GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRANINGER BRIEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRANINGER BRIEVEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Wij moeten nu wat met elkander praten over de nieuwe vinding in ons gereformeerde leven: n.l. de pluriformiteit van de b e 1 ij d e n i s. Wij maakten reeds kennis met de pluriformiteit der kerk. Volgt de pluriformiteit der belijdenis. Volgt onvermijdelijk de pluriformiteit van de ons geopenbaarde waarheid.

Het is daarom, dat wij deze vinding ter dege moeten bezien. En dat kan, zonder dat wij den blik richten naar de eene zijde, de synodocratische, want de andere, die der vrijmaking, is er even sterk bij betrokken. Wij behoeven elkander dus hier over en weerniets te verwijten. Veeleer bidden, of wij over en weer ons mogen verootmoedigen, opdat wij dicht mogen blijven bij het Woord van (jod en den eisch, dien dit ons stelt.

Hier dreigt ons iets heel ergs te overkomen, al weer aan weerszijden van de schexu-in het kerkelijk leven. Iets dat erger is dan die scheur zelve.

Maar laat mij eerst iets over die pluriformiteit van ons belijden verhalen.

Het is ds Spier, die daaromtrent, uitgaand van de gegevens der Calvinistische philosophic, de wijsbegeerte der wetsidee, een. opstel heeft geschreven in , , Bezinning". Dr Popma sprak er van in het bekende studentenblad. Mij, werd een studie van dr Schippers toegezonden, waarin het probleein weer in verband met de Vrije Universiteit werd behandeld.

Wat wil men nu? Men wil de belijdenis der kerk, die toch niets anders is, dan wat de kerk der Reformatie belijdt omtrent den vollen inhoud van het Woord Gods, en ook alleen gezag heeft, zoolang wij over haar kunnen spreken als over de geopenbaarde waarheid, lour ter zien als. kerk e 1 ij k e belijdenis, geldend in haar geheel alleen voor het levensverband, dat wij kerk noemen. Een belijdenis, die zeker wel heel ons leven beheerscht, maar die toch nimmer in eenig levensverband, „buiten de kerk" in haar geheel kan gelden. Zij is ruimer dan wat men in die andere levensverbanden behoeft te belijden; men kan er steeds met minder: toe, maar anderzijds vragen die andere levensverban-: den een nauwkeiuriger omschrijven voor het eigen belijden, een specifieke afbakening, een nadere ontvouwing van de beginselen die daar zullen heerschen.

Men zou kunnen zeggen: die belijdenis der kerk is, zoo gauw wij er mee in het gewone leven , , buiten de kerk" komen, te klein voor tafellaken en te groot voor servet..

Wij moeten dus breken met onze gewoonte, ' n.l. te belijden, dat voor al.onze actie, op allerlei gebied ten grondslag'liggen: de drie formulieren van eenigheid, de belijdenis van de kerk der Reformatie.

Elk levensverband moet zijn eigen confessie hebben naar dep aard van dat verband, gestempeld, dus beheerscht door dat verband; maar zulke confessie moet niet worden opgesteld, zonder dat wij nauwkeurig rekening houden met wat de kerk belijdt voor haar „terrein".

Voor ik nu nader op deze. nieuwe vinding inga, is het-van belang te zien, naar, de aanleiding tot dit betoogen.

Is ds Spier bijv. bij de studie van de wijsbegeerte: der wetsidee op een goeden dag tot de conclusie ge-' komen, dat wij ons inzake de beteekenis van de belijdenis der kerk steeds op een dwaalspoor hebben bevonden, en gaat hij nü — los van het dagelijksch. gebeuren - — ons daaromtrent een theoretisch beeld geven?

Zoo is het niet. Want aanstonds wordt deze - vinding betrokken op het practisehe leven. Ja, wij mogen gerust zeggen, en dit' zonder eenig verwijt, dat juist de kerkstrijd den geest des wijsgeerigen onderzoeks of van theologisch beschouwen aan weerszijden van de scheur heeft wakker geroepen. Want wij willen dan de gevolgen van hetgeen in de kerk geschiedde voor heel ons léven, in al die andere „levensverbanden" keeren.

Daarop richt zich dan de steeds goede bedoeling, maar - vreeselijk gevaarlijke redeneering en handeling.

Ds Spier zegt het zonder omwegen, dat het zoo is. Hij verklaart, dat wij geen vereenigingen moeten hebben op de basis van de drie formulieren van eenigheid-Waarom niet? Omdat de drie formulieren van eenigheid kerkelijke symbolen zijn, niet bedoeld voor buitenkerkelijk gebruik. Immers deze formulieren bevat-

ten eenerzijds heel wat dat geen betrekking heeft op het bepaalde gebied, waarop wij ons met gelijkgezinden organiseeren. Terwijl anderzijds' juist ontbreekt wat richtinggevend is op het terrein, waarvoor onze organisatie bedoeld is.

Let wel, zoo merk ik hier op, dat dit geldt voor het' belijden der kerk, dat niets anders mag bevatten dan het Woord Gods.

Het moge niet alles geven wat dit Woord ons biedt, maar wat er in staat moet de hoofdzaak zijn van wat •God ons in Zijn Woord schonk. En dit nu is, zoo heet het thans, niet richtinggevend voor, het heeft geen betrekking op alle gebied buiten de kerk.

Welnu, zoo vervolgt dan ds Spier, daai»komt nog bij — bij dit heel ernstig geval dus, dat de Schrift, want het is de belijdenis der Kerk, die als zij eenig 'gezag' zal hebben voor ons, niets anders geven üiag 'dan wat de Schrift ons zegt, niet richtinggevend kan - ^jn voor allerlei levensverband — daar komt nog bij, dat het leven der vereenigingen niet al te intens anoet worden betrokken bij de confessioneele activii, Ijteit. Want „de pluriformiteit van ons belijden is in J'^staat de kerkelijke splitsingen te localiseeren, en de i; ? j overige levensterreinen •S'oor zondige versplintering te pit)ehoeden en iets te vertoonen van 's Heilands hoo^e-Bpriesterlijke bede, opdat zij allen één zijn".

Ik concludeer nu weer, dat de scheur in de kerk [? ^ splitsing heet, maar dat wij nu moeten zorgen, dat [flj-voor alle ander levensterrein die splitsing niet wordt f^tot zondige versplintering.

Het is de Heer der kerk. Dié Zijn hoogepriesterlijk gebed tot Zijn Vader, Die in de hemelen is, opzond. Voor Zijne Kerk. Maar dat gebed werkt niet voldoende uit. Want er komt splitsing. Laat ons, geloo-vige menschen nu zorgen, dat die eenheid wordt hersteld in de organisaties, die wij bouwen. Dat daar geen zondige versplintering komt. Want wat de Heer der kerk niet vermocht voor Zijn kerk, de eenheid, dat zullen wij wel klaarspelen, als wij maar komen tot pluriformiteit der kerk en daarna tot pluriformiteit der belijdenis.

Ik wil, wat hier gebeuren gaat, zoo scherp mogelijk zien, en herhaal nog weer, dat ik geenerlei verwijt bedoel aan het adres van wie ook, omdat wij er, a 11 e n bij betrokken zijn, en er zoo geredeneerd wordt aan weerszijden van wat men dan de scheur noemt in de kerk.

Wij zeggen dan: dit is nu gebeurd in de kerk. En met schrik vragen wij ons af: wat zullen daarvan de gevolgen zijn? Wij zijn synodaal of bezwaard of vrijgemaakt, maar wij overwegen: wat moet daaruit v«el voortspruiten voor' mijn gezin, voor mijn verloving', voor mijn zaak, voor mijn politieke vereeniging, voor mijn vakvereeniging, voor ^— ja voor heel het leven? Daar is brand ontstaan in de kerk. — O, laat hot daau branden, als het niet anders kan, maar laat ons met onze brandspuiten komen, om al de belendende perceelen, onze politieke vereeniging, onze sociale actie, onze - school enz., toch voor dat vuur te behoeden. Houden wij die gedurig nat met onze pluriformiteit, of hoe dan ook onze spuit heeten mag.

Nu is dit toch een vreemd geheimen.

Want als wij allen, hetgeen wij deden in den kerkelijken strijd, volkomen ernstig namen, en dat moeten wij van elkander veronderstellen, wij meenen gehoorzaam te zijn aan den Koning der kerk, dan zien wij aan weerszijden van de scheur het gebeuren als Hefonmatie, die in de kerk nimmer slapen mag. Want wij menschen zijn, zooals onze belijdenis zegt, van nature allen leugenaars en ons hart is arglistig meer dan eenig ding. Wij zijn, zoo zingen wij, tot hinten en zinken ieder uur bereid. Wij moeten allermeest waken voor ons zelf.

En zoo hebben dus de schorsende en uitbannende synoden groote gevaren, gezien van afwijking van de goede leer, de belijdenis, de Schrift, en zij hebben met haar besluiten en bindingen ons allen tot de gehoorzaamheid willen terugleiden. Düs Reformatie.

Men moet natuurlijk de scheur betreuren, doch den Heere ook danken voor die Reformatie, voor die trouw, die men mocht toonen.

En dié bezwaard zijn, maar zich niet - vrijmaakten, mogen, als zij ernstig zijn, geen oogenblik rusten, voor zij tot volkomen klaarheid komen.

Daar zijn er, die, als de kerkelijke strijd met zijn T)indingen en schorsingen ter sprake komt, zeggen: O, schei uit, dat kan mijn arme hoofd niet verdragen. Ja — dat kon Felix ook niet. Een anderen keer, zeide hij.

Neen, als wij de dingen heel ernstig zien, en dat : moet toch, dan moeten wij ons ook kunnen verheugen over hetgeen geschiedde.

Een deel bleef trouw, èen ander deel viel af. E» wat erger is, een ander, misschien grooter deel, bleef tobberig of onverschillig.

EJn zoo is het nu ook aan de zijde der Vrijmaking.^ Men moge daar de kerkelijke splitsing als zoodanig betreuren, maar anderzijds den Heere danken, dat Hij ons aan den strik der hiërarchische afdwalingen deed ontkomen. Wij moeten •willen zingen: de strik is gebroken en wij zijn - vrijgemaakt.

Er is Reformatie, geloofd zij den Heere!

Echtier een Reformatie. heeft altijd gevolgen voor heel het leven.

De Calvinistische reformatie; en die is toch de reformatie der kerk, dus zei Groen, is' grondslag en waarborg zelfs onzer constitutiorieele vrijheden. Zij bracht vrijheid voor gansch het leven, voor alle levensverband. Maar de leiding der antirevolutionaire partij zegt: zwijg toch over de kerk. Wij dragen leed, leed — maar zorg toch, dat onze zaak, de politiek, geen schade lijdt.

En dat zegt de man der christelijke vakactie, en dat zegt de schoolman en dat zeggen synodocraten en bezwaarden en vrijgemaakten.

En al maar schuiven zij op alle levensgebied de kerk achteruit; onze Moeder moet uit ons oog - verdwijnen, de tucht moet worden verkleind in beteekenis, de belijdenis moet worden pluriform, en wie weet wat er nog meer kan geschieden, maar de Reformatie die steeds heel het leven hervormt, zelfs het leven van de valsche kerk die wij verlieten — denk aan de contra-reformatie in de zestiende eeuw — die Reformatie moet thans worden beperkt, teruggedrongen. Wij sluiten de kerk van Christus op in een eigen „verband"; wij zorgen voor waterdichte schotten in al onze andere verbanden, voor vuiurvrije muren en deuren. Want onze eenheid allerwege, onze bouwsels, ons gansche practische leven in huis en school, in maatschappij en staat komt in disorde, in moeilijkheden; wij gaan, hetgeen de kerk des Heeren deed, getrouw belijden de waarheid, ons geopenbaard voor heel ons leven, localiseeren, opdat het ons nergens meer kwaad kan doen.

En — de kerk is dan werkelijk „Heilsanstalt" geworden, en haar zaligheid is voor den hemel en niet, althans slechts zeer ten deele, want •wij willen ook wel weer eenige rekening met haar houden voorzoover het geen l^waad kan, voor deze aarde, voor het leven hier beneden.

En als onze Heiland ons waarschuwde: indien iemand tot Mij komt — en dat is toch ook tot Zijn kerk — en niet haat zijn vader en moeder en vrouwen kinderen en broeders en zusters, ook zelfs zijn eigen leven — en wij mogen er dan toch ook bijvoegen al zijn organisaties, politiek en sociaal — die kan mijn discipel niet zijn, dan zeggen wij: laat ons zorgen, dat 'wij den Heere volgen — maar dien haai nimmer kennen. En ik meen, en ik zeg dit evengoed tegen mij zelf als; tegen een ieder onzer, dat dit toch niet gaat.

En daarom heb ik gezegd: daar komt ons zóó iets ergers over dan alles v/at tot nu toe in den kerkdijken strijd geschiedde.

Wij , mogen dus met elkander aan weerszijden van de „scheur" deze dingen toch wel heel ernstig en nauwkeurig bezien.

Met hartelijke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

GRANINGER BRIEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's