GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Abraham Kuyper en de theologie van, het Hollandsche Neocalvinisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Abraham Kuyper en de theologie van, het Hollandsche Neocalvinisme.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Er is reeds heel wat te doen geweest over de theologie van Dr A. Kuyper. Vurig is de waardeering geweest voor zijn theologische nalatenschap, maar fel was meermalen ook de kritiek.

En één van de vragen, die steeds weer aaii de orde kwamen, was deze: Kan in de 'theologie van Dr Kuyper worden gezien een zuivere voortzetting van de oude Gereformeerde theologie? Of moet van een principiëele wijziging worden gesproken, die dan ten nauwste zou samenhangen met die „behoefte", waarvan Dr Kuyper spreekt in het Voorwoord van zijn Encyclopaedie, „o-m de Grereformeerde Theologie, die als zoodanig reeds sinds het midden der vorige eeuw den slaaj) der tragen sliep, weer wakker te schudden en in rapport te brengen met het mensclielijk bewustzijn, gelijk zich dit aan het einde der '19e eeuw ontwikkeld heeft"?

Het antwoord op deze vragen is zeer verschillend geweest. Er zijn er meerderen geweest, die duidelijk de ingrijpende mjzigingen meenden te kunnen signaleeren. We denken hier b.v. aaa het bekende werk van Dr C. B. Hylkema: Oud-en Nieuw-Calvinisme (Een vergelijkende historische studie 1911), waarin de schrijver de positieve bewering uitsprak, dat er een fundamenteel verschil valt aan te wijzen tusschen Oud-en Nieuw-Calvinisme (Institutie van Calvijn en Stone-lezingen van Dr Kuyper) en dat met name èn in natuurbeschouwing èn in geschiedbeschouwing èn in menschheidsbeschouwing het Neocalvinisme „de oude wereldbeschouwing volkomen, men mag wel zeggen bewonderenswaardig geniaal en consequent, met de moderne heeft verwisseld".

Aan het Oud-Calvinisme ligt volgens Hylkema de supranaturalistische, aan het Nieuw-Calvinisme de naturalistische wereldbeschouwing ten grondslag. D© kloof is onoverbrugbaar.

Een tweede voorbeeld vinden we in de beschouwingen van Pïof. Dr B.D. Eerdmans over „De theologie vaar DT A. Kuyper", die op verschillende punten bij Dr Kuyper geheel andere dogmatische lijnen ontdekt dan in de oude Gereformeerde theologie, b.v. inzake voorbeschikking en wedergeboorte. ^, De Gereformeerde Theologie was dood en ziet, zij is weder levend geworden. Zoo schijnt het. Maar het is slechts schijn".

We gaan op deze beschouwingen niet na, der in, maar noemen ze alleen als probleemstelling van ongeveer 20 jaar geleden. We kunnen n.l. wel zeggen, dat deze probleemstelling in dien zin thans niet meer zoo actueel is i). In den tijd na dien zijn deze beschouwingen als vanzelf meer en meer op den achtergrond gedrongen 2). Maar dat wil geenszins zeggen, dat „de theologiei van D'r A. Kuyper" of „de theologie van het Neocalvinisme" niet nog steeds voor velen een zeer merkwaardig phenomeen is en dat niet nog telkens een zeer gevarieerde kritiek op haar wordt uitgeoefend. De quaesties, die in het debat rondom Dr Kuypers theologie gerezen zijn, zijn zeer belangrijk en al

kunnen we meeniialen niet anders dan die kritiek als te zwak gefundeerd afwijzen, ze dringt ons toch telkens weer tot nader onderzoek van DT Kuypers geschriften. Om enkele voorbeelden te noemen. D'aar is het boek van H. Huisman: „Eenige grondwaarheden van den Christelijken godsdienst in overeenstemming met Gods Woord, de belijdenisschriften, Calvijn en andere onzer Geref. Vaderen, en daarmee vergeleken de beschouwingen van Dr Kuyper" 3); uit later tijd de kritiek van J. J. van der Schuit in diens rectoraio oratie in 1925, waarin hij ook handelde over de „Neo-calvinistischo of Kuyperiaansche richting"''); voorts de Neo-Kohlbruggiaansche kritiek op Dr A. Kuyper, uitgebracht door Böhl e.a. ^)

Inzonderheid hebl> en echter den laatsten tijd de beschouwingen van Prof. Dr Th. L. Haitjema over Dr Kuyper de aandacht getrokken en omdat hij' meermalen heeft uitgesproken tot zijn critische houding gedrongen te worden vanuit het gezichtspunt der ., w a r e Gereformeerde theologie, waarvan het Neocalvinisme zou zijn afgeweken, loont het de moeite zich op deze verschillen te bezin^ nen en we willen in enkele artikelen ons van deze vragen rekenschap geven.

Reeds meermalen is in „De Reformatie" over de beschouwingen van Rrof. Haitjema geschreven met name door Ds K. Schilder, o.a, over het paradoxaal karakter der waarheid, over de interpretatie van Calvijn enz. Wat de bezwaren tegen DrKuypex betreft, deze hangen, zooals wel vanzelf spreekt, ten nauwste samen met de beschouwingen, reeds vroeger in j.De Reformatie" besproken, maar ze hebben thans nog vaster vorm aangenomen door enkele nieuwere publicaties van Prof. Haitjema. Daar is allereerst zijn'boek: „Het Woord Gods in de modem© cultuur", waarin direct en indirect nog al wat te vinden is, dat beteekenis heeft voor ons onderwerp en dan niet te vergeten de lezing van Dr Haitjema, aan de Universiteit te Bonn, gehouden op 9 April 1931, veischenen in het tijdschrift van Earth onder den titel: „Abraham Kuyper und die Theologie des höllandschen Neocalvinismus". Een bespreking van de opgeworpen vragen voert ons dan tegelijkertijd langs een inte^ ressante polemiek, aangezien nog maar kort geleden Dr W. Th. Boissevain een critische beschouwing gaf over Dr Haitjema's nieuwste boek onder den titel: Het „Woord Gods" in de nieuwere dogmatiek (1932).

Het zal voor de Duitsche theologen, voorzoover ze de geschriften van Dr Kuyper niet kennen, momenteel wel zeer moeilijk zijn, zich van diens werk een juist beeld te vonnen. Want de situatie is wel zeer gecompliceerd. Eenerzijds zijn ze met Dr Kuyper eenigermate bekend gemaakt door de publicaties van Dr W. Kolfhaus, die reeds verschillende jaren geleden een levensbericht gaf. Toen Dr Kolfhaus echter onder den invloed geraakte van Barth's theologie, werd hij gedwongen zich rekenschap te geven van de verhouding van beide theologen. Als resultaat van dit onderzoek kwam hij tot de conclusie, dat ©r geen tegenstelling bestond tusschen Kuyper en Barth. Veelmeer is hij er van overtuigd, dat ze beide „zonen eens huizes" zijn en dat „in de verschillende gestalte van beide mannen dezelfde Christelijke, of nauwkeuriger, Kalvinistische geest zich openbaart". Dr Kolfhaus heeft toen zijn vergelijking tusschen Dr

") In dit werk wordt voornamelijk gesproken over Dr Kuypers beschouwingen over de orde des heils en de sacramenten.

menten. *) Zie K. Schilder: „Dr A. Kuyper en het „Neo-Calvinisme" te Apeldoorn veroordeeld? " 1925.

') Vgl. E. Böhl: „Zur Abwehr". 1888. (Dit geschrift is gericht tegen de inleiding van Dr Kuypers: „De Vleeschwording des Woords".) Dr Kuyper heeft op Böhl's bedenkingen geantwoord in zijn voorrede van: „Het Werk van den Heiligen Geest". Kennisname van de kritiek van Böhl is daarom zoo van belang, omdat verschillende punten uit zijn kritiek ook thans weer terugkeeren o.a. in het artikel van Dr J. J. Woldendorp: „Heeft de Dordtsche Synode een nadere hervorming van noode? " („Onder Eigen Vaandel", Januari 1930), een artikel, dat óók tegen Dr Kuyper is gericht.

Kuyper en Dr Barth gepuidiceerd in het tijdschrift van DT Haitjema (Onder Eigen Vaandel). En daarnaast staat nu de bespreking van Dr Haitjema zelf in het tijdschrift van Barth en d© zoo juist uit Dr Kolfhaus' artikel geciteerde zin zal zeker niet door hem worden onderschreven. En zoo is het voor de Duitsche theologen wel buitengewoon moeilgk hier tot een helder inzicht te komen. Hetgeen v/el zeer te betreuren valt. Temeer waar ze nu eenerzijds hooren, dat Barüi zoo ongeveer hetzelfde bedoelt te zeggen als wat Dr Kuyper reeds vroeger ten onzent heeft gezegd (een stelling, die o.i. niet te handhaven is^) eu andererzijds, dat er hier in Holland een „Neocalvinisme" bestaat, dat op beslissende punten in strijd is met Calvijns gedachten'). AVanneer we in dit geding positie zouden moeten kiezen, zouden we willen zeggen, dat Dr Haitjema terecht ziet, dat er een essentieel verschil bestaat tusschen Kuyper en Barth. Dat de combinatie van Dr Kolfhaus geforceerd is, blijkt trouwens uit enkele uitlatingen van Barth zelf. Destemeer is er reden om de vraag te stellen of de introductie van Dr Kuyper in Duitschland door Prof. Haitjema op juistheid kan aanspraak maken.

Voordat we zijn kritiek op Dr Kuyper nader bespreken, wijzen we op de waardeerende woorden, die we in verschillende zijner artikelen aantreffen. Dr Haitjema is overtuigd van Kuypers diepe Godsvrucht. Vele meditaties maken het hem verklaarbaar, dat Dr K. zich in zijn beste oogen, blikken met Kolilbrugge geestverwant voelde s). Maar z'n waardeering beperkt zich niet tot de eerbiedige erkenning van Kuypers vroomheid. Neen, niet alleen spreekt hij er van dat Kuyper „in zijn heerschers-ik geknakt was bij Christus' kruis", maar hij erkent tevens „de visie van Dr Kuyper op het probleem der restauratie van een echt-Nederlandsche theologie als een uitzicht van geweldige waarheidswaai'de" 5). Achter Kuypers üniversiteits-stichting gloeide „het machtige'ideaal van een herkerstende Europeesche kuituur" en Kuypers pogen was „een van de meest beteekenende verschijnselen in Godgeleerd Nederland" in de laatste 60 jaar Nederlandsche theologie. Hij betreurt het dan ook, dat Dr Kuypers Encyclopaedie in Duitschland zoo weinig bekend is. Want deze HoUandsche theoloog was iemand, waarmee gerekend moet worden. Aan zijn arbeid lag serieuze studie ten grondslag. „Hij doorkroop in waaiheid Calvijn en de Gereformeerde patres" i"). Zoo vinden we bij Dr Haitjema meermalen zeer waardeerende woorden over dezen man met zijn „bijna phantastisch combinatie-en divinatievermogen".

Maar het blijkt, dat deze waardeering toch zeer betrekkelijk is. Ze vormt de inleiding tot een felle critiek. Want het is Haitjema's overtuiging, dat aan dezen theoloog niet de eer toekomt „van de doorbraak tot ©en revival der Geref. theologie in Nederland".

Zijn Nieuw-Calvinisme is geen herleefd© Gereformeerde theologie geworden. Voor Haitjema staat vast „dat daar, waar Kuyper zijn droomenland

°) Vóór de verschijning van den 2en druk van Earths dogmatiek werd hier en daar het gerucht vernomen, dat de meeste bezwaren door den 2en druk wel zouden wegvallen. Dit was reeds a priori zeer onwaarschijnlijk, gezien Barths laatste publicaties, maar is dan ook door de verschijning van den 2en druk gelogenstraft.

') Het verdient o.i. aanbeveling den term „Neocalvinisme" voor goed los te laten. Er is reeds veel verwarring door gesticht en de noodzakelijkheid van zulk een aanduiding is in het geheel niet in te zien. Meestal gaat deze aanduiding uit van de onderstelling, óf dat er een principiëele breuk is met Calvijn, óf dat het niet in alle onderdeelen volstrekt met Calvijn instemmen het Ne o noodzakelijk maakt. Beide onderstellingen zijn onjuist. Vergelijk bovendien K. Schilder, a.w. pag. 10: „Bovendien weet ieder, dat de één onder „neocalvinistisch" dit, en de ander onder dien naam iets anders verstaat".

van een herleefd© Calvinistische cultuur zocht, alleen „Utopia" liggen kan. Ondanks all© waaxdeering moet z.i. toch het vonnis worden geveld dat DT Kuyper „het slachtoffer geworden is van een t© vroeg gegrepen synthese-triomf".


^) Zie over deze kritiek H. Bavinck: „Modernisme en Orthodoxie", pag. 5 en 47.

') De probleemstelling van Dr Hylkema wordt o.a. ook afgewezen door Prof. Dr Th. L. Haitjema, o.a. in een artikel in: „Zwischen den Zeiten", waarop we nog terugkomen.

"} „Zwischen den Zeiten", 1931, pag. 338.

") Th. L. Haitjema: „Zestig jaren Nederlandsche Theologie". O. E. V. 1931, pag. 28.

'°) Vgl. Th. L. Haitjema: „De Gereformeerde Theologie in Nederland", „Vox Theologica", 1931, pag. 75.

Nederland", „Vox Theologica", 1931, pag. 75. ") Idem, pag. 75.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Abraham Kuyper en de theologie van, het Hollandsche Neocalvinisme.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 februari 1933

De Reformatie | 8 Pagina's