GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

INTER NOS.

PAPE - de Afscheiding - JANSSEN.

XI.

Afnemend c r e d i e l.

„Heusden, 31 Dec. 1835.

„In de godsdienstige toestand dezer streken is weinig of geene verandering voorgevallen. — „Te Almkerk houden zig de aanzienlijksten ferm. De burgemeester Duyser is een man; zijn ambtgenoot Dekker te Emmichoven een zatte Scholtiaan.

„Goedschiks schijnt Meerburg alles te zuilen overgeven, tenminste heeft hij goedwillig de coupons der diakonie toebehoorende, aan een der diakenen op deszelfs verzoek ter hand gesteld. —

„Te Veen blijft het weifelend. De afscheiding bepaalt zig alsnog tol een 40 a 50-tal, van welke een kleermaker mij een brief heeft geschreven curieus om te lezen: hel Klassikaal Bestuur vergelijkt hij met honden die niet bassen, past op hetzelve spreuken uit Jesaja toe, die kant nog wal raken, en beschuldigt hetzelve van met woorden geeselen en verdrijven der Profeten! Enfin, men wordt niet gek zonder er aanleg toe te hebben.

„Wat ik onlangs schreef van gevechten te Veen is inderdaad zoo, maar ziehier de reden: De Wijksche boerenjongens voedden reeds lang een wrok tegen de Veenschen uit hoofde van deszelfs schismatieken geest. Broeder Moorrees, die gedurig tegen de afscheiding uilvaart, en ze onlangs openlijk vaii den Predikstoel „een werk van den duivel" noemde, mag dan ook wel de orthodoxie onder zijn gemeente zoo zeer hebben helpen opwinden, dat de Wijksche boeren met troepjes naar Veen zijn gerukt, om aldaar mogelijk het nieuwe licht wat uil te blazen. Tenminste nadat de hoofden door gebruik van sterken drank wat verhit zijn geworden, hebben de orthodoxe Wijkschen, de zoogenaamde oud-orthodoxen te Veen, te lijf gewild, dog zijn te goeder ure hierin door de militaire magt belet, ofschoon deze niet heeft kunnen verhinderen, dat deze en gene een kwetsuur heeft gekregen hetzij door mes of bajonetsleken. De zonderlinge verlooning beleven wij derhalve dat ïn 1835 het Dordtsche Synode van 1618 en '19 aanleiding geeft lot eene vete tusschen de boeren van Wijk en Veen, die beiden wel weinig van het Dordsche systeem begrijpen. Men houdt alles echter wal voorgevallen is, zooveel mogelijk stil, en wi'l Ihel dempen naar hel schijnt, wat dan ook wel — het beste is.

„Te Almkerk zullen wij weldra een kerkeraad benoemen. Zulks zal weldadig werken op de aanzienlijksten der gemeente, die log niet gaarne een Predikant gezonden zagen.

„Gisteren heb ik eene ampele besoigne met den Burgem. en een Ud van den raad aldaar gehad over de in den kerkeraad te benoemen personen. De burgemeester, kerkvoogden en notabelen zijn in hel oog der gemeente t e liberaal (d. i. de bup^ gemeester, de assessor len ik) dan dat een kerkeraad uit hen samengesteld bevallen zoude. Wij hebben dus hel plan beraamd om liever zoodanigen te benoemen die iDekend als ernstig denkende (vroome) lieden, echter besliste tegenstanders van Scholte c. s. zijn, en — onder betamende invloed der aanzienlijksten staan".

— Deze vrome „stroomannen" zullen dan een predikant mogen kiezen!

Heusden, 6 Jan. 1836. „De toestand dezer streken blijft nagenoeg dezelfde, nu en dan hoort men van enkele afscheidingen, maar het getal der afgescheidenen in de gemeenten te bepalen is onmogelijk, nadien men zulks geheim houdt van de zijde der secle".

Waarom men nog geen of weinig bericht van afscheiding stuurt wordt later wel duidelijk, maar pok hier blijkt dal de „secle" en Pape zulk een kennisgeving niet beslist noodzakelijk acht om toch afgescheiden te zijn. De „opstandelingen van 1618" zijn door het Ned. Herv. Kerkbestuur op 24 Nov. algescheiden, ipso facto, en komen niet meer in de N.H. Kerk.

„Te Veen maakt de factie geen openlijken opgang, en de massa is in stilte blijde van Van Rhee ontslagen te zijn, hoezeer men er ook niet voor uitlcomen durft. Zijn crediet is merkelijk afgenomen, en met weerzin ziet men hoe hij vaak gearmd gaat met een zekere ondermeester, die bij hem logeert. Gister heb ik de kerkvoogden aangeschre^ven om hem de Pastorij te laten ontruimen binnen 6 weken".

„In het naburige Heesbeen, tien minuten van hier haspelt men ook. Hier blijft alles stil, hoezecide factie het gerucht verspreid had, dat ik lot licht gekomen was, en mij aan de goede zaak(! ! !) had aangesloten".

Van den 16en Jan. het volgende bericht: „Te Almkerk blijft het nog al rustig, maar de afscheiding kruipt onder het gemeene volk voort. „Oefeningen zijn er in menigte, maar men wacht zig, hel getal van 19 personen te overschrijden. Op 4, 5 plaatsen tegelijk houdt men dergelijke conventikelen. De daar gecanlonneerde troepen zijn jonge miliciens uit Groningen en Drenthe, onder anderen drie Ulrummers [Is dat aan den Prins, Opperbevelhebber te danken? B.]. De geest dezer militairen is waarlijk niet hoog gestemd om de Scholtiaansche woelingen tegen te gaan en veel doelmatiger had men er Curassiers, of een honderdtal mineurs uit Heusden kunnen leggen. Maar ik durf mij er niet over uitlaten.

„Onze Gouverneur bemoeit zich ook niet sterk met de zaak, trouwens de man kan dit misschien minder doen, omdat hij Catholiek is, dank wijle ik hem dat hij de aanvragen van ons Bestuur gehoor bereidwillig gegeven heeft.

„Te Almkerk is een [N. H.] kerkeraad benoemd. „Te Veen kruipt de scheiding voort, hoe zeer langzaam. —

„Te Op en Neer Andel is hel Separatisme bijna

algemeen, zonclei- dat men zig daarom nog afscheidt, alles wacht op vrijheid van Godsdienst".

Ja, dat in 't vrije Nederland helaas geen vrijheid van godsdienstoefening bestond, kan vele lauwen weerhouden hebben zich bij de Afgescheidenen werkelijk aan te sluiten. De Afgescheidenen mogen daar dankbaar voor zijn. God heeft ook de vervolging ten beste gekeerd. — Maar dat zeer velen b. V. te Almkerk wachten met hun beriditgeving heeft een betere reden.

„Te Sprang heeft ons Bestuur de gedane keuze van oudei^l. en Diakenen, die als Separatisten waren aangeklaagd [er is daar elk jaar dergelijke strubbeling bij de verkiezing, B.], bevestigd, nadat ik die menschen had aangetoond en daarna een pleglige verklaring had laten onderteekenen, dat zij vijanden waren der thans heerschende kerkelijke muiterij, voorstanders der tegenwoordige orde en heiliglijk beloofd, de Ev. Gez. ten voorbeelde van anderen openlijk te zullen medezingen.

„Deze hunne verklaring zal met het besluit van ons Bestuur openlijk in de kerk worden afgelezen. Het is mij voorgekomen dat wij zoo handelen moeten, Ie, omdat het regt was, 2e, omdat ons besluit cenen bijzonder goeden indruk zal maken op zoovele stijfdenkenden van Sprang en omstreken, die reeds vooraf profeteerden, dat het KI. Best. dat zoo met Predikanten handelde, vi'ij minder ouderlingen en diakenen verschoonen zoude".

Uit verschillende, aan Janssen gerichte brieven blijkt ook dat de Afscheiding voortgang heeft, door Scholte's invloed, in West-Noord-Brabant, „d. i. Willemstad, Fijnaard, Zevenbergen en Klundert", de laatstgenoemde plaats heet daarin „de Moederkerk der klei (dezes oords)".

Groote schade wordt in deze dagen aan de zaak der Afscheiding toegebracht door Van Rhee.

De 4e Febr. '36 ontvangt Janssen van Pape het volgende schrijven:

„Nog heeft men zich geenszins herhaald van de algemeene ontsteltenis, die het Veensche zwijn heeft veroorzaakt. Nadere bijzonderbeden zijn de volgende, waaromtrent ik echter het relato refero wil herdacht hebben, v. R. heeft in Rotterdam In de Zon tegenover de kleine beurs gelogeerd, en daar moet de Hospes, die door zijn vrouw kwaad vermoeden gekregen had op v. R. met zijn makker, hem bespied, en de zaken ontdekt hebben, die nu van mond tot mond vliegen, en zijn schorsing of uitbanning of hoe zal ik het noemen, bij de secte hebben veroorzaakt. Ik geloof echter dat men het rechte niet weet, maar dat men daarom het ergste gelooven mag, wijl zijn vorige boezemvrienden, ik bedoel de afgescheidenen, hem zoo diep verguizen. — Geheel Veen is tegen hem in opstand, en daar hij krank te bed ligt (allhans dit geeft hij voor) zoo wil niemand hem zelfs razeeren, omdat men bang voor hem is. Zijn huis is gesloten, alsof er een doode in was! — de hoogschijnheilige! en deze durfde nog aan de Synode om herstelling der kerkelijke tucht vragen ! ! ! dat God zich erbarme! — Zoo vreeselijk men te Veen Vroeger op mij gebeten was, omdat men wist dat ik hem had zoeken te weren, en ik op zijne afzetting had aangedrongen, zoo zeer herinnert men zich thans mijne vroegere waarschuwingen en is de haat tegen mij op het onverwachtst bedaard! De kerkvoogden wilden hem nu ruim f300 laten rembourseeren, die zijne reis, losmaking etc. aan Bekerke had gekost, omdat hij binnen 2 jaren vertrokken was. Mijne Just [één van Pape's zonen, Bi.] qua advocaat, zeide dat zij regt hadden, omdat de vacature door de eigen vrije keuze van Van Rhee ontstaan was, ik heb daartegen gead\'iseerd en beweerd dat men de ongelukkigen niet tot het uiterst moet drijven, en dat de kieschheid het althans gebood, dat de kerkvoogden, die eerst zooveel met hem ophadden, nu niet als zijn vervolgers gingen ageeren; dit advies is om zijner arme mishandelde vrouw wil gevolgd" —

„Ik denk het KI. Best. eerstdaags te convoceeren om over het doen van een beroep te Veen te spreken. Zullen wij ook een drietal maken ter electie door Z. M.? of regtstreeks den predikant beroepen? Ik stem liever voor het eerste, om het antecedent te Doeveren.

„Te Almkerk gaat het niet zooals ik wenschte. De burgemeester, hoe goedgezind ook, durft niet handelen zooals hij moest. De burgemeester van Emmichoven, de combinatie van Almkerk, is een verklaarde (zaüap) en Scholtiaan, daar oefent men, evenals bij den assessor [H. J. de Jong, B.] van Almkei'k dat het een plezier is, en geen procesverbaal wordt er gedresseerd. De gecantonncerde troepen zijn te weinig in getal, en derzelver officieren werkeloos; met één woord: het doel wordt te A. en E. ganschelijk gemist. Ik heb mij al eens namens het Bestuur aan den Gouverneur willen adresseeren, maar dan moet van Spall teekencn, en daar er namen en personen in genoemd dienden te worden, zoude dit bij onzen Praeses welligt zwarigheden ontmoeten. Wij moeten echter over de gesteldheid van Almkerk en Emmichoven spreken en handelen, want anders gaat het niel zooals het behoorde, konde en moest gaan. Kan ik mij ook qua scriba confidentieel aan het Ministerie adresseeren met hetgeen ik wete? — Dan schrijf ik alles rondweg en verzoek voorziening. De Reflexie, die ik mijzelve make is deze: het ihouden van oefeningen gaat u qua scriba niet aan, maar behoort tot het ressort der Politie", r— Deze schoenmaker kent dus zijn leest wel, al houdt hij zich er niet bij!

„Dat onze Koning bekend wordt met het zwijnenpersoneel der secretarissen kan niet dan goed zijn [m. a. w. zorg dat Z. M. de berichten over Van Rhee te weten komt! B.], 'tis thans wel Scholte cura suibus, in plaats van cum suis! [d.w.z. Scholte met de zwijnen, i.p.v. met de zijnen! B.]

„Wat ik intusschen Ued. schrijve, blijve des noodig confidentieel, kan het echter niet, en moet ik er bijgenoemd worden, dan heb ik het ook geschreven! —

„Ja, veel is in Gods voorzienigheid zigtbaar, in de ontdekking der schandstukken van de factie; perplex is de menigte, en de ijverigste Scholtianen verklaren ronduit dat zij niet weten, aan wie zig meer te houden".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's