De almanak 1950 van F Q.I.
Zoo juist is verschenen de 56e jaargang van den Almanak van het Studentencorps, dat zich niet alleen noemt „Fides Quaerit Intellectum", maar het, ook volgens uitspraak van den Nederlandschen rechter, (nog steeds) Is.
Deze aankondiging-zonder-meer zal velen van de lezers wellicht weinig zeggen. Een studentenaangelegenheid! En daarmee wordt de zaak beschouwd als afgedaan.
Onze lezers evenwel, zullen, naar we vertrouwen, bedenken, dat de band aan en de liefde voor de School der kerken uit tal van dingen kan blijken, maar onder meer toch zeker hieruit, dat men belangstelling heeft en toont voor de studenten, hun leven en him werk.
Zeker, men kan de School moeilijk denken zonder studs, en tn zooverre is elke uiting van belangstellende liefde en liefdevolle belangstelling voor de School er tevens een voor haar discipuli.
De ervaring leert echter, dat velen bij het woord , , studentenleven" louter denken aan: een mooi gebouw, een imposante rij van niet minder imposante professoren, een
aantal misschien wel eens wat buitennlsslge jongelieden van twijfelachtigen leeftijd, èn — dat doet de deur dicht — aan „ontgroenen", waarbij het laatste dan zoo veel wU zeggen als: een beetje, of liever een heele boel, dwaasheid uithalen.
Voorzoover nu deze caricatuur de leden van F.Q.I. betreft, verklaren wij hier rustig en ronduit tweeërlei. Elenerzrjds, dat deze P.Q.I.-ers er van overtuigd zijn, dat zij, door uitsluitend plichtmatig een aantal voorgeschreven lessen van een jaarlijks vastgestelde rooster (wij bedoelen: colleges van de series lectlonum) te volgen, niet volledig gevormd en ontwikkeld worden met het oog op hun toekomstig ambt. En anderzijds, dat de huidige generatie van Gereformeerde theologanten zich er terdege van bewust is, dat de korte ttjd (maar nochtans juist lang genoeg), dien wij van den HEERE krijgen toegemeten, om hier op aarde onze taak te vervullen, moet worden uitgekocht, en derhalve niet doorgebracht met looze vulgarlteiten en grapjasserijen van, op zijn zachtst gezegd, twijfelachtig allooi.
Dit alles, dat mogelijk al veel misverstand wegneemt, is echter nog maar negatief. Het positieve is, dat aan de Theologische Hoogeschool van De Gereformeerde Kerken in Nederland nog steeds bestaat de in 1863 opgerichte vereeniglng het Studentencorps , , Fides Quaerit Intellectum", dat dit Corps nog steeds staat op den grondslag van Gods Woord, zooals het zijn uitdrukking vindt in de Gereformeerde belijdenisgeschriften, dat het nog steeds zich ten doel stelt, zijn leden te vormen en te ontwikkelen met het oog op hun toekomstig ambt, en voorts nu ook jaar op jaar vecht, om in overeenstemming met dien grondslag en dat doel te leven.
Welnu, van dit Corps is thans de jaarlijks verschijnende Almanak uitgekomen. En doordat het boekwerk ook voor nlet-studenten te koop is, wordt u hier een prachtige gelegenheid geboden, uw belangstelling voor de studenten te toonen en het contact met hen te onderhouden.
Klaarblijkelijk is dit ook de bedoeling van den Senaat geweest, toen hij Indertijd aan dé redactie van den Almanak den wensch te kennen gaf, dat ditmaal niet één groot zuiver wetenschappelijk artikel zou worden opgenomen, maar liefst een paar kleinere en dan meer populaire stukken het studenten-jaarboek zouden vullen.
De redactie heeft dit in haar oor geknoopt en het resultaat is, dat u thans twee niet te lange en voor ledereen lees-en begrijpbare artikelen in den AlmanaJc kunt vinden.
Het eerste is van de hand van den heer M. K. Drost en draagt tot titel: „IETS OVER GEREFORMEERD STUDENTENDEVEN, een blik terug en een blik vooruit". De schrijver begint met een belangwekkend beknopt overzicht van de geschiedenis van het gereformeerd studentenleven gedurende de laatste vijftig jaar. Hij wijst op algemeen verval en pogingen tot reformatie. Tenslotte vraagt hij zich af, wat den Gereformeerden studenten van Nederland vandóag te doen staat. En ook geeft hij, voorzichtig, maar concreet, een oplossing aan.
Wie wil weten, wat er in de studentenwereld te koop was en is, hij leze dit artikel. En wie zich nog interesseert voor de toekomst van het gereformeerd studentenleven tn Nederland, hij neme het ter hand en bezinne zich crltlsch op de oplossing van amice Drost.
Het tweede artikel, getiteld: „PSALMBERIJMING EN PSALMGEBRUIK IN DEN LOOP DER EEUWEN", is geschreven door den heer G. W. H. Peddemors. Het is duidelijk, dat hier ia hoofdzaak „geschiedenis" gegeven wordt. Maar mocht al ooit iemand het tn zijn hoofd hebben gehaald (en dat hééft men!), te beweren, dat de bestudeering der geschiedenis een dor en doodsch bedrflf is, hier althans zal zijn zeggen gelogenstraft worden. En zouden de tal van humoristische momenten uit dit artikel den betreffenden somberllng al niet de tranen over de wangen hebben doen rollen, dan zal toch stellig lezing ervan hem met beschaamde kaken doen staan ter oorzake van zijn veel te voorbarig boud beweren.
Aan het slot spreekt amice Peddemors over het werk van Ds Hasper. En al zouden we over elk der vijf critlsche „opmerkingen", waarmee hij zijn artikel besluit, graag het onze willen zeggen, dat neemt niet weg: de zaak wordt aan de orde gesteld, en daar zijn we dankbaar voor. Helaas toch moeten we constateeren, dat het noch met de verzorging van het muzikale gedeelte van den eeredienst, noch met het spreken daarover of de belangstelling daarvoor, in onze kerken best staat. En toch, wie gelooft en zich realiseert, dat eeredienst is: ontmoeting van God en Zijn volk, zou die zich van de zaak kunnen afmaken met een opmerking als: , , Ik heb er geen verstand van", of: „Het interesseert mij niet", wanneer het betreft het muzikale gedeelte van dien eeredienst, ja maar: het muzikale gedeelte van dien eeredienst?
De belangrijkste gebeurtenissen uit het corpsleven gedurende den afgeloopen cursus vindt u vermeld in het uitvoerig Jaarverslag van den abactis.
En voorts, moeten wij nog de aandacht vestigen op de. photo's van den huldigen Rector der School, Prof. Jager, en van den Senaat 1949—1950? Is het nog noodig te zeggen, dat de Almanak uitvoerige gegevens bevat over de Hoogeschool: reglement, lijsten van de tegenwoordige professoren en lectoren en van hen die vroeger de School gediend hebben, series lectlonum, overzicht van de gedurende den aigeloopen cursus behandelde stof, lijst van geslaagden enz.? Nog zij vermeld, speciaal ten gerieve van predikanten, dat de lijst van vereischte en aanbevolen boeken geheel herzien en bijgewerkt is, zoodat hierin, met name ook voor wat de vakken van Prof. Schilder betreft, nog al eenige verandering is gekomen. En wat verder F.Q.I. aangaat: de Almanak vermeldt een volledige lijst van, corpsleden, van oud-praetoren, een overzicht van de verschillende functionarissen in het Corps en van de Disputen en tal van andere gegevens.
Tenslotte noemen wij nog de Varia, waarin professoren en studenten er danig worden „doorgehaald". Het is goed, dat u weet, dat wij in Kampen het woord „ongezouten" in zeker verband weten te hanteeren en dat we van de hier aangeduide zaak ons niet verre houden.
Wie leeft, en mee-leeft, en dit meeleven kan uiten door den AlmanaJc te bestellen, hij of zij late het niet na.
Bedroeg vorig jaar de prijs f 6.50, thans kon deze voor een boekwerk van ongeveer gelijken omvang, dat bovendien door de bekende firma Ph. Zalsman uit Kampen in even keurigen gebonden staat in het licht wordt gegeven, worden vastgesteld op f 4.50.
U kunt bestellen, door dit bedrag te doen overschrijven Of te storten op postrekening 105162, t.n.v. Studentencorps F.Q.I., Broederweg 15, Kampen, of door een briefkaart te schrijven aan den administrateur, den heer
Z. G. van Oene, Oudestraat 62i, Kampen.
Maar haast u, want reeds nü staat vast, dat de oplaag te klein is. En aan een herdruk valt niet te denken. Kampen, 15 Maart 1950.
J. H. ALBERTS.
Van harte aanbevolen, nog vóór dat Ik 't boek gezien heb. Dat is nu eens „houden voor" „tot het tegendeel blijkt". 17-3-1950.
K. S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 maart 1950
De Reformatie | 8 Pagina's