GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ee taal des bemels en de taal der kerk.

Hfet bekende roepingsvisioen uit Jesaja 6 spr^eckt ons van kerkv«rlo.ssing en van kerk^ellende. Van kerkverlossing want er blijkt een unie v, an Troon en Tempel, de Kerk is tot haar uiterste grenzen bedekt met d'e slippen van Gods hermelijnen koningsmantel.

Maar ook van kerk-ellende hooren wij als wij ons gedwongen zien een vergeUjking te trekken tusschen de taal des hemels en de taal der kerk.

Immers, wij krijgen hier een^greep uit de conversatie der engelen, zij roepen tegen elkander de Heiligheid des Heeren uit. In één adem daarmede roemen zij het Godsbestuur over de aarde: de gansche aarde is van Zijn Heerlijkheid vol!

Alles in den hemel is ons zoo vreemd en ootW deze beurtzang der hemelingen klinkt ons wonderlijk üi d'e ooren. „Doorluchtige Engelen" zoiidien wij willen interrumpeeren, „zingt van den hemel, daar kunt gij van medepraten. Wij zuUen inislemmen met uw üed: de gansche hemel is van Zijn Heerlijkheid vol! Dat is prachtig voor een refrein, dat sleept ons mee, dat is om telkens en telkens weer als een zoete troost te herhalen: De gansche hemel is van Zijn Heerlijkheid v.ol! Dan zullen wij als droeve keerzang het lied aanheffen van het Verloren Paradijs: „Armzaal'ge Aard, verblijf van leed en rampen, wij zijn u moe!"

Maar de engelen zingen anders! Uit de vaste bogen schalt hun extatische jubel: de ganschie aarde is van Zijn Heerlijkheid vol!

Die engelen ook, zij maaien ons heelemaal in de war! "Wij zijn, hoog en laag, tlieologetf, semitheologen, kwart-theologen, druk bezig met wat wij noemen de theodloee, de rechtvaardiging van de Godsregeering. Wij zuchten er wel eens bij: God maakt het ons niet gemakkelijk! Die besluiten van den Eeuwigen Souverein en de raadselen van het Godsbestuur, hoe kom je er uit! Modernen hebben het makkelijk: die zeggen maar: er i s geen priester die Hem verklaart! Maar zoo gemakkelijk maken wij er ons niet af! Dies staan wij in een catechisatielokaal voor jongens met hun critische vragen en voor meisjes, die hun aandacht ergens anders hebben. Of wij staan op de preekstoel, voor het kathedertje van een evangelisatie-lokaal of wat wel het ergste is, wij zitten bij een ziekbed of staan aan een geopend grajf. Wij zeggen zoo ongeveer dit: God laat Zich hier op aarde wel van Zijn slechtsten kant kennen, maar straks ziet gij het alles wel beter; de gansche hemel is van Zijn Heerlijkheid vol!

Er zijn vaia die kranen, die het ver in de theodicee brengen, excellente advocaten van God, apologeten met een sterretje! Deze dienen vooi-al christelijke kringen en personen met hun uitstekende betoogen, wij denken hen verrukt na en stamelen: die was goed!

Eens had God geen apologeten, maar Hij had profeten! Dat waren mannen, die de Heere zoo stü maakte, dat zij den hemjelschen beurtzang der engelen konden hooren. En met Jesaja hebben zij de wereldbeschouwing der engelen hooren bruisen als een .stroom door al de bogen: de. gansche aarde is van Zijn Heerlijldieid vol!

Toen Jesaja dit hoorde is hij in de sditüd gekomen. Hij heeft toen gezegd: ik ben verloren, want ik ben een mensch met onreine lippen. Ik heb heel andere woorden over GodS Wereld'^ bestuur gesproken, al mijn preeken en mijn meditaties klagen mij aan in dezen voorhof God!s. Ik sidder voor de conversatie der vriomen, it huiver voor de taal der kerk!

Doch zijn mond wordt geheiligd tot den dienst Gods. Het beeld is scherp! Lippen, die uiterst evoelige lippen, \vorden uitgebrand met een kool van het altaar. Zoo gereinigd wordt ook zijn mond van des Heeren Heerlijkheid vol. Van zijn lippen berst het: Zie, hier ben ik, zend mij heen!

De man, wiens ooren geopend zijn, wordt daarop gezonden om te sluiten, ooren te sluiten en harten te sluiten! Het evangelie, waarmede de menschen gespeculeerd hebben op de markt der aandoeningen, de Heiligheid Gods die zij vermenschelijkt hebben, beredeneerd en goedgepraat, al voor hen verborgen worden! Omdat voor en de aarde niet vol was geweest van Gods heerlijklieid, maar van hun ziels-heerUjkheid!

Totdat het heilige zaad weer zou gaan belijden: de gansche aarde is van Zijn Heerlijkheid vol!

En wij? De Zoon des menschen, als Hij komt, al Hij ook geloof vinden op de aarde?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's