GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het brandende Braambosch.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het brandende Braambosch.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de Engel des Heeren verscheen hem in een vuurvlam in het midden van een braambosch. En hij zag, en zie, het braambosch brandde in het vuur, en het braambosch werd niet verteerd. Exodus 3:2.

In bovenstaande woorden wordt de roeping van Mozes ons medegedeeld.

Ze had plaats onder zeer bijzondere omstandigheden.

Terwijl Mozes de kudde hoedt in de woestijn achter Horeb, wordt zijn aandacht getrokken door ©en vuur.

Nader gekomen bemerkt hij, dat het een braambosch is, 'n braambosch dat brandt en niet verteert!

Dat is het merkwaardige, het treffende er van.

En uit dat brandende braambosch klinkt hem dan de stem van den Engel des Heeren tegen en' wordt Mozes nu geroepen tot de taak, die hij veertig jaren in trouwe heeft vervuld, om Israël te brengen naar het hem beloofde land.

De verschijning van den Engel des Heeren, voor Mozes van zoo groote beteekenis, heeft tevens rijken zin voor het verdrukte Israël, dat hij verlossen moet.

Ook voor de Kerk des Heeren van alle eeuwen, ook voor ieder christen, heeft zij groote waardij.

'n Rijke leerschool van goddelijk onderwijs worden ook wij hier binnengeleid.

Het verleden, het heden en de toekomst van

Gods volk op aarde wordt in een vurig tafereel ons hier voor oogen gesteld.

Door het brandende braambosch zegt de Heere allereerst wat Zijn Israël, wat Zijn volk. Zijn kind wel van zich zelven is.

't Is aan een braambosch, een struikgewas ge^ lijk, welks hout geen innerlijke waarde heeft, dat slechts goed is voor het vuur.

Israël is het verkoren volk van God, maar niet omdat het beter is dan de Egyptenaren of andere beidensche volken.

Het is in zichzelf onwaardig, en voor God. verwerpelijk '

Vrije verkiezende liefde en welbehagen is het, dat God Abraham en in hem Israël geroepen heeft tot Zijn volk, dat nimmer ondergaat.

En dit is ook het geval met ieder geloovige.

De mensch is verdoemelijk voor God, van nature onbekwaam tot eenig goed, en ook na ontvangene genade blijft dat zoo. Voortdurende genade Gods alleen is des zondaars behoud en zaligheid.

Het braambosch brandde, doch verteerde niet.

Dat broo'ze hout moest toch wel spoedig tot asch zijn vergaan.

Doch, dat geschiedde niet.

't Is het beeld van Israël, dat zwak in zichzelf, in zware verdrukking toch niet vergaat. Het groeit in den druk. Ja, hoe meer het verdrukt wordt, hoe meer het vermeerdert en wast.

Ook de Kerk des Heeren in den nieuwen dag is onder bloedige vervolgingen niet verteerd.

Het bloed der martelaren zou altoos blijken het zaad der Kerk te zijn.

En dit openbaart zich ook weer in het persoonlijk leven van het kind van God.

Het wordt door lijden geheiligd.

Voor Mozes diende het brandende braambosch alzoo tot bemoediging.

Hij mociht niet wanhopen, maar moest zijn moeilijke taak aanvaarden in geloof.

De Engel des Heeren toch was in het braambosch, waardoor het niet verteerde.

Ziet! Als God met ons is, doet ook het vuur der vervolging geen kwaad, kan de vijandschap van duivel en wereld niet deren.

De vijanden moeten zelfs medewerken ten goede, want ze zijn in 's Heeren hand.

Mozes heeft het ondervonden.

De gemeente evenzoo. De poorten der , hel zullen Jezus' Kerk niet overweldigen.

De vijanden begrijpen het niet, waaraan Gods volk zijn voortbestaan dankt.

't Is .Israels God, Die krachten geeft. Van Wien het volk zijn sterkte heeft. Looft God! Elk moet Hem vreezen.

Egypte wordt beschaamd, Gods volk verblijd.

Egypte gaat onder, Israël zingt straks Jiet lied der overwinning ter eere van zijn God, Die het heeft bevrijd.

Welgelukzalig daarom, die den God Israels .tot zijn hulpe heeft.

Is dit reeds met u het geval?

Is Christus reeds uw toevlucht en .sterkte?

Dat is noodig, zal het met u welgaan voor tijd en eeuwigheid.

Van u zelf zijt gij een dor hout, goed alleen voor het vuur.

Alleen door wederbarende genade, om Christus' wil. kan er van u iets goeds worden; kunt gij deelen in de liefde Gods, deel uitmaken van het volk, dat hier verdrukt, echter bestemd is om eeuwig in den hemel met Christus te zijn.

Dat ge tot dat volk behoort, in waarheid, zal hier moeten blijken uit een leven naar Gods Woord gericht.

Eigen kracht zal verzaakt moeten worden, om krachtig te worden in den Heere.

Maar behoort ge hier tot het verdrukte volk, dat gelouterd wordt in den smeltkroes, , — het brandende braambosch zij u tot bemoediging, om in de kracht des Heeren stand te houden in den strijd en niet te bezwijken in het lijden.

Aan het einde wacht de overwinning en de kroon.

Het wonen in Kanaan, dat beloofd is door God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Het brandende Braambosch.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's