GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een iSe-eeuwscb viraardeeringsoordeel over Prins  Willem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een iSe-eeuwscb viraardeeringsoordeel over Prins Willem.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Begrijpelijkerwijze komt in de verschillende perioden van onze vaderlandsche literatuurhistorie de figuur van Prins Willem herhaaldelijk voor. Vaak b.v. ontmoeten we hem in het werk van de middenachttiende-eeuwsche dichters, die een bepaalde voorkeur hadden voor onderwerpen, aan de eerste jaren van den Tachtig]arigen oorlog ontleend. In hun naar Fransch model gecomponeerde, meestal onbeduidende treurspelen dramatiseerden z© de gebeurtenissen uit de eerste periode van den strijd tegen Spanje en daarbij verscheen de Prins natuurhjk ook ten tooneele of werd minstens in een of ander verband genoemd. Zoo dichtte de in zijn tijd gevierde Nomsz treurspelen over „Ripperda of de inneming van Haarlem", „De Graaf van Rennenberg" en „Maria Lalaing of de verovering van Doornik"; Lucretia van Merken dramatiseerde „Het beleg van Leyden" en de geschiedenis van „Jan Simonsz de Rijk"; Adriaan v. d. Vliet dichtte over „De Spanjaard binnen Rotterdam" en Johan Prins gaf een „Leven van Marnix”.

De Prins zelf was hoofdfiguur in een _„heldendicht" van den genoemden Nomsz „Willem I", (dat echter meer rijmkroniek dan epos is) in een treurspel van den Vlaamsch Franschen dichter Michiel P. de Swaen, „De Zedelijcke Doodt van Keizer Carel den Vijfde" en in een dergelijk stuk van. Onno Zwier van Haren, „Willem de Eerste, Prins van Oranje".

Deze Onuo Zwier van Haren, een Friesch edelman uit de omgeving van Stadhouder Willem IV, dichtte ook een zegezang „De Geuzen", waarin een en andermaal de Prins van Oranje wordt herdacht. Literair heeft dit werk weinig waarde; 'tis bombastisch, opgeschroefd en heel wonderlijk van historische samenstelling. En ook de Oranje-vereering, die in allerlei daverende exclamaties zich uit, heeft bij dezen gunsteling van den stadhouder een bijklank. Maar er is één passus, die opmerkzaamheid verdient, omdat, als we hem ontdoen van de phraseologie die bij den tijd en den dichter behooren, daarin een juiste indicatie op de beteekenis van den Prins gegeven wordt.

De dichter heeft met breeden zwier bezongen „de eerezuil", die opgericht staat over de ruïne van het huis van Florens van Palland, graaf van Culemborg, dat op last van Alva verwoest werd, „wegens conspiratie, daarin geschied tegen de oude Katholieke Religie en de Majesteit van den Koning" en dan vervolgt hij:

Eerbiedig altijd. Geus! dit teelten Laat Bloedraads vlam, laat hoop of vrees U nimmermeer zien afgeweken Van Vrijheid, die Oranje wees! Schoon u de haat van vreemdelingen En lage moordenaars omringen. Wat ook besluiten mag de Nijd, Het nageslacht weet uit te ziften, Wat oorzaak gaf tot vuile schriften Uitbraakselen van slaafschen tijd.

Zie reeds Oranje bijstand leenen, O droevig land, bijna woestijn! Daar God en Vrijheid is verdwenen, Daar Hel en Dwang bewoners zijn! De dag, als alles schijnt verloren. Als vorsten weigren u te hooren, En ieder uwe klachten schroomt. Als wanhoop heerscht in ziel en zaken. Die dag zal uwe lossing maken, O Nederland — Oranje koomt!

Oranje koomt! zie, mede komen De Godsvrucht in de rechterhand En zuivre leer in 't bloed der vromen Vermeerderd nog in tegenstand! Zijn andre hand wijst andre panden. Zij draagt de rechten uwer landen Zij biedt de gulden Vrijheid aan! De vrijheid, die aan u gaat zweren, Dat zij, door niemand te overheeren, Zal eeuwig bij Oranje staan!

Ontdaan van woordenpraal en overdadigheid, bevatten deze strophen een kern, die in de onbeteekenende 18e-©euwsche vaderlandsche treurspelen en zangen weinig gevonden wordt: de Prins heeft het pad der vrijheid geëffend, is, op het oogenblik dat alles verloren scheen, gekomen, herstellend den zuiveren godsdienst en de oude rechten. Tot den achtergrond van 's Prinsen beteekenis dringt deze 18e eeuwer niet doiOT, maar het constateerien van die beteekenis zelf is tóch een waardeeringsoo.rdeel, dat vermelding verdient.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Een iSe-eeuwscb viraardeeringsoordeel over Prins  Willem.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1933

De Reformatie | 8 Pagina's