EXODUS 15:8—12.
Uw adem liet de waat'ren wijken. Wie is als Gij, wie Uw gelijke, o, HEERE, onder al de goden? De stroomen stonden door Uw wil in 't hart der zee als m.uren stil, de golven deden Uw geboden.
De vijand zeide: „Ik zal hen jagen, ik doe met hen al mijn behagen. Ik trek mijn zwaard, dat ze allen sterven, 'k verzadig aan dit volk mijn ziel, dat aan mijn lust ten offer viel. Ik deel den bvAt, dien 'k zal verwerven!"
Wie zou niet voor Uw wond'ren beven, o HEERE, in heiligheid verheven? Gij hebt de waafren weer ontbonden: zij zonken in de zee als lood. Uw rechterhand bracht hun den dood. Zie, hoe de aarde hen heeft verslonden.
Melodie: Ps. 55.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 februari 1951
De Reformatie | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 februari 1951
De Reformatie | 8 Pagina's