GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En deze dingen, broeders! heb ik op mijzelven en ApoUos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leeren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is. 1 Cor. 4:6a.

„Kennis" en Schriftgezag.

Corinthe neemt onder al de kerken uit den eersten tijd een bizondere plaats in; en in ver- Ijand daarmee dragen ook de brieven aan deze gemeente een heel apart kaï'akter. Deze kerk is van een heel eigenaardige „ligging".

Tot die typeerende verschijnselen behoorde, tiaast vele andere dingen, ook de zucht naar „kennis". De Gorinthiër begeert „wijsheid"; de liefde tot de filosofie zit hem in het bloed. Want üi dezen tijd is de filosofie in sterke mate „populair" geworden, wat niet altijd van de wij'sbiegeerte kan worden gezegd. Men zoekt geen abstracte systemen, maar begeert levenswijsheid. Van de wijsbegeerte wordt gevraagd, dat ze het leven dient; het moet komen tot verheffing der moraal via het rechte denken. Er zijn dan ook vele i-ondreizende filosofen.

De kerk te Corinthe heeft de gevaren van deze populaire filosofie onderschat, en is het slachtoffer geworden van de „wijsheid dezer wereld"; althans ze dreigt zich den dood te eten aan de „kennis", en het kruis van Christus te verwerpen als dwaasheid. Het conflict tusschen gelooven en denken is hier dus geboren; men is hard bezig het intellect te stellen op de plaats, die alleen de openbaring in de Schrift mag bezitten. Met al den aankleve van dien.

Het gevaar werd wel heel acuut, toen men ook Paulus een plaats gaf onder de filosofen, en de uitnemendheid van zijn(!) „wijsheid" ging roemen. Wat hij aan de gemeente kwam zeggen, beschouwde men niet als het evangelie van Jezus Christus, waarvan Paulus de dienaar was, met anderen meer; neen, dat was voor de menschen „de wijsbegeerte van Paulus". En men zag daarom Apollos niet als dienaar van Christus, en medearbeider van Paulus in hetzelfde evangelie; men moest noodwendig nu ook Apollos zien als een man, die kwam met een eigen stelsel, dat van dat van Paulus weer eenigermate onderscheiden was. Men kent in Corinthe dus den filosooif Paulus naast en tegenover den filosoof Apollos; en ze hebben beiden hun eigen discipelkrmg; elk gemeentelid sluit zich aan bij 'een filosoof, on ieder kiest zich een selsel, dat hem lijkt. Zoo toch plegen de menschen der „kennis" te doen.

Nu heeft Paulus in de eerste hoofdstukken van dezen brief al heel wat gezegd ter vernieling van deze kennis-mentaliteit. Hij heeft met allen nadruk geponeerd, dat het kruis van Christus voor het natuurlijk denken dwaasheid is; de Griek, ook de Corinthiër, zoekt „wijsheid", de wijisheid „dezer wereld"; daarom zal hij het kruis van Christus dwaasheid achten. Daarna is hij gaan betoogen, dat heel zijn werlczaamheid in Corinthe van die der filosofen onderscheiden was. Zijn preelcinhoud was anders (geen menschelijke wijsheid, maar woorden, die de Heilige Geest leert); ook zijn werkmethode was anders; hij had zich niet bediend van kunstgrepen, redeneer trucjes, debathandigheden, er was bij hem evenmin uitnemendheid van woorden als van wijsheid. En daarom wees hij dan ook af de tegenstelling, die men maakte tusschen hem en Apollos. Zij waren geen filosofen, ieder met een eigen stelsel, en met een eigen aanhang. Integendeel, ieder van hen was met de hem bizonder vei-leende gaven dienaar van Christus, in hetzelfde evangelie. Geen brengers van een verschillend systeem. Corinthe wist niet meer, wat het ambt was!

Doch omdat al de dienaai-s van Christus niet komen met de producten van him eigen denken, maar met de hun door Christus toevertrouwde boodschap, daarom is er ook geen sprake van, dat ze afhankelijk zouden zijn van het oordeel der menschen. Als Paulus en Apollos beiden ia Corinthe waren gekomen met hun eigen theorie, dan was het voor beiden een hoogst belangrijke vraag geweest, hoe het publiek op hun ideeën reageerde, en hoe het ging met den groei van hun partij en met dien van hun concurrent-filosoof. Maar nu ze beiden z'icliib'roeder^ambtsdrager weten van Jezus, Christus, nu negeeren ze het oordeel van het publiek, en arbeiden ze om lof te ontvangen van Hem, die hen zond. Nu haten ze het verschijnsel van Paulianen contra Apollianen; ze zoeken den opbovxw van het gebouw Gods, de kerk van Jezus Christus.

Zoo langzamerhand werd het al een heel stuk, dat Paulus over zichzelf en Apollos schreef. Maar, ; zoo zegt hij hier, ik heb dat gedaan met het loog op u. Die uiteenzetting over het ambt van Apollos en mezelf heb ik niet gegeven in den waan, dat de dienaars van het evangelie zichzelf tot jDreekstof mogen., maken; of omdat we , het zelf nog heel erg noodig hebben, bij deze dingen bepaald te worden. Neen, het is me te doen o; m u. Om door ons voorbeeld u maar te leeren dat ge u niet moet verheffen boven de Schrift. Om n te verlossen van uw groote zonde, dat ge in uw denken en in uw kennis-vereering u losmaakt van de Schrift.

Daarom heb ik, wat ik te zeggen had, gegoten in den concreten vorm van een preek over mezelf en Apollos.

Want ik, (en Apollos is het volmaakt met me eens), ik beroep me bij mijn arbeid niet opi mijn eigen inzicht; op mijn „kennis" of „wijsheid". Als-ambtsdragers zijn we gebonden aan de Schli-ift, En ge moet maar eens erop letten: al wat ik tot nu toe zei over de wijsheid der wöreld, dat ïieb ik bewezen uit de Schrift; en mijn heele betoog over het ambt is doorspekt met teksten. Wat al een aanhalingen uit het Oude Testament! Deed ik dat, om te laten zien, hoe goed ik den weg weet in mijn bijbel? Neen, ik deed het om uwentwil; om u aan dit voorbeeld te demonstreeren, hoezeer gij en ik, met al onze kemiis en wijsheid, met heel onze theologie en filosofie gebonden zijn aan de Schrift.

Paulus heeft het maar al te scherp- gezien: het denken, zich losmakend van de Schrift, en zich verheffend boven de Schrift, is funest voor do kerk. De kerk, die daai-door is geïnfecteerd, gaat te gronde. En hij heeft geëischt, dat el){ systeem zich rechtvaardigen zal met het beroep op de Schrift.

Omdat onschriftuurlijke filosofie een bedreiging is van het leven der kerk, daarom is het een levensbelang voor de kerk, dat ook de wijsbegeerte zich buigt voor de Schrift, en zich beroept op de Sclirift. Elke poging, om ook in de wijsbegeerte ernst te maken met de dwaasheid van het kruis, heeft bij voorbaat recht op de sympathie en het gebed, niet maar van enjkelen, die zich voor dergelijke kwesties interesseeren, doch van heel de gemeente.

En het beroep op de Schrift worde eerlijk getoetst. „Elke ketter heeft zijn letter"? Laat ons toezien, dat we het Schriftbewijs nimmer verliezen! Niet boven hetgeen geschreven is!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1939

De Reformatie | 8 Pagina's