GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openbaring. — Het boek als getuigenis. — Het getuigenis van Jezus. — Conclusies.

Getuigen in den Bpel.

V.

Ons rest nog de bespreking van de Openbaring des Heeren aan Johannes.

• Uit vergelijking van het voorwooird en het slotwoord van dit boek blijkt, dat het boek op zicli zelf mag heeten: het getuigenis, dat Jezus Christus geeft.

In dit boek spreekt Jezus, de Amen, de trouwe en waarachtige Getuige, 1:5, 3:14. In Zijn Goddelijke alwetendheid geeft Hij aan Johannes een openbaring over wat haast geschieden moet.

Hij wordt, om het in de taal der Oudtestamenlische profeten te zeggen, openbaar in zijn komen ten getuige, als een snel getuige, Micha 1:2, Mal. 3:

Bovendien spreekt het boek herhaaldelijk ovelr hen, die het getuigenis van Jezus hebben, 1:9, 12:17, 19:10, 6:9, 12:11. Allerlei menschen heb^ben het getuigenis van Jezus. Niet alleen Johannes, niet slechts zij, die den geest der profetie bezitten, maar ieder, dien Jezus zich niet scliaamt zijn broeder' te noemen, die aldus tot de nakomelingschap der vrouw (Op. 12:17) behoort, en de geboden Gods bewaart.

Wat is dit getuigenis van Jezus? De duidelijke parallel ervan, het Woord Gods, stelt in het licht, dat het op een of andere manier miet de predir king van Jezus samenhangt; maar anderzijds is even klaar, dat het getuigenis van Jezus hebben niet een voorrecht is van de predikers alleen.

In allerlei vormen moet dit getuigenis van JezJus worden bewaard. Deze vormen zijn onderscheiden naar roeping en begaafdheid, naair algemeene en bizondere tijdsomstandigheden, naar geslacht en leeftijd. Maa'r al die vormen moeten, om dien naam waard te zijn, dien hun in Openbaring gegeven wordt, een voortzetting en verbreiding van het getuigenis van Jezus zijn.

Het getuigenis van Jezus is een bepaalde ^rooitheid. Terminologisch en zakelijk is het onderr scheiden van het getuigenis omtrent Jezus, dat Hij de Zoon Gods is èin de ChrisCusy, gelijk! wij dat in het evangelie en den brief vonden. Daar kreeg Jezus een getuigenis van den Doaper, den Vader, den HeUigen Geest en van de apostelen; en als de Zoon legde Hij het ook zelf af, tegenover het ongeloiof en de dwaalleer. Dit getuigenis was tegelijk een aanklacht van de Joden, als zij' in de verharding steken bleven, en van de ketters, indien zij in hun antichristendom volhardden. In Openbaring is sprake- van het getuigenis van Jezus in de gemeenten, zooals deze een kleine eeuw na zijn geboorte in de wereld leven. In hun midden is nog die Joihannes, die met de getuigenroeping in den ziin van het evangelie beiast was'. Hij volbracht deze roeping o.m. door het schrijven van het evangelie en den brief. Doch Johannes heeft tevens het zelf-getuigenis van Jezus doorgegeven, opdat het in de ge: meenten zou worden bewaard en gepredikt. Hij zag er geen bezwaar üi, dat anderen het getuigenis van Jezus van hem overnamen en dat het dien naam bleef dragen. Het getuigenis, zooals het historisch geigeven is, door hem zelf o.a. in het evangelie en den brief in verband met de vleeschwording des Woords is een zeer praegnant begrip. Maar in de gemeenten, die Christus mede door hem vergaderd heeft, wordt dat getuigenis doer alle geioovigen bewaard, en als getuigenis door sommigen gepredikt. Doch niet als het hunne, maar als het (zelf) getuigenis van Jezus.

Nu is ook duidelijk, waarom predikers in dit boek getuigen kunnen heeten, zopdat Christus Antipas zijn trouwen getoiige noiemt, 2:13. Getuigen van Jezus heeten dan zulke; predikers: ik z, ag de vrouw verzadigd van het bloed der heiligen •en van het bloed der getuigen van Jezus, 17:6. De getuigen worden hier 0)nde|rstcheiden van de heiligen. Beide, heiligen en getuigen, zijn bloed'getuigen, martj'res, martelaars in onzen zin van het woord'. Maar de predikers heeten getuigen om hun "trouw aan het getuigenis, dat Jezus van zichzelf gegeven heeft. Dit wordt nog te meer duidelijk, indien men met 17:6 vergelijkt 16:6: Omd'at zij het bloed der heiligen en der proifeten vergoten hebben. Ook hier vormen de heiligen een groelp. naast een andere kategorie, die Oip de eene plaats profeten en «p de andere getuigen worden gdnoemd.'

Getuigen is bij Johannes sterk Oudtestamentisch gekleurd. Recht en feit zijn biji hem aldus verbonden, dat God, komend ten gerichte, oordeelen zal over geloef en ongeloof, die beide een houding zijn tegenover feiten. Boiven het feiten-aanvaardende of feiten-verdraaiende foirum der menschen troont het forum Gods.

Jezus staat slechts schijnbaar voori het forum der menschen, om hen te laten beslissen 0|ver de feiten, die zij door het getuigenis kennen. Realiter staal Hij voor Gods rechterstoel om hen te verpletteren door zijn aanklagend getuigenis, dat Hij, dien zij verachtten, in feite Gods Zoon is.

Kort gezegd is getuigen van Jezus Ch'ristus dus het spreken over Hem, door Hem zelf of door den Vader en den Heiligen Geest, of door oog- en oorgetuigen van zijn leeren en doen, am doior dit spreken te bewegen tot de groote beslissing, de positieve uitspraak van het geloof, dat in den wortel breekt met de ongeloovige verwerping van het Woord, dat vleesch werd en onder ons woonde en zijn heerlij'kheid toonde, niet het minst jn zijn opstanding uit de dotoden. Aldus dient dit getuigen met zijn kennis en weergave der feiten het recht Gods.

Het aardsche leven van Jezus is uitgelooipen op een proces. En Oip de voltrekking van een vonnis. Heit ongeloof heeft altijd gezocht naar een middel om onder den schijn van recht Hem aan te tasten in zijn rechten. Valsche getuigen ïiebben daat'bij hun dienst willen leenen. En ze pogen htet nog. Doch het ongeloof komt door het middel van het proces met Jezus niet klaar. Jezus heeft getuigen!

Vóór het plioces in Jeruzalem worden zijn beschuldigers reeds schuldig gesteld, wanneer de Dooper van Hem getuigt, dat Hij het hcht is; en wanneer de Vader en Jezus zelf getuigen, dat Hij de Christus en de Zoon Gods is. •

'Tijdens het proces belicht Jezus de werb'elijike positie in het geding: naar der Joden aanklacht luistere Pilatus niet; ook vreeze hij geen opis'tandige beweging, want Jezus' koninkrijk is van deze wereld niet; Hij is in de wereld gekomen om 'tegen het ongeloof te getuigen.

Na het proces zijn de apoistelen getuigen van zijn opstanding in het Jeruzalem van Kajafas en PUatus. En tot aan het eind der aarde. God heeft Hem uit de dooden opgewekt, kunnen zij van den beschuldigden Jezus zeggen.

In hun evangelieprediking, die roept om de k'eus voor den Cliristus Gods, zijn de apostelen getuigen, ook wanneier zij als Johannes een evangelie en een brief schrijven, om het ongeloof en de dwaalleer te breken en tot het geloof te bewegen.

Timo'theüs moet dat element in de prediking vasthouden, tegenover de gevaren, die hem en de kerk bedreigen van de zijde dergenen, die altijid weer procedeeren'd met Jezus willen klaar komen, II Tm. 1:8.

Christus geeft aan Johannes op Patmos een getuigenis, dat de scherpst mogelijke aanklacht is van den waan, dat de wereld de kerk kan en mag verdrukken.

En üi de kerk onder het kruis zijn het dé getuigen van Jezus, die in haar profetische prediking de wereld schuldig stellen om haar ongeloof.

Allen, die gelooven, bewaren dit getuigenis. De wereld is sinds het procedeeren van het sanhedrin en op Gabbatha en de voltrekking van het voniiis op Golgotha met Jezus niet klaar. Het recht heeft zijn loop niet voleind. Er zijn getuigen van Jezus!

Aant. Voor de wetenschappelijke bewijsvoering van wat.in deze artt. werd gesteld en ook voor de uiteenzetting en bestrijding van andere meeningen moge ik verwijzen naar mijn proefschrift Getuigen van Jezus Christus in het Nieuwe Testament. Uitg. T. Wever N.V., Franeker, 1938.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1939

De Reformatie | 8 Pagina's