GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jaap Kolkman, Job Andersom. — N.V. Gebr. Zomer en Keuning's Uitg. Mij., Wageningen.

Een frisGh begin.

Er bestaan nog verschillende zijden van htet Nederlandsclie volksleven, die zicli in een stiefmoederlijke belangstelling van de zijde der literaloren moeten schikken. Een der belangrijkste daarvan is onze scheepvaart, met zijn vele aspecten. Indien men evenwel bedenkt, dat er oen niet ge^ ringe vakkennis noodig is, om behoorlijk bet schipperslevcn te beschrijven, wordt het begrijpelijk, dat weinig schrijvers zich bevoegd achten, zich literair met de scheepvaart bezig te houden.

Warmcer men zich nog herinnert, dat het liaringkaken, uitgevonden door Willem Beukelszoon van Biervliet, den stoot gaf voo.r de opiko.mst der Ho.llandsche scheepvaart, bevreemdt het des te meer, dat de haringvisschei'ij, eertijds een der grootste bronnen van onze welvaart, niet meer beschrieven is. Weliswaar is deze bron nu grootendeels verzand, althans niet meer van zooveel belang als

vroeger, maar is dit bij uitstek nederlandsche bedrijf niet ten volle waard, de stof te leveren voor romans? Het bezwaar der specifieke valdcennis is wellicht de oorzaak, dat de haringvisscherij zich 'tot dusver met een matige belangstelling moest tevreden stellen, ondanks de aantrekkelijkheid van het onderwerp.

De jonge schrijver Kolkman deed daarom een goedegi-eep, toen hij debuteerde — naar ik meen— met het bovengenoemde boek: Job Andersom, de geschiedenis van een Vlaardingschen haringvisscher. Hij betoont zich een vakman, die met grondige Icennis van zalien weet te spreken van het bedrijf. Hij kent de taal der visschers, doorigaans zeer plastisch, hoewel niet steeds even gekuischt, hij kent zijn menschen van binnen en v^an buiten, hij weet te vertellen van de zee in rust en storm.

Reeds spoedig weet de schrijver den lezer in te ^vijden in de typische sfeer van het visschersr leven. Dadelijk pakt het verhaal, als Piet Gaaien, de \'rome matroos van de Johanna Petronella op zee het bericht ontvangt van de geboorte van een zoon. Nauwelijks heeft het heugelijk feit hem bereikt, of het breken van den achtermast, als een teeken van Boven, geeft hem de aanwijzing, dat ook deze jonge Van Gaaien, als zijn geheele familie, zich zal moeten buigen. De godsvrucht der visschers wordt gedrukt door een zwaar bijgeloof in een vloek, die op een familie kanl rusten. De eerste hoofdstukken, met hun snel en springend verloop, geven reeds een diep inzicht in het geestelijk leven dezer stoere menschen. De worsteling van een sterke persoonlijkheid om onder dien vloek uit te komen, en zich geheel aan de genade over te geven, is de kern van het' verhaal.

Deze tendenz noopt den schrijver er toe, zijn hoofdpersoon niet te zoeken onder de doorsneevisschers, maar er een eenigszins uitzonderlijk persoon voor te kiezen. De jonge Gerrit is van jongsaf een „dwarsboomjong", die zich niet lijdelijk neerlegt bij de sombere tïieorieën van zijn vader. Reeds vroeg ziet hij het verschil tusschen zijn zwaar redencerenden vadier en zijn innig vrome moeder, 'voor wie genade meer ^eldt dan het geloof in den vloek. Haar inzicht versterkt hem in zijn opzet, dwars door de familie-traditie heen, zich te bekwamen voor schipper. Zijn slagen geeft den - vader een beklemmende vreugde, o, mdat het niet kan duren volgens zijn meening, het geeft de moeder de bevestiging van haar geloof, dat genade alleen kan helpen. Het leven dezer ouders, bij de hoogtepunten van het verhaal, m zijn contrast sterk ge teekend, behoort niet tot het minste deel van het boek. Het geeft er kleur en diepte aan.

De schrijver heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt. Gerrit slaagt maar niet zoo gemakkelijk, hij moet een zwaren strijd doormaken. De fazen hiervan zijn zoo geweldig, dat de schrijver soms boven zijn macht grijpt en aan een geforoeerdheid niet ontkomt. De teekening van den| hoofdpersoon vertoont daardoor meer d^an eens een zwakheid, doordat de ontwikkelüigsgang te stootend is, de overgangen niet voldoende gemotiveerd.

Het geluk schijnt aanvankelijk den nieuwen scMpper te begunstigen. Hij keert binnen enkele dagen met een ruime vangst terug en waagt bdt zelfs zonder liulp van een sleeper de haven binnen te loopen. Het lijkt alsof hij zonder moeite zijn plaats zal kunnen innemen onder de goede, zelfs de beste schippers der vloot. Maar spoedig komt de ongunstige keer. Hij vangt niets meer. Dereden daarvan begrijpt hij niet. Evenals al de anderen, zet hij de netten met den geijkben zegenwensch overboord, hij is geestelijk voorganger aan boord, hij leest zijn bijbel en stichtelijke werken. De energieke jongeman, die wil slagen, het koste wat het wil, ziet den tegenslag als gevolg van den vloekj die volgens zijn vader op het geslacht rust. Als God hem daarvan niet bevrijden wil, zal hij zich lot den duivel wenden. Voortaan worden, tot groote ontzetting der bemanning met ijselijke vloe- Jfccn de netten uitgezet. Hij zal den vloek met .vloeken overwinnen. En hij schijnt te slagen. Enorme vangsten vallen hem ten deel. Doch de bemanning weigert met Job-zonder-.God, zsooals zij hem noemen, uit te varen. Hij is gedwongen uit donker Rotterdam een bemanning te werven. Deze ruwe, onervaren matrozen, zijn ondeugdelijk voor hun werk, zij overtreffen allen den schipper in vloeken. Dat wordt hem, wien het werk en het schip zoozeer ter harte gaan, te bar. De trotsche schipper moet buigen — maai* voor de menschen alloen. Hij krijgt zijn oude bemanning terug op voorwaarde, dat hij niet meer vloeken zal.

Nu gooit hij het weer over een anderen boeg. Dwars tegen traditie en theorie in gaat hij visschen op plaatsen, waar geen visch zitten kan volgens < le visscherslui. En weer slaagt hij, nu door alles anders te doen dan de anderen. Job Andersom heeft de reputatie geliregen van een kundigen, maar zonderlingen schipper. Niet in vertrouwen op God, noch op den duivel, maar slechts in zich zelf, zal hij zijn doel bereiken.

Deze sterke overgangen worden eenigszins aanvaardbaar, daar de schrijver Job als een bijzonder sterke persoonlijkheid beschrijft. Maar daarmee in strijd is zijn deelnemen aan de drinkpartij te IJmuiden, waar hij, de geheelonthouder, zich zon­

der bijzondere noodzaak geheel aan den drank overgeeft, om daarna aanvoerder te worden in een der ergste straatgevechben met de politie. Hier speelt zijn neiging voor helle kleuren en felle contrasten den schrijver parten. Deze scène verdiept allerminst het psychische beeld van den hoofdpersoon.

Veel beter is het laatste gedeelte. Bet verhaal wordt zeer spannend. De slechte jaren op de vloot. Job's huwelijk en gedwongen afscheid van zijn schip, zijn leven aan den wal, waar de zeeman zich noode kan schikken in zijn rol van; kruide'nier, het is alles zeer levendig en goed beschreven. Ongetwijfeld aanleg voor het lichtere genre, toont bij in de beschrijving van de begrafenis van dein reeder. De humor en scherpe waarneming gaan hier saam en vormen een voortreffelijk stuk werk.

Het slot bevredigt mij minder. Wel is zeer goed geteekend de onontkoombare drang, het scMp te koopen, waarop Job zijn levensideaal meende beireikt te hebben. Maar inneriijk is hij niet verianderd, want hij is nog fel anti-godsdienstig. Dat hij zijn moeder en vrouw wel voor zich laat bidden en lieimelijk daarop drijft, is in tegenstrijd met zijn eerlijk gemeende, felle uitingen.

Nu Job weer vaart, innerlijk ongebroken, zou alles weer den zelfden koers moeten gaan. Daarom grijpt de schrijver nu in. Tijdens den oorlog laat hij Job's schip met man en muis vergaan, kort nadat Job het verlaten had, om zijn zieke vrouw te bezoeken. Door deze redding wo'ridt dan Job eindelijk geestelijk gebroken, en als ook zijn vrouw mag blijven leven, geeft hij zijn verzet op en gaat hij verder het leven in, alleen drijvend op Gods genade.

Dit eenigszins geforceerde slot bevredigt niet. Trouwens, de geheele psychische gestalte van Job is niet sterk, ze is be schematisch afgewerkt, hoiewel er zeer goede trekken in liggen. Heel goed op dreef is de schrijver echter bij de uitbeelding van het uiterlijk leven, het milieu, het bedi-ijf. Er zit gang in het verhaal, het zit vol acüe en afwisseling, het boeit door de beschreven saamhoorigheid van bemanning en schip. Al is het boek niet in alle opzichten even geslaagd — zou dat ook kunnen bij een oersteling? — het is veelbelovend. Dit frissclie boek spant de verwachting hoog.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1939

De Reformatie | 8 Pagina's