ook zij, de plannen schijnen voorloopig van de baan en «en suikeroorlog a outrance is ingeluid. Bovendien is nu officieel aan het licht gekomen, dat de oneenigheid in den boezem van de V.I.S.P. groote afmetingen heeft aangenomen, zóó zelfs, dat de Nederlandsch-Indische Landbouw Maatschappij, het concern, dat de suikerbelangen van de Nederlandsch-Indische Handelsbank omvat, vice-voorzitster der Vereeniging, uit de Commissie tot Internationale Samenwerking is getreden. Hiertoe had zij verschillende redenen. Ten eerste de ontstemming over de toegevende houding ten oipzichte van Chadboume —• een latere brief verheldert hieromtrent tal van tot nu toe duistere punten, terwijl bewezen wordt, 4^t het Cuba-suiker-initiatief terug te brengen is tot een Amerikaansche Bankiersactie om de aan de Cubaansche industrie verstrekte leeningen te bescliermen — en ten tweede de haars inziens onjuiste verkooppolitiek der V. I. S. P.

De suiker aandeelen zijn dan ook scherp gedaald, zooals uit het staatje in het begin van dit artikel gegeven, blijkt. In het algemeen 'bevindt suikerpapier zich in beleggingsportefeuillos, waaruit het slechts in zeer speciale gevallen te voorschijn komt. Het voor speculatie beschikbare materiaal is slechts gering (met uitzondering van aandeelen H. V. A.) •en hieruit volgt logisch, dat zelfs beperkte vraag of aanbod groote koersfluctuaties kan veroorzaken. De mogelijkheid echter bestaat, dat door de zeer ongunstige suiker-situatie, suikerpapier uit de trommels wordt losgelaten, in welk geval de markt dit onverteerbare materiaal niet zal kunnen verwerken, anders dan op sterk verlaagd niveau.

De optimistische uitlatingen van Sir Deterding ten spijt, werden de aandeelen Koninklijke Petroleum in de debacle betrokken. De eerste maanden wist de koers zich om en bij 400 pet. te handhaven, daarna echter ging het bergafwaarts. Ook bij de olie heerschte overproductie; de boor-activiteit leidde tot de exploratie en exploitatie van tal van nieuwe bronnen in Amerika — de techniek zorgde voor diepboringen, waardoor bronnen konden worden blootgelegd, die anders waren bhjven sluimeren, terwijl bovendien de voortschrijdende chemie méér benzine uit dezelfde hoeveelheid olie wist te halen en andere grondstoffen door hydreering tot benzine-derivaten kon omzetten. Daarbij stagneerde de consumptie door bezuiniging en vertraging in de automobiel-productie. Men trachtte door olie-restricr tie aan deze overproductie en verspilling van ook voor het nageslacht kostbare brandstof een einde te maken, doch tot nu toe is men er niet in geslaagd de noodzakelijke stabiliteit tot stand' te brengen, niettegenstaande de Amerikaansche autoriteiten er geen violeering van de anti-trustwetten in zagen, terwijl president Hoover een speciale voorstander dezer beperking kon worden genoemd. Prijzen zoowel van olie als van benzine bleven dalen, terwijl ook hier Rusland een verdere splijtzwam bleek te zijn. Hoewel de Koninklijke haar interim-dividend op 10 pet. handhaafde, bhjven de verdere verwachtingen niet hoog gespannen, te meer daar vermoedelijk groote bedragen op de deelnamen in andere maatschappijen zullen moeten worden afgeschreven. Dit spreekt duidelijk uit het feit, dat de olie-octopus circa 5 millioea stuks aandeelen Shell-Union bezit, die momenteel 6 dollar noteeren tegen een fluctuatie in 1929 tusschen 19 en 3134, terwijl het dividend onlangs gepasseerd werd.

De tin-restrictie had weinig uitwerking door het gebrek aan afdoende loyale samenwerking tusschen de aangesloten partijen. De prijs, in het begin van , 1930 175 dollar per ton, daalde in vrij vlug tempo tot 1131/2 dollar, om aan het einde van het jaar weer krachtig te stijgen, gevolg van nieuwe onderhandelingen over een meer serieuze beperlting, waartoe ook de diverse Regeeringen hunne mede: werking zouden willen verleenen. Onder die omstandigheden was het plausibel, dat het hoofdfonds, Billiton Maatschappij, van 425 pet. tot 268 pet. reageerde.

Koper had een zeer grillig verloop. In het begin van het jaar wist het koper-kartel, waarin Amerika domineerde, den prijs op circa 18 dollarcent per Ib. te handhaven, doch onder den gezamenlijkem druk van de Europeesche consumenten, Canada (de International Nickel, de Phillips Dodge-belangen) en de Rhodesie-groep (hoofdleidster de Union Miniere du Haut-Katanga) moesten de Amerikanen de nederlaag erkennen en men zag de noteering tot beneden de 9 dollarcent per Ib. teruggaan. Toen de dollar-supprematie geknot was, timmerden de overwinnaars en de overwonnenen een nieuw kartel in elkander en men wist den prijs op circa 11 dollarcent te houden. De basis van het kartel is zoodanige aanpassing van productie en consumptie, dat de geaccumuleerde voorraden geleidehjk zullen verdwijnen. De Anaconda bijv. werkt momenteel op 50 pet. van haar capaciteit. Een dergelijke restrictie bij koper is o.i. mogelijk door de relatief gering in aantal zijnde producenten. Dat de burcht destijds toch door de outsiders werd genomen kwam door de zware eischen voor de financiering der voorraden, die de kleineren tot liquidatie hunner stocks dwongen. Nu heeft men tevens deze financiering geregeld.

De Nederlandsche koperfavoriet, de Anaconda, had het zwaar te verduren; het stemt echter hoopvol, dat het verlaagde dividend van 2.50 dollar per share van 50 doHar kon worden gehandhaafd en nog meer toen gepubliceerd werd, dat de kostprijs een eind beneden de 9 dollarcent was teruggedrukt, zoodat het huidige niveau nog een behoorlijke winst laat. Amerikaansche berichten van dezen aard zijn zelden betrouwbaar; toch moet met de mogelijkheid worden gerekend, dat deze lage kostprijs juist is — de loonen bijv. in de kopermijnen worden in verhouding tot de verkoopwaarde geregeld — eji dan zouden de goede koper-shares tot de aantrekke'lijke speculatieve objecten mogen worden gerekend; voorzoover wij kunnen nagaan is deze categorie fondsen een der weinige, die nog eenige hoop voor de naaste toekomst laat.

Tabak had een zwaar jaar door slechte weersgesteldheid, geringe koopkracht, terwijl het komende product eveneens inferieur moet zijn, ofschoon de laatste berichten iets beter zijn. Intusschen is de situatie nog belangrijk versomberd door de zware verhooging van de Duitsche invoerrechten, waardoor de afzet naar onzen grootsten afnemer beduidend zal verminderen — afgezien van de financiëele verliezen, doordat de tweede hand de Duitsche sigaren-fabrikanten met belangrijke credieten steunt. Verder speelt de Amerikaansche mentaliteit een groote rol door de z.g. „Blaine-wet", die den invoer kan verbieden van die ook in Amerika geproduceerd wordende artikelen, die door middel van „slaven-arbeid" vervaardigd zijn. Hieronder valt ook de Deli-tabak door ©en verkeerde interpretatie van „^e z.g. „poenale sanctie", terwijl eea dezer dagen een voorstel den Senaat zal bereiken om deze wet niet Qp 1 Januari 1932 te laten irigaan, doch al over enkele maanden. 1931 wordt dan oofe voor de tabak niet florissant ingezien, vandaar de beduidende koersval tegen het einde van het afgeloopen jaar.

Dat de koffie-prijs eindelijk bezweek onder de fouten van de Braziliaansche valorisatie, was voor velen een onverwachte klap. AI tal van jaren had het koffieland bij uitnemendheid het hoofd weten te bieden aan de tegenwerkende factoren, die het bestaan der valorisatie bedreigden, zoodat man de debacle dit jaar niet had kunnen vermoeden. Doch de binnenlandsche politieke verhoudingen, de opnieuw gunstige oogst en het getrek aan contanten om de steeds toenemende voorraden te financieren, gepaard aan de weinige geneigdheid van geldschieters om in deze benarde tijden nieuwe middelen ter beschikking te stellen, forceerden de noodlottige finale. Dat ook andere koffie-produreerende naties er de nadeelen van ondervonden, spreekt vanzelf; de lage kostprijs van onze Indische ondernemingen waarborgt op het huidige prijsniveau nog een, zij het ook bescheiden, winstmarge.

Wij zouden nog lang op deze wijze kunnen doorgaan : kunstzijde... granen... ijzer en staal... steenkool... maar het blijft steeds hetzelfde liedje: overproductie, accumuleering van voorraden, prijsdaling, misère.

Wij willen alleen i).og enkele speciale fondsen naar voren brengen. De concentratie in de ma: [garine-industrie zette zich in 1930 krachtig voort. De Unielever breidde haar domineerende positie steeds uit en alhoewel ook hier de koersen paniekachtig daalden, verwacht men over 1930 een gunstig jaarverslag. De winstmarge moet gestegen zijn, , doordat de margarine-prijzen betrekkelijk stabiel bleven, terwijl de grondstoffen belangrijk lager noteeren. Zelfs al zou de margarine — '^oor d'e ongekend lage natuurboter-prijzen — den tol aan de malaise moeten betalen, dan nog vermeent men een grootere winst. De geruchten, als zouden zware verliezen op producten zijn geleden, worden niet bevestigd, aJ willen wij die mogehjkheid niet uitsluiten.

Philips had met zwaren tegenwind te kampen; de redenen, .dle verondersteld worden, tot den zeer zwaren koersval Je hebben geleid, vermeldden wij reeds in ons vorig week-overzicht, zoodat wij' eir hier niet op behoeven terug te komen. Dat de gemoederen nog allerminst gerust zijn, blijkt uit de verschillende geruchten omtrent massa-ontslag, die telkens de ronde doen en die door Eindhoven worden gedementeerd. In de Philips-affaire is veel, dat opheldering behoeft, waarbij wij speciaal wijzem op de introductie d'er aandeelen in Londen, tegeji een koers van iets hooger dan 400 pet., vergezeld van eeii kljnkend prospectus en dat alles aan deji vooravond van den koersval. Dat men in Londea hierover niet erg gesticht zal zijn, laat zich raden; het is niet de juiste wijze om vertrouwen in te boezemen.

Aku daalde tot een nieuw laagte-record —• niet alleen blijft de kunstzijde-situatie in een precair stadium met steeds dalende prijzen, terwijl de talrijke conferenties geen tastbare resultaten afwierpen, maar ook de Aku-bedrijven schijnen speciale tegenslagen het hoofd te hebben moeten bieden.

Kuchenmeister's Accoustiek, hoewel op een laag niveau aangeland, heeft naar verluidt, een behoorlijk jaar achter den rug. Het komende jaarverslag wordt dan ook met belangstelling tegemoetgezien. .

Boeton's activiteit op asfalt-gebied komt in het koersverloop niet tot uiting, vermoedelijk door dte teleurstelling, die gewekt werd door het niet in vervulling gaan van de hooggespannen verwachtingen, welke men op ander gebied —• petroleum, waardevolle metalen — koesterde.

Het ziet er niet naar uit^ dat 1931 een goed jaar zal worden, al zijn alle voorspellingen dienaangaande uit den booze. Dat wij toch vermeenen hierover een enkel woord te zeggen, ligt in het feit, dat de jongste disconto-verlaging in New-York de bedoeiing schijnt te hebben een meer gunstige stemming. voor aandeelen te forceexen, opdat Jonathan zijn teved aan effecten, onderpand van bevroren credieteia naar Europa kan spuien. Hiervoor willen wij waarschuwen — er is o.i. geen fundamenteele w, rjziging in den toestand aan te wijzen — de nationalistische leuzen met den reeds geschetsten aankleve van 'dï^en verscherpen zich eerder... voorraden blijven toenemen ... marges krimpen in. Yandaai'' dat nien zich niet door hausse-motieven moet laten verleiden, zoolang de basis niet is veranderd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

FINACIËEL ECONOMISCH JAAROVERZICHT (1930).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's