Aan een jongeren tijdgenoot.
No. 7.
Amice,
Ook gij hebt zeker altijd gedacht, dat er een fransche revolutie was geweest, dat er daardoor erg veel in Europa veranderd is, en dat Frankrijk een heelen poos daarna zoo'n verfoeilijke democratie geweest was.
Maar dat is allemaal slechts een booze droom geweest. Ze hebben op je school je eenvoudig dat allemaal op de mouw gespeld. Ze hebben je boeken laten lezen van Carlyle, en je hebt als kleine jongen gelezen van Robespierre, Danton, Samson, van de Place de la Concorde, de guillotine, de terdoodbrenging van een koning en een koningin.
Maar 't is niet waar geweest. Niets, „maar dan ook niets" van aan.
Je kijkt me wat meewarig aan? Geen wonder ook. Jij bent ook nog niet „voorgelicht". Dat zal pas komen, als jij je nieuwe Leerboek der Geschiedenis krijgt, — officieel goedgekeurd door Dr Goedewaagen en mr Rost van Tonningen. Maar i k, amice, i k ben je ditmaal èèn streep vóór. Ik ben n.l. langs een korteren weg voorgelicht. En wel door een geschrift, waarop tot tweemaal toe de Nederlandsche pers met nadruk gewezen is door den „RaadvanVoorlichting der Nederlandsche Pers. Deze Raad heeft de pers vermaand, bovenstaande correctie op het onderwijs in de Algemeene Geschiedenis onder de aandacht van het Nederlandsche volk te brengen. Het onderwijs in de Vaderlandsche Geschiedenis zal ook onmiddellijk dienen omgebouwd te worden. Waarschuw jij bijtijds ook de professoren in de kerkgeschiedenis, dat de fransche revolutie is opgeheven.
Je wilt bewijs? Luister. De Groote Profeet, de Eéne, die géén brood gegeten heeft, sprak alzoo:
Sept fois changer verree gent Brittannique, Taints en sang en deux cent nonante an: FRANCE, NON POINT, par appuy Germanique, Ariéz doubte son pole Bastarnan.
Lijkt wel wat op fransch, niet? Oud-fransch, moet je weten. Gevloeid uit de pen van den Groeten Franschen Ziener Michel Nostradamus, notariszoon, geboren te „Saint Rémy en Craux" op 1 Dec. 1503, overleden in 1566. Zeer beroemd, die ziener.
Nooit van gehoord, zeg je me daar? Och ja, die opvoeding van jou ook! Maar nu is aan de pers, Adolphus Venator hoort daar ook bij, een heel mooi boekje toegezonden, met een heele collectie van de profetieën van Michel Nostradamus, prachtig uitgevoerd, en dan nog honderd exemplaren op Oud-HoUandsch papier. Volgebleekt-Perkamenten-omslag! Ter eere van Parijs, waar Nostradamus gewerkt heeft. De Raad van Voorlichting der Nederlandsche Pers nu wil per se, dat wij, perslui, dit boekje bespreken.
Fransch georiënteerd, die Raad van Voorlichting? Ik begrijp je vraag: je denkt aan dien omslag ter eere van de Stad Parijs. Nee man, zóó kinderlijk zijn we niet. 't Gaat om grootere dingen: Nostradamus heeft ons geprofeteerd, hoe d e oorlog van vandaag afloopen zal. Je kunt zóó maar, nou ja, zóó maar... ik bedoel, als je knap in 't uitleggen bent, en deksels knap in 't inleggen, je kunt, herzeg ik, in dat geval zóó maar beslissen wie den oorlog van nu zal winnen. Dat is Duitschland.
Het is dus niet zoozeer uit voorliefde voor Frankrijk's hoofdstad, als wel uit de begeerte, dat we nu reeds uit een duitsche overwinning bij voorbaat zullen leven en denken, dat de Raad van Voorlichting, tot tweemaal toe de pers, zoo midden tusschen andere mededeelingen, dreigingen, verboden, en geboden door, hebben gezegd: u moet eens over dat boekje van Nostradamus schrijven.
Nu, aandoenlijk is het wèl. De vertaler is als door een mirakel aan het kostelijk geschrift gekomen. De man had een „Fransche vriend"; hij is niet eenkennig, merk je. Die vriend is nu niet meer. Hij liet den vertaler „geschriften" na. Onder die geschriften vond vertaler dan de merkv/aardige studie, die de heer Rost van Tonningen er bij ons arme, door demo- en plutocraten, met kerkdijken steun bedrogen volk, erin ge werkt wil zien. „De oppervlakkige lezer zal het werkje glimlachend ter zijde leggen", en „ongeloovig", zegt de Vertaler. Jij en je Bouwen-en-Bewaren-meisje hebben je vonnis al in den zak. Maar de Vertaler, en deze N.S.B.-heeren, d i e zijn geloovig. Die fransche, inmiddels overleden vriend kwam zoo te schrijven: „Nostradamus is van de pest verschoond gebleven, omdat hij het onwrikbare vertrouwen bezat, dat zij hem niet zou deren. En heeft Christus, de grootste Heelmeester aller tijden, niet altijd opnieuw het Geloof als het middel aangeduid, dat steeds zal helpen"? Volgebleekt Perkament !
De Raad van Voorlichting preekt dus... astrologisch, zoo je merkt. Reken er maar op, dat je binnenkort ook horoscopen voor de kiosken zult zien hangen. De toekomst van Mussert, uit de sterren gelezen. Vijf centen maar.
Wie de profetieën van Nostradamus niet gelooft, is vast geen man van wetenschap. Het regent immers in het boekje van Nostradamuskenners ? Maar zou mijnheer Mussert, ik onderwind me het te vragen, ik vrage slechts. Leider, zou mijnheer Mussert wel den tijd hebben gehad om een echte IvTostradamus-kenner te worden? Hij heeft pas nog het noodige gezegd van de Joden. O, die Joden. Maar Nostradamus, dat weten alle kenners, was — jood. O Ironie! De Raad van Voorlichting beveelt de pers de wijsheid van een Jood tot basis te nemen van ons „geloof". We moeten, zegt hij, in het wordende Europa volksch inglijden. Acte één is: de Pers corporatief onder Joodschen invloed gezet! Michael, die Groote Man! Elders heeft men boeken van Joden vertaald, hier worden ze in Volgebleekt Perkament gepresenteerd. Catharina de Médicis, nah, ze wou destijds den man beslist zien: hij gaf zoo maar horoscopen van de „jeunes princes". Wie weet, krijgen we later geen Nostradamus-f ilm ? Pendant van de Raspoetinfilm: trekken van verwantschap onmiskenbaar. En de Engelsche Koning Karel IX gaf hem een gratificatie van deux cents ecus d'or. Hu, die Joodsche goud-dragers, de Veluwsche Boer van mijnheer Roskam rilt er nog van. Il mourut, ... regarde comme un imposteur par la plus grande partie de ses compatriotes, zegt de Encyclopaedic Moderne, die nog durft smalen, dat de stapel geschriftjes over hem n'ont servi qu'a entretenir la superstition dans les compagnes. Maar dat zal voortaan moeten veranderd worden. Superstitie verbieden is een zaak van de kerk, niet van de politiek.
Venator, Venator, je dwaalt af, hoor ik je zeggen. Gelijk heb je, ik haast me dus de vertaling van die vier fransche regels te geven. Ik volg slaafs de Pers- Voorlichtings-Bron:
„Zeven maal suit ge het Britsche volk zien veranderen, gekleurd in bloed in $90 jaren. FRANK RIJK GEENSZINS; door den druk der Duitschers twijfelt de ram aan zijn Bastarnische pool "
Dat is te zeggen: „In een tijdvak van 290 jaren heeft Engeland zeven groote omwentelingen in zijn geschiedenis... De met bloed bevlekte gebeurtenis, welke Nostradamus noemt, is de koningsmoord van 1649, toen Cromwell Karel I liet terecht stellen. Daarop volgen de groote veranderingen". Het zijn deze zes, lees ik verstomd:
1. van 1649—1660 is Engeland onder Cromwell; 2. in 1660 Karel II op den troon terug; 3. in 1685 probeert Jacobus II de katholieke kerk in te voeren;
4. dies wordt hij in 1689 onthoofd; 5. in 1711 groote economische crisis; 6. in 1714 George I van Hanover op den troon. Reuzenomwentelingen, man. Zelfs een „getrachte" (nummer 3). En na 1714 in Engeland alles bladstil... Dat waren dus zes groote veranderingen. Maar na 1714 niks meer te beleven. „De zevende omwenteling in een tijdsverloop van 290 jaar moet derhalve nog plaats vinden." Welnu: tel bij 1649 nog 290, en je krijgt 1939: toen brak de oorlog uit. Het noodlottige jaar voor Engeland.
Aldus zien de Voorlichtingslieden op naar den Grooten Jood.
Maar die aan zijn Bastarnische pool twijfelende ram dan? Wel, m'n goeie man, de Bastarniërs woonden aan den Weichsel. In Polen dus. Tenminste, volgens het Volgebleekt-Perkament-boekje van den hier geïmporteerden Jood. Door den druk der Duitschers nu twijfelt de ram aan zijn Bastarnische pool Dit beteekent, dat zelfs de dierenriem, i.e. de ram, niets meer voor Polen kan beteekenen wanneer de ondergang van Engeland nabij is. En het lot van Polen is in den herfst van 1939 bezegeld...!!!! Aan de Poolsche Pool de Twijfelram!
Nu leerden wij vroeger op het gymnasium, dat (kijk maar in Hecker) de Bastarniërs, een roof- en krijgszuchtige volksstam tusschen den Djnester en de Djneper, en aan de uitwatering van den Donau woonden. De Djneper: Oekraïne. Stalin de baas. De Djnester: Bessarabië. Stalin pas de baas. Jongste nieuws, ons toegekomen, nèt nadat de Voorlichtings-Raad het boekske ons heeft bevolen te bespreken. De heeren mogen nu wel oppassen, dat hun Voorlichtingsdienst niet verboden wordt, want wie met Joden omgaat, komt bij de Marxisten terecht.
Och ja, amice, ik dwaal al weer af. Je wou nog van die fransche revolutie hooren? Nu, lees dan wat er staat. France, non point. Frankrijk geenszins. Dat beteekent dus, dat Frankrijk na 1649 niets en niemendal heeft beleefd van zulke katastrofes, als je zóó maar kunt opsommen in de Engelsche geschiedenis. Geen koning onthoofd. Geen kroon weer hernomen. Geen keizer weer op de proppen. Geen Napoleon. Geen economische crisis. Niks van an.
Verbrand de boeken van Carlyle en zulk slag. Richt een standbeeld op voor den Parijschen Jood, en laat mijnheer Goedewaagen een krans leggen, en mijnheer Rost van Tonningen een gloeiende rede houden. „De besten van het volk vóórop!" zei hij onlangs nog.
Amice, lach en huil. Lach om al den onzin. Huil om de nederlandsche pers, die stom is als een muisje, wanneer een paar heeren de pers voorlichten, en net als echte franctireurs de Persstraat probeeren schoon te vegen, al dreigende met straf en nóg eens straf over wie niet naar hun pijpen danst. Wanneer zullen onze kranten weer eens zulken volksgenooten rondweg de waarheid zeggen, die op Joden afgeven, en niet eens weten, dat ze een Jood importeeren in de dagen, waarin mijnheer Mussert heel gewichtig doet?
„Wie ooren heeft om te hooren, dat hij hoore, aldus staat er geschreven in de Heilige Schrift, het boek, dat Nostradamus gedurende zijn gansche leven trouw heeft gediend." Zouden onze Voorlichtingsraadslieden niet eens weten, dat Joden het Nieuwe Testament niet aanvaarden? Zouden zij zelf wel 't verschil tusschen Oud en Nieuw weten?
Jij en ik denken nu aan iets anders. Aan artikel 5 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis: alle deze boeken alleen ontvangen wij voor heilig en kanoniek... en wij gelooven zonder eenige twijfeling al wat daarin begrepen is... dewijl zij ook het bewijs van dien bij zichzelven hebben, gemerkt de blinden zelven tasten kunnen, dat de dingen, die daarin voorzegd zijn, geschieden.
In het sterfjaar van den joodschen, steedschen, notariszoon (o Roskam!) begon dit belijdeniswoord zijn loop te nemen onder de nederlandsche calvinisten, die geen tyrannic ontzagen in hun geloofsgehoorzaamheid, en geen jood van 't doopvont weerden, die van Nostradamus' voorspellingen tot die der Schrift zich had bekeerd.
Bedenk deze dingen, amice, en wees erin bezig. Met je moeiten wil meeleven:
je
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1940
De Reformatie | 8 Pagina's